Nigtevbcut heeft van de tirannij der Franschen, in het jaar 1673
mecr dan eenige andere dorpen dezer provincie moeten uitstaan ; want
een Sterke troep van 600 inan , benevens «eilige Dragonders onder
aanvoenng van den Marquis de Bouffleks , trokken, in het midden
van den winter, uit Utrecht derwaarts, en , na de schans den Hin
derdam veroverd te hebben , staken zij _ zonder vooraf brandschattinir
gevorderd te hebben, terwijl de inwoners in menigle over het iis naar
eesp vlugtlen dit dorp in brand, waardoor de fraaije kerk
de pastone, het regthuis en voorts alle de huizen , hofsteden en boe-
renwomngen, in eene streek, bijna ter lengte van twee uren gaans
(een cnkel huis uitgezonderd., dat in< zijn geheel gebleven is), hetzii
geheel vermeld , of zeer beschadigd werden.
In 1788 werd op de synode geklaagd, dat de Pruissische Soldaten
de diakomekist opengeslagen en over de 900 guld. daaruit genomen
hadden, benevens dne zilveren borden, bij de Avondinaalsbedienimr
gebruikt, waarvan men niets had terug bekomen,
Het wapen dezer gem. bestaat in een veld, verticaal verdeeld, van
aZNTTiiTA^lenf 1!er’ met twee sleulels van ^Iver en azuur.
«1J ANTAING, d. in Oost-Jndie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Fassaroewang, reg. Malang, distr. Gondangleqi.
NIJAWIER, Nwewier, Nieuwier of Nieuwwier, d., prov. Friesland,
kw. Oostergoo, griet. Oost-Dongeradeel, arr. en 6 u. N. O van
Leeuuarden, kant. en 1 u. N. O. van Dockum.
Het is een klein dorp , waar men , met de daaronder behoorende
W i e n : L u t k e w , e r , B e r g h u i z e n en S i o n , ruim 500 inw!
telt, die meest in den landbouw en de veeteelt hun bestaan vinden.
.V-’ l ,e er wonen> Oehooren tot de gem. van Metslawier-
en-Nijawur. Terwijl de kerk, in het jaar 1811 , vernieuwd werd,
hebben eenige godsdienstvnenden zieh onderling verbonden , haar ook
n P hunne kosten , van een orgel te voorzien.
gerekend K’’ ^ mC“ aantreft> worden tot da «tat. van Dockum.
<iriHIJr t^ InRSTEI7"^AAÄTuDE]’Vaart ’ V™*•Friesland, kw. Oostergoo ,
S N T Ä Ä e^ ,Ta" h,6t d>M a™er>AIJBORG (HET), ook wel de Nijcuhg g esnpaealrd d, ePveooarzheehesn l oeoepne nodued.
Slot ot kast., volgens eemgen een voorm. kloost. of abdij , volgens an-
deren een fort, in de Over-Betuwe, prov. Gelderland, distr., en 3 u.
i L an3" ? lJ™e9en > nkanV en H u. van N. W. van Eist, onder
Hetercn , 20 mm. O« van Randwyk.
• ¿ aSt' bek,1Ieeddc eenen voornamen rang onder de oudste eebouwen
in de Betuwe. Het landvolk is steeds vol van verhalen aangaande dezen
Durg bommigen melden ons, hoe eenmaal twee broeders , Edellieden
van den Nhboro, in hevigen toorn ontvlamd , elkander uitdaagden op
de Jullersweerd gelegen vöör den alouden spijker Vorst, onder Heteren.
Ile eene.doorstak het hart des anderen; maar in den zelfden ooo-enblik '
«lat zijn broeder dood ter nederzinkt, ontwaakt de oude liefde”weder ’
en wanhopig stört hij zieh in zijn eigen zwaard. Sedert dien tiid I
verhaalt de eenvondige landman, verschijnen zij nog steeds des nachts’
dan kampen zij nogmaals op leven en dood, doorsteken elkander en
verdwijnen. Een ander volksverhaal meldt, dat in den Spaanschen tiid
deze bürg regelmalig belegerd werd, en van binnen door den eigenaar
zoo goed versterbt was, dat hij zijnen vijanden lang het hoofd konde
bieden. Z,j vereemgden echter alle krachten , om den brug in te
nemen, beschoten dien op de verschrikkelijkste wijze, en bragten
het eindelijk zoo ver, dat zij hem slormcndcrhand konden innemen.
