o o s .
De voornaamste wegen in dit kwartier zijn : de straatweg van Leeuwar-
dcn op Groningen , die de griet. Leeuwarderadeel, Tietjerksteradeel
en Achtkarspelen doorloopt en te Stroobos de prov. Friesland verlaat.
De straatweg van Leeuwarden op Zwolle , welke de griet. Leeuwarderadeel
, Idaarderadeel , Utingeradeel, Haskerland, Schoterland en
Stellingwerf-Westeinde doorsnijdt, titsschen Blesdijke en Peperga in
de prov. Overijssel overgaat; voorts de weg van Leeuwarden op Sneek ,
die, na de grietenij Leeuwarderadeel, Idaarderadeel en Rauwerderhemi
doorloopen te hebben , bij Deerzum in Westergoo treedt; terwijl die
van Leeuwarden over Franeker op Harlingen , een klein gedeelle van
Leeuwarderadeel doorloopt en voorts in Westergoo overgaat.
Het wapen van Oostergoo b estaat in een veld van keel (ro o d ), met
twee fasces van zilver.
OOSTER-GUITE, pold. in het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland,
arr. Goes, kant. en gem. Heinkenszand; palende N. W. aan den Noor-
delaud-polder , 0 . aan den Oosterland-polder , Z-. aan den Oudeland-
polder, W. aan den polder Wester-Guite.
Deze pold., welke, volgens bet kadaster, eene oppervlakte be-
slaat van 53 bund. 27 v. r. 93 v. ell., waaronder 28 bund. 9 v. r.
31 v. ell schotbaar land; behoort tot de watering en under het pol-
derbestuur van Heinkenszand, en ontlast zijn overtollig water, met
de andere polders, door de zeesluis op Tenderwege, onder s Heer-
Arendskerke.
OOSTERHFiSSELEN, gem. in het dingspil Zuidenveld, prov. Drenthe,
arr. Assen , judic. kant. Hoogeveen , adm. kant. Dalen (1 k. d., 4 m. k.,
5 s. d. ) ; palende N. aan de gem. Zweelo , . 0, aan Sleen, Z. aan Dalen
, N. W. aan Westerbork , W. aan Hoogeveen. ;
Deze gem. is zamengesteld uit de markten: O ost er bess e le n T
Gees en Zwinde ren, en bevat het d. Oos t e rhe s s e len , het
geb. Gees , benevens de buurs. Zwinderen en Kl encke , in welk
laatste geh. de voormalige havezathe bet Hu i s - t e -Kl e n c k e staat;
Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 6661 bund.
60 v. r. 49 v. ell., waaronder 6682 bund. 83 v. r. 39 v. ell. belastbaar
land. Men telt er 122 b., bewoond door 147 huisgez., uitmakende
eene bevolking van ruim 900 inw., die meest hun bestaan vinden in
den landbouw.
Over het algemeen zijn hier de akkers hoog en vereischen eene goede
bemesting. De voortbrengselen zijn : rogge , boekweit, aardappelen ,
garst, vlas, koolzaad (voor eigen gebruik, om er olie en koeken van
le vervaardigen), haver, boouen , erwten en hennep. Het hooiland wordt
hier , in het voorjaar, door sommigen onder water gezet, door het op-
stuwen van het water in de stroompjes, hetwelk men beeemen noemt.
Volgens 'de onlangs ontworpen kanalisatie, zal de Hoogeveenscbe-
vaart doorgetrokken worden längs Zwinderen, door de Geesermerke
en het Oosterhesseler-veld tot in de veenen van Barge , gemeente Emmen.
Een zijtak uit deze vaart zal tusschen Veenhuizen en Wachtum
, gemeente Dalen , zuidwaarts naar Kocvorden loopen. Eene andere
zijtak of regt door het dorp Oosterhesselen, of er längs, tusschen
Oosterhesselen ende Klencke, en verder naar Zweelo, is nog zeer twij-
felachtig.
De inw., die op 15 na alien Herv. zijn , onder welke 593 Ledematen ,
maken eene gem. uit, welke tot de klass. en ring van Knevorden behooi't.
