slaat eene oppervlakte van 8 v. r ., en wordtthans ineigendom beze-
ten door Mejufvr. Bakkbr , woonachtig te Nijmegen.
OPA (DE), riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. J a va , resid.
Djocjokarta.
OP-ACHT, n a am , welken men wel eens geeft aan het geh. Acht,
in de Meijcrij van ’s Hertogenbosch, prov. N oord-Braband. Zie Acht.
OP-ALM voorm. d. in den Groote-Zwsdhollandsche-waard, prov/
Zuid-Holland, aan de riv. de Alm, waarvan h e t zijnen naam ontleende.
Het moet bij den watervloed van 18 November 1421 verzwolgen en
nooit weder te voorschijn gekomen zijn. De p la a ts , waar het gelegen
h e e ft, behoort thans to t de prov. Noord-Braband, en men heeft daar
nog eenen polder van dien naam , door de versnelde uitspraak echte
r meest onder den naam van Uppel bekend.
OP-ANDEL, d. in het Oud-Land-van-Altena, prov. N oord-Braband.
Zie Andel (0p -) (1). ' . j
OP-ANDELSCHE-POLDER of Opperste-polder , pold. m het Oud-
Land-van-Altena , prov. Noord-Braband, arr. ’s Hertogenbosch, kant.
Heusden, distr. W aalwijk, gem. Op-en-Neer-Andel; palende N. aan
den rivierdijk, 0 . aan den rivierdijk en den Zoutendijk of Zwarten-
d am , Z. aan den Achterdijk, W . aan de Neer-Andelsehe-steeg en
aan de Voorstraat.
Deze pold. b e sla a t, volgens h e t k ad a ste r, eene oppervlakte van
291 bund. 71 v. r. 91 v. e il., en wordt door eenen watermolen, op den
Al m , van het overtollige water ontlast. Deze wipwatermolen, de
A n d e ls c h e -m o le n genaamd, heeft 28 eil. v lu g t; de middellijn van
het waterrad is 8 eil. 9 palm. 6 duim. en de breedte der schoepen is
4 palm. 8 duim. Het zomerpeil is 2 palm. boven A. P .; het maalpeil
is 7 palm. 8 duim. boven A. P ., en de hoogte der dijken is 6 eil.
8 duim. to t 6 eil. 3 palm. 8 duim. boven A. P. Hij Staat, met de
overige polders onder Op-en-Neer-Andel, onder het hestuur van eenen
President, drie Leden en eenen Secretaris, doch heeft bovendien nog
eenen afzonderlijken Waardsman. &
In dezen pold. l ig t , aan de noordzijde, tegen en nabij den rivierd
ijk , een groot gedeelte van het dorp An d el .
OPAS (DE), de westelijke krater van den Tankoeban-Prahn, een
vulkaan in Oost-Indie, op het Sundasche eil. J a va , resid. Preanger-
Regentschappen.
Deze k r a te r , waarin h e t vuur niet meer werkzaam i s , wordt door
eenen ro tsm u u r, ruim 180 voet hoog en nagenoeg 100 voet d ik , van
den grooten en werkzamen krater R a t o e gescheiden.
OP-BROEK of d e B r o e k s c h e - p o l d e e , onhehuisde pold. in de heerl.
Ileukelum, prov, Zuid-Holland, thans prov. Gelderland, Beneden-
distrikt, a rr. T ie l, kant. Geldermalsen, gem. Vuren-en-Dalem; palende
N. aan den pold. Achter-Yogelswerf, 0 . aan den pold. Binnen-
den-Tiendweg en aan Leuven, Z. 0 . en Z. aan den Yurensche-polder,
W . aan Hoog-Dalem, Laag-Dalem en het Spijksche-veld.
Deze pold., welke onbedijkt i s , beslaat, volgens het kadaster,
eene oppervlakte van 488 bund., zijnde grootendeels bouw- en weila
n d , en wordt door eene slu is, op de Linge, van het övertollige wate
r ontlast. Het polderbestuur is dat der overige polders in de heerl.
Heukelum.
(1) De overige moi Op beginnende a r t,, die h ie r n ie t gevonden w o r d e n , to elte men Op de woorden
Tan ondersciteiding,
OPBUUREN, buit. in het Nederkwartier der prov. Utrecht, a rr. en
9 u. N. W. van Utrecht, k an t., gem. en £ u. Maarssen, aan den
linker Vechtoever.
