
I J
i ì l j l
I« Tl. •
Mm
f
« s
^ ä f
K :
1;
I.- .'-'i
|i !
li F
578
veldspaalh-kristallcn worden waargenomen, die nieerendeels eerst
dan ziglbaar worden, nadat liet gesteenle begint le verweeren :
L. n«. 758. Ten gevolge van het verbrijzeld (door wrijving) en
verweerd geraken van de rotsmassa, zijn de gesleenlevormen ontstaan,
die wij vroeger t. a. p. aan den voet des G.-Soebang in
oogenschouw hebben genomen.
Ä3. E.^M. Witte, gedeeltelij k V e r k i e s e lde raer gellag en
in de Tii-Koeripan. (Tjidamar.) Ter plaatse waar het tertiaire
geborgte van dit distrikt in eene rioordelijke rigting steeds hooger
stijgt om in het vulkanische hoogland van Pengalengan over te
gaan, welk hoogland is oraringd door de vulkanen G.-Patoea,
Jlalawar en Wajang, worden buitengewoon diepe dalen gevonden
tusschen kolossale bergribben en jukken, welke eene der wildste,
ongebaandste streken van gansch Java vormen. Aan de zijwanden
van vele kloven is het trachitische eruptie-gesleente op menigviüdige
plekken ontbloot en verheft het zieh tusschen de doorbrokene
massa's der tertiaire formatie nienigwerf in den vorm van zuilen
of torens. Door een dezer diepe dalen stroomt de Tji-Koeripan
over wiUe, deels rood gestreepte, ook geelachtige, somtljds lilablaauwachtige,
doch steeds helderkleurige klei- en raergellagen,
waaruit zeer uitgestrekte gedeelten van het laagsgewijs gevorrade
gebergle alhier bestaan. Deze klei- en mergellagen: L.
no. 781, 782, die week zijn en kleur afgeven,-gaan doortalrijke
tusschen vormen,'welke allengs barder worden, doch allen nog de
voormalige kleur hebben: L. n». 785—78S, eindelijk over in eene
hoornsteen- of kwartsmassa : L. n°. 786—787, die, met het staal
geslagen wordende, vonken van zieh geeft. Zijn de oorspronkelijke
kleilagen dun, gelljk in vele gedeelten der bedding het geval is,
dan ontstaat daardoor eene soort van kiesel- of hoornsteenschiefer.
Menigwerf bevat de witachtig grijze hoornsteenmassa: L. n».
787, melkwitte vlekken, die uit nog niet verharde, weeke klei
bestaan.
3 4 . E. ^ M. Trachiet-doorbraak in de nabijheid der
T j i - L a j o e . Dergelijke trachietachtige gesteenten, welke voorkomen
in de vroeger beschouwde landstreek, worden insgelijks verder
oostwaarts gevonden in de Streek, welke de Tji-Lajoe in eene
rnmm
579
v'tff
5 à öOO voet diepe, smalle kloof doorstroomt. (Distrikt Tjidamar.)
De weg, welke van Tjèringin en Tjibogo naar Tjiawi en Tjikarang
voert, brengt den reiziger door deze kloof. Aan bare zijwanden
verheft zieh de trachiet, bij voorbeeld, de aan hornblende
ZOO rijke varieteit: L. n». 790, op vele plaatsen in ontzaggelijke
rotsmassa's, die in verticale zuilen zijn afgezonderd; deze zijn
kolossaal, torenvormig en rijzen menigwerf trapsgewijs de eene
boven de andere op. Aan den westelijken rand dezer kloof is
de trachiet op vele plaatsen in platen, ter dikte van i à 1 duim,
afgezonderd: L. n». 789, op andere plekken daarentegen is hij
bedekt met een wrijvingsconglomeraat, dat nestvormig hier en
daar voorkomt. — De doorbrokene lagen zijn weeke, kalkachtige
zandsteenen, wijders zandsteenen met schelvormig afgezonderde
kogels, die echter voi fossile schelpen zijn, benevens zandige
mergelsoorten, welke eene bleeke of groenachtig bleeke kleur hebben
: L. no. 788* a en h; deze mergelsoorten zijn op vele plekken,
bij voorbeeld, in de bedding der nevenbeek Tji-Awi, zeer
hard geworden of geheel verkieseld en overgegaan in een blaauwachtig
grijzen en wit gestreepten hoornsteen: L. n». 788 c. De
lagen hellen alhier onder een hoek van 10° naar het zuid-zuidoosten.
E. DISTRIKT GONOOSO&I.I VAN HET PREANGBR-REGEHTSCHAP
TJANOJOBR, BENEVENS EEN GBDEBI.TE DER ASSISTENTRESIDBNTIE
ERAWANG BN VAN HET DISTRIKT
TJIKAOK VAN BANDONG : U". 25.
» 5 . E. ^ M. Goenoeng-Parang. (1) Bergtoppen van
h o r n b l e n d e - p o r p h i e r . Deze algemeene benaming wordt gegeven
aan eene talrijke groep rotsbergen, die zieh verheft aan de
noordelijke helling van het Preanger-hoogland tusschen de vulkanen
G.-Gedé en Boerangrang, doch veel noordelijker is gelegen
dan deze laatsten. De weg, die van Poerwokerta, in Krawang,
naar Plèred, het hoofddorp van het distrikt Gondosoeli voert,
(1) Dezo berg moet niet worden verward met het distrikt Goenoeng parang, waarvan
Soeka boemi de hoofdplaats is.