De R. K., die er 280 in getal zt jn, behooren to t de stat. van Ooy-
en-Persingen. — De Herv., van welke men er 20 aantreft, worden tot de
„ein. van Ooy-en-Persingen gerekend.. — Men heeft in deze heerl.eene
school, welke gemiddeld door een getal van 4» leerlingen bezocht wordt.
Deze heerl. was weleer een onmiddelbare heerlijkbeid , onder het llijk
en den Keizer behoorendc, en de Heeren werden tusschen de Edelen
en Yrijen gerekend, doch het dominium directum (d. i. onmiddellijk
gebied) aan de Graven vah Gelbe overgegaan zijnde , werden de Heeren
van die heerlijkheid, echter Leenmannen van het Rijk en Leen-
mannen van Gelderland. Het zij dat de Heeren vab Ooy , misnoegd
over deze onderwerping aan de Geldersche Graven waren, of om eenige
andere redenen, men v in d t, dat G e rh a rd , Heer van Ooy, in 1282
de Ooy , leen aan den Graaf van Cleve m a ak te , hetgeen echter geen
vorder gevolg scliijnt gehad te hebben.
Zijn zoon B e r to ld , in 1 5 2 9 , Heer van Ooy en Burggraaf van Nijmegen
zijn d e , sneuvelde, in 1 5 4 4 , met zeven personen van zijn
geslacht, in een gevecht tusschen den Bisschop en de burgers van
Luik. Gerhard , waarschijnlijk zijn breeder , volgde hem op. Deze
h a d , iu 1 5 4 6 , verschil met Willem v ab des Bergh, Heer van By land,
wcpens de leenen, die wijlen Heer Johan vab Bylabb , R id d e r, van
den Heer van Ooy hield. Hij overlced in het ja a r 1598. Indien zijn
zoon B e rto ld Heer van Ooy was, moet hij reeds in 1570 gestor-
ven zijn , want zijn zoon Re ih a ld , Heer van Ooy, beleende in dat
jaar onderschcidene personen ; hij wordt tot 1590 gemeld. Zijn zoon
Gerhard werd , in 1 5 9 5 , door Hertog W illem , die hem lieve neef en
Raad n o emt, als zijne voorouders beleend met den bürg en voorburg
te Ooy , met het hoog en laag gerigt binnen den voorsten cingelgrave
om den b ü rg , tusschen de oude Wiele en de W a a l, op ten snabbe
toe , met de visscherij in de W a a l, tot de halve diepte van Loeth,
to t Panayen bij Nijmegen toe , en met eenige andere goederen. Aan-
merkelijk zijn de woorden, die daarop in den leenbrief volgen, welke
de eerste i s , die wegens de Ooy voorkomt: Ende want die Heere
van O y , die voertijts gewest s ijn t, diese vurss. lenen mit allen hoeren
toebehoeren van den heiligen Rieh gehalden hebben, wileke lene ons
bo met dm Rich van Nymegen van den Heiligen Riehe verbreeft sijnt
te belenen. Hieruit zou men moelen oordeelen , vooral wegens het
woord n u , dat omtrent dien tijd Hertog Willem eenige nieuwe voor-
reg ten , wegens h e t Rijk-van-Nijmegen, van den Keizer verworven
h e e ft, ten ware men vermeende , dat deze woorden u it vorige leen-
brieven als een oud formulier gevolgd en herhaald z ijn , gelijk men
die ook in volgende leenbrieven, van de jaren 1 402, 1 424, 1490 en
1 4 9 8 , aantreft. G e rh a rd , Heer van O oy, werd andermaal in de
zelfde bewoordingen , door Hertog Re ih a ld , in 1402 verleid. Zijn zoon
Re ih a ld , in 1424 beleend, bezegelde mede het verbond der landschap
in 1456. Hij droeg de heerl. op aan zijnen zoon Reihald , die daar-
mede, gedurende zijns vaders leven, in 1460 beleend werd; deze Reihald
vindt men, in eenen brief van 1 4 6 5 , lieve Juncher en Heerschap be-
tileld. Het was waarschijnlijk uithoofde der onlusten in Gelderland *
dat h ij, in h e t ja a r 1 4 7 5 , zijn huis Ooy to t een open huis aan den
Graaf vah Cleve maakte. Hij stierf in 1 4 8 8 , en zijn zoon Gerhard
werd, in 1490, door den Roomsch-Koning Maximiliaan, e n , in 1498,
door Hertog K a re l vah G e lre , beleend. De oudste zoon van dezen Otto
werd in 1551 beleend, maar hij stierf in het zelfde ja a r. Zijn broe-
der L e y f f a r t was Ridder der Duitsche orde in Lijfland, weshalve
Hertog-KAREL aan den Heermeester W o lte r vah P le ttb h b e rg schreef, dat
L e y ffa rt de laatste van zijn geslacht was , en d a t hij hem alzoo u it
de orde moest ontslnan; d it door den Heermeester bewilligd z ijn d e , is
hij in dat zelfde ja a r met Sophia vah Boedbero in den echt getreden ,
en werd in 1552 met Ooy verleid. Hij stierf in 1 575, en zijn zoon
Gerhard is toen beleend. Deze werd door zijnen zoon O tto , in 1595 ,
opgevolgd, die in 1621 overleed , en zijn .zoon Hermah Gerhard werd
in 1622 beleend, maar stierf in 1655, als de laatste van zijn geslacht.
