den 10 Augustus 1678, binnen N i jm e g e n gaslolen, Sommigcn teekencn
aan, dat de Regering van N ijm e g e n , gedurendo de vredchandelin«'
den Pausselijken Nuncius , derwaarts als middelaar afgezonden, ging
bezoeken en hem beloofde haar best te zullen doen tot bevordering der
vrije oefening van de Roomsch-Katholijke godsdienst, hetwelk, zoo het
geschied zij, niet anders dan als eene staatkundige beleefdhcid schijnt
te inoeten worden aangemerkt.
In de maand Julij van het jaar 1702 zöchten de Franschen, om-
trent vier weken vöör dat hunne oorlogsverklaring tegen de Rcpubliek der
Vereenigde Nederlanden in het licht kwam , zieh, door verrassing of
door heimelijke verstandhouding met eenigen uit de stad, meester te
rnaken van N i jm e g e n . De Maarschalk d e B o o f l e r s , de Fransche troe-
pen bijeen getrokken en binnen Roermonde en Venlo grooten voorraad
verzameld hebbende , toog aldaar over de Maas, terwijl de Herteg
v a n B o u r g o n d ie van Parijs aankwam, om zieh aan het hoofd van het
leger te stellen. De Staten, beducht voor een beleg van Maastricht,
hadden de bezelting dezer stad versterkt met twaalf duizend man uit
het leger onder den Graaf v an A t h l o n e , hetwelk in Cleefsland bijeen-
getrokken was. Het was toen te zwak, om iets tegen de Franschen
te ondernemen , waarom A t h l o n e , terugtrekkende, zieh tusschen N i j m
e g en en C l e v e , te Clarenbeek , nedersloeg , terwijl B o d f l e b s zieh te
Xanten legerde. Hier viel een schutgevecht voor tusschen een gedeelte
der wederzijdsche ruiterij , waarin de Staatschen de overhand behielden.
Doch den 10 Junlj brak B o d f l e b s van bij Xanten op , met het voorne-
men, om, tusschen de Niers en het Cleefsche woud door, naar de
Mokerheide , bij N i jm e g e n , te trekken , A t h l o n e van deze stad af te
snijden, en haar te overrompelen. Doch A t h l o n e , bij tijds berigt
gekregen hebbende van des vijands aantogt, besloot, met het leger der
Bondgenooten , tot onder het geschut van N i jm e g e n te wijken, welk
docl hij gelukkig bereikte. De ruiterij dekte middelerwijl den aftogt
van het voetvolk , en ,raakto , omtrent elf ure des morgens, met het
Fransche paardenvolk in gevecht. Daarna droDgen des Konings huis-
troepen ook sterk op die der Bondgenooten in , en toen werd er van
wederzijden hevig gevochtcn. De burgerij van N i jm e g e n , den vijand,
die zieh middelerwijl van de verschansing Kij k - in - de -Po t had meester
gemaakt, zoo digt voor hare wallen ziende , weerde zieh mede
wakker , met schieten uit de stad. Ook werden de Franschen , door
eenige krijgsknechten en burgers , tot tweemaal toe uit die verschansing
gedreven. De vijand deed daarna eenen aanval op twee poorten der
stad; doch werd van alle kanten, uit het grof geschut van het
leger en uit de musketten der burgerij, zoo vinnig begroet, dat
de Hertog van B o o r g o n d ie geen kans zag, om de stad, die door
een geheel leger gedekt werd, bij overrompeling, te bemagtigen,
waarom hij eerlang bevel gaf, om af te trekken. Het behoud
van N i jm e g e n was van veel belang voor den Yereenigden Staat, al-
zoo de vijand, deze stad bemagligd hebbende, ligtelijk tot in het
hart der Vereenigde Gewesten zou hebben kunnen doordringen. Ook
wil men , dat de stad , die zeer siecht voorzien was, bemagtigd ge-
weest zou zijn, zoo A t h l o n e slechts een half uur later onder het ge-
schut der vesting was aangekomen.
In dat jaar barstte het morren van hen, die over de toenmalige
stadsregering te N ijm e g e n ontevreden waren , tot dadelijkheden uit. De
Gemeenslieden , wier getal twee en dertig plagt te zijn, waren hier ,
tot op zes personen, uitgestorven, welke zes, den 6 Jung, den Raad
afvorderden, dat men hun gotal voltallig zoude maken. Eenigen tyd
nadat dit geschied was, onlsloegen zij den geheclcn Raad van hunne
ambten, stellende, nevens de GiUlemeesters, eenen nieuwen Raad aan,
die uit eenige oude en voor het overige uit meuwe Regenten bestond.
