stuiplrckkingen, vielen in zwtjm en geraaklen zoo geheel buiten kennis,
dat men ze ter kerke moest uitdragen. Doch sommigen, uit hunne
benaanwdheid bekomende, begonnen in de volle kerk te zingen, al
betwelk ongetwijfeld de aandacht der overige toehoorders geweldig moest
stören. Na het eindigcn van de openbare godsdienst en op andere
tijden, hield de Predikant K uipers oefening ten zijnen huize en elders.
Ook werden door anderen gedurig oefeningen gehouden , somtijds zelfs
tot laat in den nacht, alwaar de zelfde bewegingen voorvielen. Zulke
bijzonderheden konden niet nalaten veel geruchts te maken door het
geheele land. Velen spoorden er de verinoedelijke oorzaken van na,
en hadden er verschillende gedachten over. Men vond e r , die de
Nijkerksche beroeringen aanzagen voor werkingen der hemelsche ge-
nadc, en Kuipers zelf scheen in het eerst niet vreemd van deze rnee-
ning. Doch anderen oordeelden , dat men ze aan geen bovcnnatuur-
lijke oorzaak behoefde toe te scbrijven ; maar ten dcele aan de pre-
dikwijze des Leeraars, ten deele aan de ligtgeraakte gesteldheid van
eenige toehoorders, wier voorbeeld ook van kracht was op anderen,
niet name op jonge vrouwspersonen en kinderen van acht of tien jaren.
Ook waren er, die, in aanmerking nemende hoezeer door deze bewegingen
de godsdienst gestoord werd, het werk eer aan eenen boozen
dan aan eenen goeden geest toeschreven. Men twistte hierover ook in
openbaren druk, niet zonder eenige hevigheid en schimp van de eene
of andere zijde. Eindelijk gelukte het evenwel, door de verständige
maatregelen , door den Predikant Kdipers zelven genomen , de gemoe-
deren tot bedaren te brengen.
Bij den watervloed vaa Februarij 1 8 2 b leed N ijkerk aanmerke-
lijke schade. Veel tabak was daardoor in de bergplaatsen bedor-
ven , levensmiddelen , koren en veevoeder weggespoeld of onbruikbaar
geworden , en de ervaring van kundige lieden deed ook weinig voort-
brengselen wachten van akkers, die tot tabakslanden enz. gebruikt
werden. Boven vele andere plaatsen , die in de zelfde ramp deelden ,
had men alhier het voorregt, dat, bij deze geweldige overslrooming,
welke die van de jaren 1 7 7 5 en 1 7 9 1 alhier in hoogte overtrof, geen
eenig mensch, ja zelfs niet veel vee omkwam. Zeer vele men-
schen werden niet dan met groote moeite gered, en hadden , bij het
vlugten uit hunne, in het nat bedolven, woningen , nietmeer dan het
leven behouden, daar zelfs de voorraad van aardappelen, de geringe
schat der armen, weg was; maar aan de zulken werd , zoo van stads
wege , als door bijzondere personen, hulp loegebragt, wordende zij
spoedig van al -het noodige voorzien. De haven- en sluiswerken hadden
hier minder geleden dan men gevreesd had, zijnde er in den
zeedijk te dezer plaatse geen doorbraak gevallen, maar de groote toe-
voer van water veroorzaakte er eene in den Eemdijk.
Ook de storm van 29 November 1836 rigtte hier groote schade
aan , doordien er meer dan vijftig schüren, tot drooging van tabak ia-
gerigt, omver waaiden of instortten.
Het wapen van N i jk e r k bestaat in een veld van azuur (blaauw),
met eenen gekroonden leeuw, houdende in zijnen voorsten klaauw een
zwaard, alles van goud.
NIJKERK, N ijekerk of Nieuwkerk , ook wel, ter onderscheiding van
Ni jke rk in Ferwerderadeel, Ooster-N ijkerk genoemd , in het Latijn
N ova ecclesia, d., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Oost-Donge-
radeel, arr. en 6 u. N, 0 . van Leeuwarden , kant. en 2 u. N. 0 .
van Dockum.
