D e z e g em . is e en e h e e r l., d ie in h e t ja a r 1 7 3 0 voor n e g en honderd
g ü ld e n v e rk o ch t werd aan d en H e e r C h r i s t o f f e l Sie, B n r g em e e s te r van
A lkm a a r , in wieDS g e s la c h t zij to t n u to e v e rb le v en is - , z ijn d e daar-
v a n th a n s e ig en a a r , de H e e r W i l l e m F a b r i t i ü s Six v a n O t e r l e e k , woon-
a c h t ig t e U t r e c h t .
Het d. O t e r l e e k , O o t e r l e e k , O t t e r l e e k , O e t e r l e e k of ook O t e r l i j k
i n de wandeling O t e r l i k , ligt 1 | u . 0 . van Alkmaar. — Men tclt er
in de kom van het d. 44 h. en 230 in w.
Men wil dat dit dorp zij non naam zoude ontleend hebben van het
bekende waterdier Otter en van Leek of Leeke , hetwelk eene door-
vaart , kil, waterlozing of waterengte beteekent.
De kerk stond voor de Reformatie te r begeving van den Paus en
den Abt van Egmond, ieder in zijne maand. Ook scbijnt dit koster-
schap , dat echter gecn vast inkomen had , te r begeving van gezegden
Abt gestaan te hebben. De tegenwoordige kerk , die niet zeer oud is
is een steenen gebouw met een vierkant to ren tje , dat in eene acht-
kantc spils e in d ig t, doch zonder orgel.
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van 70 tot 80 leer-
lingen bezocht. — De kermis valt in den ‘ 16 Augustus.
In het ja a r 1426 moest dit d o rp , met andere dorpen in Kennemerlan
d , vier groot (10 cents) ’s jaars voor ieder huis betalen , om
dat z ij, de Hoeksche parlij toegedaan , onder W i l l e m v a h B r e d e r o d e ,
voor de regten der Gravin J a c o b a gestreden hadden ; waaruit blijkt
dat dit dorp bestaan heeft lang voor de bedijking van den Heer-Hugo-
waard , welke eerst in 1626 plaats had. In dezen lastbrief van Her-
tog F i l i p s heet dit dorp O t e r l i j k .
In 1492 werd ook O t e r l e e k veroordeeld in de boete voor.bare deel-
neming aan het kaas- en broodspel.
Bij de belegering van Alkmaar, in 1373 , werd dit dorp door S o r -
k o t verbrand , om d a t , zoo men zeidc, die van O t e r l e e k de Span-
jaarden , welke aldaar gelegerd waren , hadden ondersteund. Slechls
twee hnizen bleven , op voorbede van C o r n e l i u s J o a n n i of C o r n e l i s J a s s -
z o o n , nog gespaard.
Het w ap en d e z e r g em . b e s ta a t u it e en Schild v a n g o u d , m e t drie
om g ek e e rd e k ep e r s v an k e e l (rood).
OTERLEEK (POLDER-VAN-), pold. in het balj. van de Nieuw-
burgen, in den Heer-Hugowaard, prov. Noord-Holland, a rr. en kant.
Alkmaar, gem. Oterleek, palende W ., N. en 0 . aan den Heer-Hugo-
waard , Z. aan den pold. de Schermeer.
Deze pold.., welke oud land i s , dat lang v66r de indijking van
den Heer-Hugowaard bestond, beslaat, volgens het kad a ste r, eene
oppervlakte van 191 bund. 77 v. r. 81 v. eil., waaronder 190 bund.
80 v. r. 4 v. eil. schotbaar land j te lt 44 h., waaronder 3 boerderijen,
en wordt door eenen molen van bet overtollige water ontlast. Het
polderbestuur bestaat uit vijf Leden.
OTHAN (D’) , verl. houtgr. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname.
Zie d ’ O t b a n .
OTHENE of O t e h e , bij de landlieden doorgaans N o t e n genoemd,
geh. in Staats-Vlaanderen , in Axeler-ambacht, prov. Zeeland, arr.
en 4* u. Z. van Goes, kant. en 1£ u. N. N. W. van A x e l, distr.
en 3 | u. N. W. van Hulst, gem. en 1 u. N. W. van Zaamslag; met
56 meest arbeiderswoningen en eene bevolking van 160 zielen.