Alles was in het eenzame slot uitgestorven of misschien längs geheime
wegen ontvlugt. De Ridder vak d e s N i j b o b g allecn , zat in zijne praeht-
zaal te werken , hij had cenig schrift voör zieh. De vijand stoof binnen
, en vroeg den held, of hij zieh nu overgaf. Deze zeide: » nu
» noch nooit!” nam koelbloedig een hout van het vuur en stak het in
een vaatje met buskruid ; toen vloog hij zelf, met de meesten zijner
vijanden in de lucht. — Het kasleel veranderde in eenen puinhoop.
Ter plaatse waar het gestaan heeft, ziet men nog de overblijfsels
van twee zware gebouwen, die door eene breede gracht afgesne-
den worden, en het eerste en - tweede kasteel uitgemaakt hebben ,
daarvoor ligt nog het geringe overblijfsel en twee steenen hoeken van
eene kolossale poovt. Op een ander punt verheft zieh eene hoogle ,
waarop eenmaal een molen gestaan heeft; terwijl de mare gaat, dat
deze bürg zelfs zijne eigene brouwerij gehad heeft. Hetgeen het meest
de bewondering wekt, zijn wel zeker de hooge wallen, die ver in den
omtrek den N ijbu jr g omringen , en weder door breede grachten omgeven
worden.
Yan jaar tot jaar ziet men e e t N i j b d b o van gedaante veränderen ;
telkens wordt er wederom eene wal of eene hoogte gesiecht, en , gelijk
gemaakt zijnde, met tabak bepoot. Zoo is dan nu ook reeds het
jfrootste gedeelte der ridderlijke veste in welige tabaksvelden veran-
derd , en er zaUweldra niets meer van over zijn.
NIJBROEK , N i j e s b r o e k of N ie d w b r o e k , d. op de Middel-Veluwe,
prov. Gelderland, arr. en 8J u. N. van Arnhem, kant. en 2 u. N. ten
O. van Apeldoorn , gem. en 2-i u. N. ten W. van Voorst, midden
tusschen twee beken , niet ver van den IJssel. Men telt er 680 inw.,
die meest hun bestaan vinden in den landbouw.
De Herv., die er 880 in getal zijn, onder welke 180 Ledematen,
maken eene gem. uit, die tot de klass. van Arnhem, ring van Apeldoorn
, behoorl. De eerste , die in deze gem. het leeraarambt heeft
waargenomen , is geweest K a r e l d e H a a s of G a l lu s , die in het jaar 1894
herwaarts kwam, en in het jaar 1610 Emeritus werd. Het beroep ge-
schiedt door den kerkeraad.
De R. K., van welke men er 70 aantreft, worden tot de stat. van
Vaassen-en-Epe gerekend.
Nabij dit d. ligt het oude slot of heerenhuis Frankenburg. Zie
dat woord.
R e i s a l d , Graaf van Gelder, gaf, op St. Marcusdag in 1328, eenen
landbrief aan N u b r o b k , ten behoeve van J o r a k R e m b e r t e s z o o k en M a r -
t i j n W i l l e m s z o o s , met de hnrinen , welke in vele opzigten met die
aan het Oldambt gegeven overeenstemt, hoewel daarbij geen gewag
van het appel aan Engelanderholt gemaakt wordt.
NIJBRONGERGA, d. prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Schoterland. Zie Ksvpe (De).
NIJD-EN-SPIJT , verl. houtgr. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname
, aan de Maarschalks-kreek, ter regterzijde in het afvaren; palende
bovenwaarts aan den verl. houtgr. Libanon , benedenwaarts aan
den verl. houtgr. Bethel; 800 akk. groot.
NIJD-EN-SPIJT , koiRjplant. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname,
aan de Beneden-Commewijne, ter linkerzijde in het afvaren; palende
bovenwaarts aan de koiRjplant. Mon-Tresor, benedenwaarts aan de
suikerplant. Alkmaar; 1000 akk. groot; met 160 slaven. De Negers
noemen haar Spttie of ook wel Grahie.