Het rs een zeer vermögend en tamelijk groot dorp , met eene gocde
kerkbaurt, teilende, met de buurt Bol l ingwe er , in het Westen van
dit dorp , aan de Peazens 740 mw.
Van de kerkbuurt loopt noordwaarts eene vaart naar Peazens. Ook
loopt hierdoor de rijweg naar Dockum , en er wordt veel zeevisch van
het dorp Peazens aangebragt en voorts naar Dockum gevoerd.
De Herv., die er ongeveer 700 in getal zijn, en onder deze 90 Le-
dcmatcn, maken eene gem. uit, welke tot de klass. van Dockum,
ring van Holwerd, behoort. De eerste , ;die in deze gem. het leeraar-
ambt heeft waargenomen , is geweest Selto Aetsema , die in het jaar
1593 hier reeds was , en in het jaar 1609 overleed De kerk moet
reeds zeer oud zijn : want in eenen brief van Paus Honorios III en
van het keulsche kapittel, geschreven in het jaar 1224, wordt gewag
gemaakt van eenen Meester , den Plebaan van de Nieuwekerk, en in
eenen anderen brief van den Bisschop van Munster, wordt Meester J.,
Scholasticus oí Schoolvoogd van de Nieuwekerk , vermeld. Het is een
fraai gebouw.
De Doopsgez., die er wonen , behooren tot de gem. van Dockum, — De
R. K., die men er aantrcft, worden tot de stat. van Dockum ge-
rekend.
Men heeft in dit d. een nog nieuw gebouwd armhuis, benevens een
zeer fraai pastoriehuis.— Vroeger lag hier een klooster, Sion gehee-
ten (zie dat woord). — Ook was hier weleer eene adell. state, van
welke de wier nog is over gebleven.
In dit dorp werd de post van Schoolmeester eenmaal bekleed door
F oeke S joerds , een man van groote belezenheid , die, door de uit-
gave eener Kerkelijke Historie des Ouden- en ISieuwen-Testaments, in
drie deelen, alsmede van eene Algemeene Beschijving van Oud- en
Nieuw-Friesland en van de Jaarboeken der Friesche Geschiedenis, te
zamen in negen deelen, eenen grooten naam in Nederland verwor-
ven heeft, zijnde aldaar , den 18 Deeember 1770, in het acht en
vyftigste jaar zijns ouderdoms, overleden; ook is hij in dit dorp be-
graven.
NIJKERK of N ieowkerk , ook wel, ter onderscheiding van N ijkerk in
Oost-Dongeradeel, W ester-N ijkerk , en in het Oud-Friesch Nytsjerke
genoemd, d., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Ferwerderadeel,
arr. en 3 u. N. ten 0 . van Leeuwarden, kant. en l f u. W. len Z. van
Holwerd, aan den grooten weg.
Men denkt, dat de grond van dit d. uit later aangeslijkt land is ont-
staan, welke mcening eenigen grond heeft in de ligging , tussehen den
grooten binnendijk en den tegenwoordigen zeedijk. Dit zoo zijnde, is
de naamsoorsprong niet twijfelachtig.
Men telt er 27 h. en 23Ö inw., en met het daartoe behoorende geh.
Kopkewie r 33 h. en 260 inw., die meest in den landbouw hun be-
staan vinden , en twee cichoreifabrijken hebben.
De inw., die allen Herv. zijn , behooren tot de gem. van Marrum-
en-Nijkerk, welke hier eene kerkje heeft, dat een klein gebouw is ,
met eenen stompen toren , doch zonder orgel. Deze kerk en toren staan
op den grond en in het begrijp van de voormalige state Jeppema, aan
den Heereweg , en is waarschijnlijk uit de goederen van J eppeiha aldaar
gebouwd. De geestelijkheid niettcmin, deze ligging ten baren
voordeele nemende , wilde de geheele state als haar eigendom hebben
aangemerkt. Het geschil hierover werd door Bisschop Cuneros P etri ,
in het jaar 1570, bygelegd,