De naam van d it gehucht leidt ons met onze gedachten van zebe
terug naar de tiende eeuw, tocn het Noorden van Viaanderen , evcn
als Zeeland , nog enkel u it kleine eilanden bestond.afgescheiden door
peulen welker loop men uit de grenzen der heerlijkheden kan op-
maken." Tocn de bodem der latere vier ambachten (zie dat a rt.), me t
het Land-van-Waas, in de tiende eeuw aan den nieuwen bürgte Gent
onderworpen werd, was deze door de Lembeeh wel afgescheiden van
Kaprijke, maar d a t water schoot niet tot Gent door , weshalve Keizer
O t t o , in 949,. voor het ovcrige gedeelte een kanaal liet graven , hetwelk
met de genoemde Leinbeek gemeensehap had door de sluizen ,
die den naam hebben gegeven aan Cluse (Ecluse, Clausura). Hetgeen
ten Oosten van dat kanaal en de Lembeek lag, kreeg den naam van
O t t o ’s l a r d ( P a g u s O t t i h g u s [1 ]), en later werd zelfs die geheele wes-
telijke watergrens, met den naam van l a f o s s e ^ O t t i h g b e aangeduid. In
volgende eeuwen is evenwel die naam weder in onbruik g e ra ak t, ten
minste alleen overgebleven tusschen de ambachten Axel en Bochaute, in
de plaats waarover wij hier handelen.
De voorm. plaats van dien naam was later een dorp en parochie,
waarvan de kerk in den Graven-polderj stond, ■ en is bekend als de
geboorteplaals van den beroemde P e t r u s :van H o o te , Oppergezag-
hebber der zeezaken. of Admiraal, die onder de regering v an : F i lippos
I , bijgenaamd den Stoute, Hertog vait^ Bourgondie, omstreeks
het einde der veertiende eeuw leefde. Het is niet onwaarschijnlijk,
dat F ilip s vah B oürgord ie , de zeven en vijftigste Bisschop van Utrecht,
in eene constitutie, rakende het provisoorschap der vier ambachten ,
deze plaats bedoelde, wanneer. hij O th e n e d e , achter Avendijke (ei-
genlijk Andijke), laat volgen, alzoo d it Andijke mede een dorp
en parochie was, beide in de nabuurschapi van Zaamslag gelegen j.
gelijk ook deze drie plaatsen dikwijls te zamen gevoegd en gelijk ge-
steld werden, onder anderen door Don Louis de R e ijo e s e h s , d ie , op
naam van, F i lip s I I , Koning van Spanje, den 2 Maart 1376, te Brussel,
, mitgaf eene uitvoerige ordonnantie en statuyt op. bet maken, eri-
geeren, repareeren ende ondcrhouden van dyken, in het quartier van
der Neusen, mitsgaders by wat middelen men de penningen, daartoe
behoorende, opbrengen en furneren aal , in welke ordonnantie, te
Middelburg gedrukt en gepubliceerd , in openbare consistorie van -den
Hove, den 1 Junij 1 3 7 6 , de drie par. S a ams l a g h , Aa n d i j k e en
O t e n e , bladzijde 6 en 1 2 , als bij elkander behoorende, genoemd
worden. _ :
Bij het doorbreken van de Kerkhervorming in de zestiende eeuw ,
kwam ook te O t h e n e eene gemeente van de gezuiverde leer tot s ta n d ,
van welke gewag wordt gemaakt in de klassikale vergadering, ge-
houden te Hulst , den 4 Januarij 1 58 0 , ofschoon zij van geen eigenen
Predikant w!as voorzien en er later ook geenen bekomen h e e f t, gelijk
schijnt te blijken uit de handelingen der Vlaamsche klassen, Ver-
ntoedelijk zullen de ingezetenen van O t b e n e , nevens die van Aan d ij ke ,
door welke nog onderscheidene, doch vruchtelooze pogingen to t beko-
ming vai^ eenen Predikant zijn aangewend , gezamenlijk, hunne gods-
dienst te Zaamslag hebben uilgeoefend , of wel door den Predikant van
(1) Vrg. Me i jr h ü s ad ann. Het Ciifon. S . Baronia stelt dit op het jaa r 941. Men leest e r ,
»Otto imperator de Scaldi fossato ante pontem S. Jacobi u sjue in mare extensum, a nomine tn o
» omnem pagum Ottingum oocaoit , qao regni francorum et imperii orientalium fines determioAVit."
Veimoedelijk was deze duidelijker grensaanwijzing een gevolg van de twisten tusschen OT T o e n A k n o lp
in 946 , waarom wij liefst H b ijb k u s yolgcn. Verg. D’O o d e g b b r s t Ann. T, 1 1 p- 151 der uilgaaf
van LisnnoussAHT in 1789 en zie rerder het a r t. O tto h ia a rscb e sG IU C H t.