De Burggraaf van Nijmegen, J acob van R a n d w i jk , had reeds zoodra het
ijetal der Gemeenslieden voltallig gemaakt was, vnjwdbg van zijnc
ßurgemeesters en Raadsplaats afstand gedaan, doch de Burgemees-
fer SW iL L EM R o c k e n s , de Raden J oan van L e e c w e n J oan V e r h o l t en
wenige anderen lielen zieh door de Gemeenslieden bedanken. De ont-
slagene Regenten begaven zieh des anderen daags nog wederorenaar
het stadhuis, doch zij werden door den Maasschipper W il l e m V o n c k en
eenige anderen verjaagd. De Gemeenslieden , Hunnen a'™hanS aa"™*"
kellk versterkt vindende, begaven zieh , aan het hoofd van eene me-
nigte volks, tegen den dag der gewoonlijke verandenng van d eW
houders, zijnde den 2 Januarij, naar het stadhuis, begeerende dat
hun de bestelling der Regering zou worden “fgeslaan * * 4 * ™ ’
zeiden zii van regtswege toekwam. Men vorderde tijd van beraad,
doch deze was naauwelijks of nog niet verstreken , toen de °“la“SS afSe*
zette Regenten, door de Gemeenslieden en burgers, met geweld ten
stadhuize ingevoerd en in het bewind gesteld werden De oude Regenten
namen toen andermaal de wijk. Tweehunner, R o d k en s en B e e k -
man , waren reeds te voren smadelijk door het graauw bejegend en met
sliik en steenen geworpen. De herstelling der meuwe Regenten werd,
daarentegen, me? het luiden der klokkeu , het ontstcken van vreug-
devuren en andere blijken van u.tgelalen blydschap gev.erd Zelfs
rigtte men twee benden vrijwilligers op, onder de zmspreuk . Re.sM^
Liberias (d. i. herstelde vrijheid), die gewapend tot beschermmg der
nieuwe Repering en met ontrolde vaandels door de stad trokken.
Op het einde van het jaar 1704 ontstonden te N i jm e g e n beroerten ,
welke de stad in het uiterste gevdar bragten. De Afgevaardigden der
Staten van Holland, van Arnhem te N i jm e g e n gekomen zynde hadden
de stad vol beweging gevonden , om de oude 1Regering ; doen
hersteilen. Zes afgezette Regenten , aan s Lands Staten geklaagd hebbende,
dat men hen ten onregte van hunne ambten ontzet had, waren
daarom uit de stad en het schependom verbannen en twee honderd
Rijksdaalders beloofd aan elk, die een hunner in handen van het geregt
wist te leveren. Zij hadden middelerwijl hunne vrienden in de stad,
die aanhang voor hen zöchten te winnen, onder de Gemeenslieden en
burgers , welke in de herbergen onthaald en tegen de tegenwoordige
Regering werden opgehitst. Een Leerkoopcr, J aco b N a g e l genaamd ,
die hierin , boven anderen , ijverde en voorgaf met Afgevaardigden van
Holland over het herstellen der onde Regering gehandeld te hebben ,
liep zoo zeer in het oog , dat men hem, kort na het vertrek dier
Afgevaardigden, die hier niets hadden kunnen uitrigten, in hechtems
deed nemen. Hij zat langer dan vier maanden , doch brak, op het
laatst van April uit den kerker , waarna hij , op verbeurte van zynen
hals, gebannen werd. Het vuur der hevigheidwas hiermede evenwel
niet uitgedoofd. De afgezette Regenten en hunne begunsligers spanden
met eenige Tielenaars zamen, om in beide die steden de Regering ge-
wapenderhand te veränderen. Hiertoe werd eindelyk den 17 Augustus
vastgesteld. Vijftig of zestig personen , meest jonge lieden, met
zakpistolen , degens , leidekkersbamers en ander geweer g^vapend,
kwamen te N i jm e g e n in eene herberg bijeen , trokken , tegen half elf
ure, van daar naar het stadhuis, dwongen zes Regenten . met het