Dozc rtvier is in de oost-moeson bijna droog , doch Ievert hi den
regentijd eenen overvloed van water op. Z\j is voor den landbouw zeer
nuttig, raaar onbevaarbaar.
NG ASSIN AN , distr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java ,
resid. Kadoe, reg. Magalang. — De hoofdplaats van dit distr. heet
Grabag.
NGAWIC , ads. res. in Oost-IndiS, op het Sundasche eil. Java, resid.
Madion, dat de reg. Ngawic, To e ng a l en Pol loredjo bevat.
NGAWIC , reg. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java , resid.
Madion.
NGEBONG , d. in Oost-IndiS, op het Sundasche eil. Java , resid.
Soerabaya.
Men heeft er eeno fraaljo steeoen basaar , welke dagelijks geopend
is en waar alle soorten van levensmiddelen, voor zeer billijke prij-
zen te bekomen zijn.
NGELLO (DE), riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Kadoe. Zie E lo.
NGEMPIT of Njempet , distr. in Oost-IndiS, op bet Sundasche eil.
Java , resid. Passaroewang.
Het heeft 78 vierkants palen in omvang en is zeer boomrijk.
Men vindt er hier en daar eenige djatiebosschen , welke nogthans wei-
nig goed en bruikbaar hout opleveren.
NGENDO, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Soeraharta. —• Men heeft eene bron in de nabijheid.
NGIENGIL, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Soeraharta.
Den 17 Maart 1828 werden bij dit d. de mnitelingen, door den
Hadeen Tomongong W irio Dilogo van Serang, aangevállen , versla-
gen , naar Glogor op den voet gevolgd en uiteen gejaagd, zoo dat zij
zieh gedrongen zagen naar de bosschen bij den berg Iiending, in het
Soekoewatische gelegen , de wijk te nemen.
NGLADJOEN (DE), riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Soeraharta, distr. Padjang. — Zij is niet bevaarbaar.
NGLANSON , meer in Oost-IndiS, op het Sundasche eil: Java,
resid. Soeraharta, distr. Soekowater.
NGLENRONG, voorm. d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Kadoe, ads. res. Magelang.
Dit d. is in Mei 1827 , wegens trouweloosbeid en aanhoudende za-
menspanningen met de muitelingen, door onze troepen, onder de be-
velen van den Kapitein Ten Have, vermeid.
NGLIENO , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Soeraharta, 25 palen van Radjakwessie.
NGLOESAH (DE), riv. in Oost-Indie, op het Sundasche 'eil. Java,
resid. Soeraharta, distr. Padjang. — Zij is niet bevaarbaar.
NGOEMBOEL , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Soeraharta. — Er is eene bron in de nabijheid.
NGOEPIT , d. in Oost-Indie , op het Sundasche eil. Java, resid.
Soeraharta. — Er is eene bron in de nabijheid.
NGOWATA, d. in Oost-Indie , op het Sundasche eil. Java , resid.
Soeraharta, aan den voet van den berg Pegat , 5 palen Z. van ßabad.
Den 28 December 1828 werden de muitelingen, die vóór dit dorp,
in onderscheidene troepen, geschaard stonden, door den Kapitein de
Lassasie , uiteengedreven , met achterlating van 16 dooden , eenige
gekwetsten en 2 paarden.
AMine, ? ■ ,
Dit reg. bestaatiuit de zes distr. To elongagong, Pekoent jan,
Tan go ol , Wadjak, Kolangbri t en: ßabahan, i
Ten gevolge van de buitengewoon zware regens , in het laatst van
de maand October 1838 gevallen, zijn,;voömahielijk in het zuidelijke
sedeelte van het regentschap Ngrowo, de rivieren en daaronder vooral
de Kalie-Kedong, tot eene verbazende hoogte gestegen, waardoor aan-
merkelijke schade werd aangerigt. .
NGROWO, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Ijedirie, reg. Ngrbwo. . .
Den 31 Julij 1844 is aldaar in eene inlandscbe woning brand ontstaan
waardoor vervolgens 98 bamboezen huizen vernield zijn. De
Europesche gebouwen en pakhuizen zijn echter onbeschadigd gebleveii.
NJAJA-KEDOEL, grot in Qost-Indie, op het Sundasche eil. Java ,
resid. Djocjoharta.
Deze grot bezit eene groote vermaardheid, De Javanen gaan derwaarls
tot tijdelijke en heilige afzondering, of tot het doen van zekere
offeranden. _
NIA of Poeloe-Nia, klein eil. in, Oost-Indie, in de Straat-van-Ma-
hassar, op de west kust van Menado , eil . Celebes.
NIAMO, Poeloe-Niamo of Aesqditti , klein eil. in Oost-Indie, in de
Indische-Zee, bij de westkust van het Sundasche eil. Sumatra; 1°8'Z.B.,
117° 30' 0 . L.
NJAMOKH of Pöeloe-Njamokh, eil. in Oost-Indie, in dets Sundasche-
Archipel. Zie Leydeii, d
NIAS of Poeloe-Nias, eil. in Oost-Indie, in de Indische-Zee, N. van
de Evennachtslijn en ongeveer 60 Engelsche mijlen van Sumatra s^-
Westkust, op de hoogte van Natal en Tapanolie-baai gelegen, ;iu eene
rigting van het Noordwesten naar het Zuidoosten, vah 3° 38' tot l°26'N.ß.
en van 114“ 35' tot 11,5“ 30' 0 . L.
H o e z e e r de kust op,sommige plaatsen steil is, worden er tuSschen de
groep eil. ten Z, W. bij de Sisombo-rivier, als ook aan den zuidkant,
ankerplaatsen gevonden. Het eiland zal omtrent 50 mijlen lang en
20 mijlen, breed zijn, Het heeft een,aanzienlijk, hoog, bergachtig. en
begroeid voorkomen, en van den voet van het gebergte tot aan het
Strand, groote vlakten met rivieren doorsneden , die in zee uitwateren,
Men treft er over het algemeen, en vooral aan de stranden , .zeer vele
klapperbosschen en andere vriichtbooinen. der keerkringen aan.
De grond is zeer, vruchtbaar en er worden, buiten de padie, alle
soorten van aardvruchten en groenten geteeld. De. padie wordt door
de bevolking op vlakten, die eenigermate van het Strand verwijderd
zijn, aangeplant, daar men , uit vrees van slrooperijen , de yelden
niet al te nabij de stranden dürft bewerken.
Aangezien de inlanders voor zieh zelven de rijst niet als eene eerste
behoefte beschouwen , wordt de meeste rjjst uitgevoerd , welke uitvoer
over de veerlien honderd zakken jaarlijks bedraagt. De ujtvocr naar
Padabg, Achin en andere gedfeellen van Sumatra en naburige eilanden
geeit, met den uitvoer van klappervruchteo , pluimvee enz. ruim acht
tot negenhondprd, pikols peper, en te.voren vele slaven, groot vertier
onder de inlanders , onder welke njen dan ook sommigen aanlreft, die
zeer gegoed zijn , en er zijn aldaar mlandsche lioofden , die een.aanzien-
lyk kapitaal aan goiid* en zilverwerkeu bczitten. Men is thans ook ho-
zig er Roffij te planten, die goed voortkomt. Yoor die producten, ten