welke hier verbouwd worden, zjjn rogge, boekweit, baver, garst
spell, tarwe, aardappclen en wortelen. Er zijn in deze gem. 2 bierbrou-
werijen ; 55 leerlooijerijen ; 1 hoedenfabrijk ; 4 graan- en 2 volmolens'
De R. K., die hier ongeveer 3840 in gelai zijn, maken eene parodile
uit, welke tot het apost. vie. gen. Tan ’s Hertogenbosch, dek.
van Lindhoven, behoort, door eenen Pastoor en Iwee Kapellanen be-
diend wordt en 2300 Communikanten telt.
De Herv., van welke men er ongeveer 130 telt, behooren tot de
gem. St. Oedenrode-en-Son, welkein deze bnrg. gem. eene kerk heeft.
Vroeger maakte S t. O e d e n r o d e alleen eene Herv. gem. uit , en toen
was Son met B r e u g e l vereenigd. De eerstc, die te S t. O eden ro de
alleen het leeraarambt heeft waargenomen , is geweest N ic o la a s V o g e ih d s
die m het jaar 1648 herwaarts kwam, en in het jaar 1669 overleed ’
roaar sedert het jaar 1806 zijn S t. O e d e n r o d e en S on tot ééne gern1
vereenigd.
De 13 Isr., welke hier wonen, worden tot de bijkerk van Veqhel
nngsynagoge van Eindhoven, gerekend. — Men heeft in deze gem. vier
scholen, als : ééne te S t. Oedenrode, ééne te Eerde, ééne te
JJynsel en ééne te Ol land , welke gezamenlijk gemiddeld door een
getal van 430 leerlingen bezocht worden ; terwijl men er bovendien
twee kost - en dags cholen heeft, eene voor Protestantsche meisjes
en eene voor Roomsch-Katholijke meisjes.
Het d. S t. O e d e n r o d e , ligt 4 u. Z. Z. O. van 's Hcrtogenbosch
*5 u* W. Z. W. van Yeghel, 3 u. N. van Eindhoven , aan den
Dommel. Het wordt in de wandeling gewoonlijk Rooi of ook wel
R o d e , en in oude Latijnsche brieven R oda S. O dab genoemd , is een
uitmuntend groot en schoon dorp, met een ruim en lang marktplein,
met boomen omringd en met aanzienlijke huizen bebouwd en de
hoofdplaats van Peelland.
Volgens de overlevering heeft eene vorstelijke maagd uit Schotland of
Icrland, O da genaamd, welke naderhand heilig werd verklaard, zieh
reeds in het laatst der zevende of in het begin der achtste eeuw
naar Taxandria begeven, en te R o da , naderhand naar baren naam genoemd
, nedergezet, alwaar zij omtrent het jaar 713 gestorven zoude zijn.
j sehijnt den H. W ie ie b r o r d u s , die in Northumberland geboren was,
en op het einde der zevende of het begin der achtste eeuw in Taxandria,
waarfoe de Meijerij van ’s Hertogenbosch behoorde, het Christen-geloof
predikte, uit godsdienstijver gevolgd te zijn. Zij zou hier hären borg
of kasteel gehad hehben, waarvan O e d e n r o d e eertijds O d en b o r g genoemd
werd | ook zou deze Heilige , op eene hoogte , achter de collegiale
kerk begraven liggen , ofschoon anderen willen , dat O d a behoorde
onder de elf duizend maagden, die het gevolg van St. Ursula uitmaak-
ten. Volgens dit gevoelen zou zij ook te Keulen, in de kerk van de
H. U r su l a begraven zijn. Anderen ontleenen den naam O e d e n r o d e van
het Hoogduitsche O d , O e d e of O d e , dat is, woesl en.wild, om dat
dit dorp door groote heiden omringd is, en men er vele bosschen
aantreft. R o d e wordt met grond afgeleid van roden, uitroden, waar-
voor men nu rooijen, uitrooijen zegt, ter zake yan het uitrooijen van
bosschen en Wildernissen op die plaatsen , die Rode genoemd worden.