Toen erfde zijne zuster Margriet Ju d ith vah O o y , die, met Roelemah
vah Bylahd, Heer van Reydt, trouwende , niet alleen de heerl. Oo y ,
maar ook P e r s in g en en P a l s t e r c a m p , in dat geslacht overbragt.
Zij stierf in 1 6 4 6 , en haar oudste zoon F lo ris O tto Hendrik , Graaf
van Byland , werd in 1665 verleid. Hij stierf in 1701 , en toen wcrcl
zijn kleinzoon O tto F re d e rik Roeleman , zoon van Roelemah F re d e rik
Neomagus , Graaf vah Byland , die als Ritmeester, den 1 Julij 1690 ,
in den slag van Fleurus gesneuveld w a s, daarmede verleid. Na zijnen
dood, in 1768, werd zijn oudste zoon C. N. J . F, L . Graaf vah
Byland beleend , e n , na het kinderloos overlijden van dezen , zijn
broeder F . C. W . L . Graaf van B y lan d , in 1 7 6 8 , aan wien zijn zoon
0 . W. H. Graaf van Byland , in 1790 opgevolgd is. Thans wordt
deze heerl. bezeten door Yrouwe F . M. Gravinne vah Byland , echtge-
noote van den Heer P. J . Baron vah Zuyleh vah N ije v e lt, woonachtig
te Utrecht.
Deze heerl. heeft, boven vele anderen , het voorregt, nimmer door
koop aan andere personen vervreemd te zijn , en nog aan den ouden
stam te behooren.
Het d. Ooy ligt 1 u. N. 0 . van Nijmegen, 1 u . N. van Ubbergen,
nabij den Waaldijk en bestaat uit eenige vrij verstrooid liggende huizen.
De R. K. k e rk , aan den H. Hubertus toegewijd, is in 1855 en 1856
meuw gebouwd. Zij prijkt met eenen toren en is van een orgel voorzien. <__
De Herv. kerk is e in zeer oud gebouw , met eenen zwaren to re n , doch
zoilder orgel.
De kermis valt in den ecrsten Zondag na 24 Augustus.
OOY, Ooi of O i j e n , b. in de Neder-Betuwe, prov. Gelderland,
distr. en 4 | u. W. ten N. van Nijmegen, kw., a rr ., kant. en i u.
N. W. van T ie l, gem. en £ u. Z. van Echteid, aan den Waaldijk.
Bij den watervloed van Januarij 1809 heeft deze buurt veel te lijden
gebad ; terwijl daarbij ook eenig vee omkwam.
OOY, buurs. op de Lymers, prov. Gelderland, a rr. e n 5u . 0 . van
■drnhem, kant., gem. en \ u. Z. W. van Zevenaar, distr. Doesborgh-
en-Zevenaar, 5 u. Z. van Doesborgh.
OOY, pold. in h e tRijk-van-Nijmegen, prov. Gelderland, d istr.,, arr.
*D kant. Nijmegen, gem.,JJbbergen; palende W . en N. aan de Waal
O. aan de heerl. Persingen , Z. aan het d. Ubbergen.
Deze pold. wordt door eene sluis, op de Waal , van het overtollige
water ontlast en Staat onder het bestuur van den Cirkel van O o y .
De pold. O o y is onderschcidene malen door het water geteisterd geworden;
onder änderen brakden 7 Februarij 1729 de dijk bij den To-
fensche molen door ,
waardoor de pold. tot eene aanmarkelijke hoogte
onder water gezet is.
Den 29 Februarij 1784 werden de nieuwe sluizen, door het hooge
water, met ijsgang weggcspoeld en kwamen er zes doorbraken in den
'Jk. Den 6 Februarij 1799 brak die polder weder door , waarbii
T«1 vee verdronk. d