g e v o lg o p g c le id en h e t g e fab r ic e e rd e v in d t z e e r g o e d e n a ft r e k . E e n e tweede
m r ig tm g in d ie s t a d , w e lk e in h e t ja a r 1 8 3 6 e e n e b e la n g r ijk e n itb r e i-
d in g v e rk r e g en h e e f t e n a lle z in s v e rm e ld in g v e r d ie n t , is d e w olfab riek
b e s ta a n d e in w o lk am m e r ij , sp in n e r ij en w e v e r ij , Tan de H e e ren WeITL
s e e , C o s t e r ES Comp; g e h e e l in la n d s ch is d e g r o n d s to f , d e v e r sch iü en d e
b ew e rk in g en en ook h e t g eb ru ik , d a t s te ed s v o ld o en d e a ftr ek waar-
b o r g t. D e fab riek b e s ta a t in e en e w o lk am m e r ij en ve rw e r ij , w a a r de
w o l , na b eh o o r lijk g e zu iv e rd en g ew a ss en t e zijrt , in ond er sch ei-
u e n e k leu r en g e v erw d w o r d t ; e en e s p in n e r ij , w a a r d ie z e lfd e w o l , na
v o o r a f g e k r a s t te z i jn , op m a c h in e s w o rd t g e sp o n n en , t e r d ik l e , zoo
a ls d ie bij d e weverij b en o o d ig d is j e en e w e v e r i j , waar d ie g o ed e r en ,
n a o p g em e ld e b ew e rk in g on d e rg a a n te h eb b en , worden g ew e v e n . De
g r o n d s to ffen van d it fa b r ik a a t , b e sta an u it e en e s c h e r in g van geverwd
en o ok g e h le e k t lin n e n g a r e n ; d o ch e r z ijn ook pro ev en g en om en , om
w o lle n g a r e n o f s a i j e t , to t s ch e r in g te n em e n . D e in s la g b e s ta a t geheel
u it w o l , d o ch v a n e n k e le so o r ten v a n g o ed e r en u it w o l en katoen.
H e t g eb o uw , v o o r d e w ev e r ij o p g e r ig t , b e v a t c ir ca v ij f t ig weefgetouwen .
■ « « M * in Oloenzaal eene instelling,, die baren oorspi*ong yer-
schuldigd is , aan den belangrijken en weldadig werkenden, rondgaanden
briet, van den Heer J. H. Grave van Rechteren, Gouverneur van
Uveryssel, aan de gemeentebesturen van dat gewest, waarbii bet op-
sporen en versehaffen van werk aan beboeftigen ten sterksten werd
aanbevolen. Eemge weldenkende ingezetenen aldaar , hebben , in over-
eenstemmmg met het Stedelijk bestuur, dadelijk de handen aan het
werk geslagen , en eene armenfabrijk opgerigt, waar pak-, zak- en
behangsellmnen vervaardigd wordt , en waarin thans ongeveer 400 Personen
werkzaam zijn ; behalve deze fabrijken heeft men er eene uit-
gebreide labriek van katoenen honten en gedrukle katoenen , tien ca-
iicotslabrijken en twee fabrijken van koffijzakken..
De stad heeft onderscheidene goede huizen en eene markt. Het
Stad hu is is een doelmatig ingerigt gebouw, hetwelk echter niets
merkwaardigs bevat. Het werd door den storm van 29 November 1836
deerlijk geteisterd , ten gevolge waarvan het dak geheel afgebroken werd,
en net tiooge, oude muurwcrk eenige eilen is moeten verlaagd worden.
, n Pleeff t e Oedenzaae , op de se c re ta rie , eene walviscbrib, aldaar,
volgens o v e rlev erm g , eenige eeuwen geleden , in b e t veen gevonden,
in eenen keten aan den zolder te hebben h a n g e n , met d it opsehriit :
E n qoae Neptdnüs proeert miracdla rerum.
Mirambr nostris grandia CETA EOC1S.
(d. i. Zie hier welke wonderen Neptdnüs aan den dag brengt. Wij
op onze woonplaats bewonderen de zeegedrofften).
„ Ae oi0nnmr Ch' Ka,th 0 lij k e n ’ welke e ° 2400 in getal zijn, waar-
onder 2100 Commumkanten , maken eene stat. uit, welke tot het
aartspr. van Twenthe behoort, en door eenen Pastoor en eenen Kapel-
laan bediend wordt. r
De k e rk , welke eerst aan den H. Silvester en naderhand aan de
i , ECU,,!Lffll,s was toegewijd, en daarom gewoonlijk de Plechelmi-
Ql8 ♦ f e<w tCn 5 ^et Jaar 9^4, door Baldeuios , die van
» l» tot »71 Graaf van Goor en Twenthe was, en van 971 tot 977 als
Hisschop van Utrecht regeerde, van steen opgebouwd. Vermoedelijk
8 j vroeger ter zelfder plaatse eene houten kerk gestaan. Aithans
reeds vöor de ondcrwerping der Saksers hadden Marceeeinüs, als ook
l EECuEEMüs er gepredikt, zijnde de eerstgenoemde hier gcstorvcn. An-
aere bclirijvers houden Lebüinüs voor den stichtcr der kerk, Zeker
is het , dal Baeoerics er, in 934, een collegie van Kanunniken stichtte.