Volgens overlevering heeft Oosterhesselen , eenen geruimcn tijd \ 6&s
OOS.
de Reformatie, kerkeljjk onder Zweelo behoord. De Predikant der
laalstpenoemde gemeento trekt ten huldigen dage nog uitgangen of
bepaalde grondpachten van verscheidene akkers op den Oosterhesseler-
esch terwijl op het kerkhof te Zweelo nog begraafplaatsen gevonden
worden, bekend onder den naam van Hesseler-slagen. Zeker gaat
het dat O o s t e r d e s s e l e n vroeger met Sl een vereenigd was, zijn de
aldaar van 1601 tot 1607 Predikant geweest Herbanos ä Swollis. Met
de komst van diens opvolger J ohannes van Asschenberc, in 1613, is
Sleen daarvan afgescheiden, terwijl van Asschenberg alleen te Ooster-
hesselen bleef, en IIermannüs Alers te Sleen kwam. Het collatieregt
behoort aan de havez. de Klencke.
De 8 Afgescheidenen, die er wonen, gaan te Meppen, gem. Zweelo,
tc kerk.
De 7 Isr. behooren tot de ringsynagoge van Assen, en komen te
Sleen bijeen.
Men heeft in deze gem. twee scholen, als: eene te Uo s t e rne s -
selen en 6ene te Zwinde r en, welke gezamenlijk gemiddeld door
een getal van 140 leerlingen bezocht worden.
Het dorp Oosterhesselen , Oosterhessel of Oosterhesselte , m oude
eharters enkel Hesle en in de wandeling meestal enkel Hesselen ge-
noemd, ligt 6J u. Z. 0 . van Assen, 3 u. 0 . N. 0. van Hoogeveen,
IJu. N. ten W, van Dalen, geheel in het geboomte verscholen. Men
bemerkt bijkans niets van het dorp, voor‘dat men er zieh reeds mid-
den in bevindt, en rondom den Brink den schakel van nederige een-
voudige woniugen aansehouwt, met eiken plantsoen, hekwerk , met
zoden wallen afgesloten kampen , scbaapschotlen , schüren, plaggen ^
bulten en andere voorwerpen van een landelijk dorp gestoffeerd.
Men telt er, in de kom van het d., 51 h. en 200 inw. De wonin-
gen hebben sedert de laatste vijftig jaren eenigermate eene verande-
ring öndergaan', welke zekerlijk het gerief en het gemak der bewo-
ners niet weinig bevordert. ln het laatst der vorige eeuw, werden
er bijna geene steenen aan de huizen gezien , gelijk thans allerwege
het geval is. Zij bestünden destijds geheel uit hout en leem, welk
zamenstel men hier te lande wand noemt. Waarschijnlijk voor honderd
jaren vond men in Oosteruesselen geenen enkelen schoorsteen. De
rook van den haard voerde een despotiek gezag in de keuken of in
het woonvertrek en vervulde geheel en al de binnenruimte.
De kerk is een oud gebouw, zonder orgel. Zij is in 1802 groo-
tendeels vernieuwd. Boven de deur leest men op eenen steen, dat
de beide eerste steenen gelegd zijn door den Heer T. Kvmmel, Lid der
Gedeputeerde Staten, en den Predikant W. Scbeltbns , en verder :
Gon W I L D A T A L L E M E N S C H E N Z A L 1G W O R D E N E N T O T K E N N 1 S D E R W A A R H E ID R O M E N .
Bij het H. Nachtmaal bedient men zieh van eenen zilveren beker ,
waarop de woorden: F i d e s , S p e s , C h a r i t a s (d.i. geloof, hoop, liefde)
en hare zinnebeeiden gegraveerd zijn. De bodem van dezen beker is
een oude gedenkpenning, met het jaartal 1231 , doch op zijn vroegst
in de zestiende eeuw geslagen. De oudste gedenkpenning dagteekent
eerst uit de vijftiende eeuw ; de arbeid van dezen penning wijst echter
de zestiende aan. De toreu was vroeger aan de kerk verbonden.
Men heeft later een stuk er tusschen weggebroken, zoo dat zij nu
afzonderlijk Staat. Zij verheft zieh tot eene geringe hoogte , zoo dat
nien hem naauwelijks boven de eiken ziet uitsteken.
Men vindt onder dit d. een zoogenaamd Hunnenkerkbof, regts en links
van den weg. 1 u. afstands tusschen O o s t e r h e s s e l e n en Wachtum
VIII. D e e l 5 5