OPDAMMER-MEER, me e r, prov. Noord-Holland. Zie Wog-meeh.
OPDIJK, n a am , onder welken h e t d . Opdam , in de Vier-Noorderkoggen,
prov. Noord-Holland, in oude Schriften wel eens voorkomt.
Zie Opdam.
OP-EIL, naam, welken de landlieden veelal g even, aan het d . Op-
Andel, in het Oud-Land-van-Altena, prov. Noord-Braband. Zie
Andel' (Op-).
OPEINDE, d ., prov. Friesland, kw. Oostergoo, g riet. Smallinger-
land, arr. en 6 u. N. N. 0 . van Heerenveen, k an t. en 2 u. N. van
Beetsterzwaag.
Het d. ontleent zijnen naam van zijne ligging, op het einde van de
kerkelijke gemeente Oudega-Nijega-en-Opeinde, dewijl deze gemeente
hier vroeger gestuit werd door de hooge F o l g e r a - v e e n e n , onder
Dragten. In de landtaal noemt men het daarom Op’e eyn , bij ver-
korting V e in . Het wordt doorsneden door twee wegen, de Hooge-
weg en de L i j k w e g , die, op körten a fstan d , paralel nevens elkander
loopen. Aan den L i j k w e g vindt men eene lange streek boer-
derijen en andere huizen, met zeer fraaije gezigten door het geboomte,
zoo längs den weg als op de hornlegers. Ook längs den Hooge -
weg zijn onderscheidene huizen gebouwd. Het buurtje de K l e t t e n ,
waar voorheen een rogmolen slond , is het oudste gedeelte des d o rp s,
dewijl vroeger van daar noordwaarts alles met veen is bedekt geweest.
Aan de noordzijde des dorps heeft eene grooteuitgestrektbeidlaagklijn-
land gelegen , dat in de zeventiende eeuw , door verveening , veranderd is
in een water, de Le i j en genaamd, over de drie uren gaans in den
omtrek. Tegen deze Leijen vindt men eene u itb u u rt, h e t Z w a r t -
veen genaamd, naar de zwarte kleur der tu r f , die bier gegraven is ,
in tegenstelling van h e t W i t v e e n , aan de overzijde der L e ije n ,
waar de tu r f eene ligtere kleur had. Ten Oosten van het Zwartveen zijn,
op den wal van het riviertje d e L i t s , ook vele huizen gebouwd,
die, hoewel burgerlijk onder Opeinde , behooren to t het kerkdorp Rot-
tevalle. Ook behoort nog een klein gedeelte van het geh. de T i e k ,
onder het d. Opeinde. De voorm. b. d e B ems t e r en de Bo s c h e
welke er ook onder behoorden, zijn verdwenen. Oudtijds liep er eene
vaart, dwars door het dorp-, van het water de Leijen zuidwaarts to t
in de Smalle-Ee’ster-zanding. Deze v a a r t, die thans vervallen i s ,
werd h e t J u f f e r s - g a t genaamd , naar eene J ufvrouw, die in de Leijen
aanzienlijke eigendommen bezat, en veel to t de kosten van de graving
dezer vaart had bijgedragen. Tegenwoordig bestaat er eene v a a rt,
voor eenige jaren gegraven , uit het midden van het dorp naar de
Leijen, waar längs wekelijks een veerschip vaart naar Leeuwarden.
In 1477 werd de Pastoor van Opeinde, Sapo , verzocht het contract
mede te teekenen, omtrent het onderhoud van den L e p p e - d i j k .
Het dorp Opeinde bevat '120 h. en 760 inw., d ie , over het geheel,
zeer welvarend zijn, en meest hun bestaan vinden in den landbouw
en de veeteelt.
De Herv., die er 600 in getal z ijn , behooren to t de gem. van
Oudega-Nijega-en- Opeinde, welke hier eene kerk heeft , die vöör de
Reformalie aan S t, Salv ad o r toegewijd w a s, zijnde een langwerpig
Vierkant gebouw, met eenen stompen toren , buiten welken echter de
klokken, in cen zoogenaamd klokhuis hangen. Op den oosteljjken