*s nok zeer toepasselijk op S t . O e d e n r o d e , omdat het in vroegere
tijden, in en rondom die plaats voi bosschen en wildernissen was. In
den brief van Hertog Ja» II, van 1310, wordt gezegd , dat Jekschot,
j n s Hertogs heemraadschap van S t , O e d e n r o e d e , weleer eene woestijn
was. En in den brief der Hertogen W e n c e s la o s en J oha nn a , van
1362 , w o r d t g e s p r o k e n v a n d e w i l d e r n i s v a n S t . O e d e n r o d e , w e l k e t o e n
dat men . . „en «rafschrift vindt: A Roda; Comitust e(d, .R i ° dA,e ’Gr rina a?f ev acno ,RÄod )ie,
hii P C I wordt een grafschrift vermeld, waarm Hildewaris
2 Rode Domina Rodce Comitila (Vrouwe van Rode en Grav.n van
n i t w o r d t genoemd: zij leefde omtrent 1 1 0 3 . Gra»«ave meent,
!ht Rode de hoofd- en woonplaats geweest zij der Graven van Taxan-
^ t o f d a a r n a van Peelland, dat zijhierom Graven van Rode genoemd
L en dat St. Oedenrode toen veertien dorpen onder zijn reS‘®Se ie
hid. Het is niet onwaarschijnlijk, dat het tegenwoor ige
vin" Peelland of een deel daarvan een comitaat of graafschap,
Ifn van dien tijd , uitgemaakt hebbe, en dat S t . O edenrode daarvan
■ goofdulaals geweest zij en den naam daarom aan den Comes of
Graaf hebbe gegeven, en des Graven jaargerigt of Commune placetum
ii knnrlpn 7ii terwiil de overige plaatsen aldaar ten gedmg ei “t ” K U ,« -2 SST vnnrt te komen dat St. Oedenrode later nog eene laatbank was ,
eene hoofdbank uitmaakte, waaronder bijna alle Plaat^ " Vaonder-
kwartier van Peelland , geene bijzondere heerlykheden zijnde , onde
t S waren. De onderhoorigheid eener zekere streek aan de hoofd-
bank van S t. Oedesrode , sehijnt aangeduid te worden in den hierboven
vermelden brief van de Hertogen
1362, door de melding van de meijerij van S t . Oedenrode ,
66DU vlelt'schljnt^in^oude tijden eenigzins versterkt te zijn geweest,
want in eenen brief van Ja» II I, Hertog van Braband, van 1 3 4 0 ,
wordt als een der palen van de vrijheid S t . Oedenrode genoemd.
d’aude ameyde, dat is , naar de wijze van spreken m dien tijd ; de oude
iT b oom , de onde barriere. In 1 2 3 2 ontvingen die van S t. Oedenrode
van Hertog Hendrik I stads geregtigheid en zoodamge vrijheid, als
zijne bürgers van ’s Hertogenbosch. Oe 'nwoners ^ J e t do^p worden
in den brief van voorzeiden Hertog JanIU, m 1 3 4 0 , en m eenen
brief van Hertogin Johanna, in 1 4 0 3 , Oppidam en Poirters van Rode
genoemd: ook wordt in die brieven gesproken van het koopen van het
poorterregt te Rode. Die vrijheid bepaalde zieh toen envervolgen tot
eftöeii zeer kleinen omtrek, en al wat daar bmten was, behoorde toen
niet tot de vrijheid, maar werd slechts genoemd
wel voor een dorp wordt genomen, maar in dien tijd mets anders be
teekende dan eene buurtschap van huizen, in elkanders nabijheid ge-
bouwd zonder bijzondere regtbank, regering of gemeene hmshoudmg.
Katholiiken en 66nc voor de Protestanten. De S t. U d a s k e r k ,
ten Oosten, aan de groote straat volgens ^ ^
H Hilvaris, eene zekere Gravm of dienstmaagd van de H. Uda, ge
bouwd was omtrent het jaar 1 1 0 3 tot een kapittel of kollegiale
kerk van negen Kanunniken verheven, welk kapittel, na de Refor-
matie is te niet gegaan. Men vindt wegens d.t kapittel benevens
die van Oirschot en Boxtel aangeteekend, dat zij een protest hebben
ingediend legen de besluiten van de parochiale kerkvergadering van
Mechelen welke te Leuven , in Mei 1 3 7 4 , gehenden , s , als strijdende
die besluiten met hunne voorregten, doch d.t F o te s tw e rU ilo o rd e
versaderde Bisschoppen verworpen en ten hoogste afgekeurd. Deze
kerk bestaat bijna geheel uit duifsteen. Zij had voorheen eenen lamel.jk