ncmen, terwijl er voor een zeker aanlal bedelaars een contract geslo-
ten werd. Men sticltfte hier een gebonw Tan ruim een halve morgen
(ongeveer 5 v. r.) oppervlakte, en de lniaards en ledigloopers werden
opgepakt en derwaarts gebragt. Na alle de van tijd tot tijd ontsla-
genen , bevinden er zieh nog ruim duizend, behalve zes en tachtig,
die nog tot straf aldaar verblijven ; want deze kolonie kreeg weldra
nog eene ruiniere beslemming ; zij werd eene strafplaats voor onze-
delijke, liederlijke meisjes en voor onwillige, ongehoorzame kolonis-
ten. Deze laatsten worden hier, door berooving hunner Trijheid, door
meerdere onlberingen en strengere Tordering tot arbeid , voor bun slecbt
gedrag gestraft, maar ook, bij betuigd berouw en geblekene verbete-
ring, wederom naar hunne vorige hoeven verplaatst. Het gestiebt is
inwendig in twee deelen gesebeiden: links zijn de zalen voor de mannen,
regts die voor de vrouwen , alsmede eene voor de kinderen. De kenkens
zijn in de hoeken der zalen, en de opzienerswoningen in het midden of
in sommige hoeken der zalen, met eenen afzonderlijken ingang. Elke
voormalige bedelaar, thans kolonist, heeft zijne eigene zitplaats op de
banken , die längs den muur loopen 5 onder deze zitplaats heeft hij
eene lade en daarboven hangt zijne hangmat, welke des avonds naar
beneden gelaten wordt. Op het middenplein is aan elke zijde een
afzonderlijk gebouw, met twee werkzalen. Aan de manszijde zijn
weefgetöuwen, en op de bovenzaal werkplaatsen voor kleeder-, schoen-
makers enz, Aan de vrouwenzijde wordt gesponnen en er is boven een
vertrek voor naaisters enz. Hicrtoe gebruikt men de vrouwelijke kolo-
nisten, welke geen veldarbeid kunnen verrigten ; doch zij , die sterk
genoeg zijn , moeten op het veld werken. In de kinderzaal worden
de kinderen van de weinige gehuwde kolonisten opgenomen , zoodra
zij kunnen gaan , opdat zij de ouders niet van hun werk zouden hou-
den. Zij zijn door een schut afgescheiden van het binnenplein der
vrouwen. Boven de achterpoort vindt men het magazijn van kleeding,
zijnde de kleedingstukken door de kolonisten zelve vervaardigd, vooral
gedurende den wintertijd.
De Herv., die er zijn, maken eene gem. ui t , welke tot de klass.
van Zwolle, ring van Ommen, behoort. De eerste, die in deze gem.
als eigen Predikant het leeraarambt heeft waargenomen , is geweest
P i e t e r E i i z a K a r e l v a n Nes , die in het jaar 1852 herwaarts kwam,
en in het jaar 1856 naar Rouveen vertrok. De kerk, den 9 Mei 1824
ingewijd , heeft eenen toren, doch geen orgel.
De R. K., die er wonen, onder welke 250 Communikanten, maken
eene stat. uit , welke tot het aartspr. van Zalland-en-Drenthe
behoort, en döor eenen Pastoor bediend wordt. *
Men heeft hier eene school, welke, tweemaal daags, door de kinderen
bezocht wordt. Des avonds moeten niet alleen de jonge lieden,
die des daags op de akkers werkzaam zijn , maar ook de volwassenen
deel aan het schoolonderrigt nemen, met dien verstände, dat op
den eenen dag de mannen en op den anderen de vrouwen zieh te dien
einde vereenigen.
OMMERS-HOF, landg. op den Veluwe-zoom, prov. Gelderland,
arr., kant. en 1 u. N. ten W. van Arnhem, distr. Veluwe, gem. en
1 u.Z. van Rheden, 5 min. W. van Velp, waartoe het behoort.
Dit landg. beslaat, met de daartoe behoorende boerenhofstede,
boomgaarden , bouw- en weiland, houtgewassen en aanleg tot wande-
ling, eene oppervlakte van 50 bund. 4 v. r., en wordt thans in eigen-
dom bezeten door den Heer R. 3. C a s t e n d i jk , woonachtig te Velp.
boina, 5° 51' Z. B., 146° 37; 0 . L
OMON , oud d. in Oost-Indie, resid. Amboina, op het eil. Ceram,
aan de Zuidkust, eene mijl van het strand.