In 1043 verkreeg het gebouw den vorm eener kruiskerk, en leed in
1492 veel door den verschrikkelijken brand, welke de stad teisterde,
zoodat in 1823 een deel der kerk vernienwd en vergroot werd. Beide
deelen der kerk zijn kennelijk van elkander ondersebeiden , doch ma>
ken een zamenhangend geheel uit. De oude kerk is opmerkelijk
door hare zeldzame bouworde, de dikte barer muren , de schaarsch-
heid van licht, wegens zeer vele oudheden en den zonderlingen vorm
der ramen. Deze kerk werd van eene parochiale- tot eene kollegiale-
of kapittclkerk verheven, staande onder het bestuur van eenen De-
ken, die over geheel Twenthe, in naam des Bisschops, het geestelijk
gebied oefende. Ook had zij eenen Proost, den rang bebbende ou-
middellijk na den Bisschop, waaartoe gemeenlijk hoogadellijke en zelfs
vorstelijke personen verkoren werden. In 1626 werd deze kerk aan
de Hervormden afgestaan , doch in 1809 door Koning L odewijk aan
de R. K. teruggegeven. Daar tegen aan Staat de toren, insgelijks
in 1043 opgetrokken, en thans in het geheel eene hoogte bebbende
van ongeveer 65 eilen. In de kerk waren eerst negen , doch later acht
vikarijen gevestigd. De pastorij werd door het kapittel bekleed, of
liever, van kapittels wege, door eenen Onder-Pastoor, die door het
kapittel aangesteld werd. Doch opdat zulk een Onder-Pastoor niet tot
armoede vervallen zou, en bij die gelegenheid op eens anders rijkdom
vlammen , heeft F rederir Schence van T odtenburg , Aartsbisschop van
Utrecht, den 11 Meil507, eene kanonniksdij aan de pastorij gehecht.
Voor de Hervorming stond hier een klooster, hetwelk de bescherming
van S t. Agnes was aanbevolen , en door Zusters van den derden regel des
H. F ranciscgs of Tertiarissen bewoond werd. Zie T ertiarissen-keooster.
Er heeft ook hier eene Broederschap bestaan , van den eersten dag
der maand, hetwelk zeer vermaard was, en in het jaar 1400 inge-
steld is. Mede was er nog een opgekomen , omtrent het jaar 1615,
hetwelk voornamelijk ingesteld was om de armen te helpen. Tot onder-
houd van die armen , werden onderscheidene goederen door godvruch-
tige menschen nagelaten, om koren , boler en spek, uit te deelen ,
en opdat er ook gezorgd zoude worden voor den huis-armen , die uit
eerbaarheid, of am hunne ziekte, zieh schaamde of de kracht niet
hadden, om van huis tot huis te gaan bedelen. De Bisschop de Monte
heeft, in het jaar 1371, honderd mndden koren en honderd daalders
voor een jaarlijks inkomen aan deze Broederschap gegeven.
De Hervo rmden , die er 800 in getal zijn , onder welke 210 Le-
dematen, . maken eene gem. ui t , welke tot de klass. van Deventer,
ring van Enschede, behoort. De eerste, die in deze gem. het leeraar-
ambt heeft waargenomen , is geweest Ldderds Vogeezang, die in 1397
kerwaarts kwam, en in het jaar 1608 naar Ameide vertrok. De kerk ,
die in het jaar 1809 gestiebt is , heeft eenen toren en is van een or-
gel voorzien, hetwelk, in het jaar 1811 , uit liefdegaven der gemeen-
teleden en andere geloofsgenooten, uit verschillende gemeenten, daarin
is aangebragt.
De 100 I s r a e l i t en, die er wonen , maken eene ringsynagoge uit,
waartoe de bijkerken te Ootmar sum, te En s chede , te Dene-
k amp en te Losser behooren , en waarin de dienst door eenen Gods-
dienst-Onderwijzcr gedaan wordt. De Synagoge is een klein, doch
doelmatig gebouw.
Men heelt hier vroeger vier gaslhuizen gehad. Het eerste, betwelk
een L e p r o z e n h u i s was, stond onder den stadsban, maar is later