OMOORDS-POLDKR, Ommoords- polder , ook wel enkel Umoorden
penoemd, pold. in Schieland, prov. Zuid-Holland, arr. Rotterdam,
Lnt. Hilleqersberg, gem. Hillegersberg-en-Rotteban; palende N. aan
den Nesse-polder, N. 0 . aan den Wollefopper-polder, Z. W. .aan de
Rralingsche-veenen en den Bos-polder, W. en N. W. aan de Rotte.
OMPTEDA of O m t e d a , voorm. bürg in Fivelgo, prov. Groningen,
arr., kant. en 2 u. N. W. van Appingedam, gem. en l u. N. 0 . van
'tZandl, nabij den ouden zeedijk.
Ter plaatse, waar hij gestaan heeft, ziet men thans eene boeren-
hoeve, welke, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte
van ongeveer 37 bund. beslaat.
01PTEDA-ZIJL , voorm. sluis in Fivelgo, prov. Groningen, gem.
'tZand, nabij het Zandster-voorwerk , zijnde vroeger een eigendom
peweest van de abdij van Wittewierum , welke abdij., behalve dit
voorwerk of voerwerk (boerderij), vele landerijen bezat.
In 1444 zijn 1200 grazen (bijna 600 bund.) land, onder het Zandster-
kerspel gelegen, volgens het oude zijlboek, onder het Dorpster-zijlvest
der drie Delfzijlen ingelaten. Deze landerijen hadden tot dus ver door
de Omi*teda-zijl uitgewaterd. Het dijkvestige land is vrij van zijlschot
en werk aan de sluis. Misschien was het tegenwoordige Zandster-maar,
loopende van het voorwerk zuidwaarts voorbij het Zand, Leermens en
Oosterwijtwerd naar het Damster-verlaat en diep, het voorm. Zijldiep.
De inlatingsbrief van 1444 is nog aaDwezig en draagt den naam van
Ompt eda-Tjadabrie f . Volgens verklaring van de Abten van
Wittewierum en Ten-Boer, van den Zijlregter Gelmer Cantii wegens
Schermer-zijl, en van Evert Entens, Ese Twinga, Jadico, te Smcum,
en Edo Doecksma , gevolmagtigde Damsters en Regters tot de Delizrjlen
wegens Slochteren , werden de landen der ingezetenen van het Zand
(Santfatersgenoemd), welke hun water tot dus ver door de Ohfteda-zije
hadden geloosd, onder de Dorpster-zijl der Drie-Delfzijlen ingelaten.
OMROE (VAN), naam, welken de Negers geven aan de katoenplant.
A nna C a t h a r in a , K l e in - C h a r l o t t e n b u r g en d e n D a g e r a a d , in Nederlands-
Guiana, kol. Suriname• Zie A nna C a t r a r in a , C h a r l o it e n b ü r g ( K l e in - ) ,
en D a geraa d (d en ) .
OMTREKHOORN, naam, onder welken de b, Hoorn, in de gern;
Heerde, prov. Gelderland, ook voorkomt. Zie Hoorn.
OM VAL , geh. in Kennemerland , prov. Noord-Holland} arr , kant.,
gern, en ¿ ’u. 0 . van Alkmaar; met 21 h. en ongeveer 80 inw.
OMVÄL (AAN-DEN-). b. in Amstelland, prov. Noord-Holland,
arr. en. u. Z. van Amsterdam, kant. Nieuwer-Amstel, 2 u. N. 0.-
van Amstelveen, gem. Ouder-Amstel, 1|: u. N. van Ouderkerk , op
de punt, door den Amstel en de Weesper-vaart gevormd; met 14 h.
en 50 inw. Er is eene scheepstimmerwerf voor kleine binnenland-
'Jäche vaartuigen en eenen cementmolen.
r OMVLOED-VAN-DEN-DINKEL, water in Twenthe, prov. Ovenjssel.
jllet komt uit Losser, onder Weerselo, en loopt door een gedeelte van
fpalthe naar Denekamp. . ,
ONBEKENDE (DE), voorm. schor., prov. Zeeland, welke in het jaar
1808 bedijkt is , en thans een gedeelte van den Wilhelmina-polder