Men gaf het destijds den naam van O n b u s t , uithoofde Van de on-
afgebroken werkzaamheid , en het eeuwig durende gedruisch van kloppen
,' smeden , tinnnercn , zagen en meer andere bezigheden, die bier
eene verbazende drokte, geraas en onrust veroorzaakten.
Toen de Engelschen, in 1808, onder den Admiraal Dorie, de reede
van Batavia, van den 23 Augustus tot den 9 November, geblokkeerd
hadden , vermeiden zij , bij hnnnen aftogt, de scheepswerven op dit
eiland , en veranderden schier het geheele eiland in ecnen puinhoop.
In de jaren 1823—1825 werd het , door den Gouverneur-Generaal
v a n d e r C a p e l l e n weder tot zijnen vorigen blister verheven. Deze Op-
perlandvoogd begreep te regt, dat het zoowel voor de Koninklijke als
voor de koloniale marine van het grootste belang was, de vermeide
werken te herstellen. Hij deed er op nieuw magazijnen , timraerwerven
en woonhuizen voor de vereischte Ambtenaren aanleggen, en weldra
werd O n b o s t weder zijnen ouden naam waardig. Na bet vertrek van
den Gouverneur-Generaal v a n d e b C a p e l l e n , werd het eehter door diens
tijdelijken opvolger, den Heer d u Bos d e G h is ig n ie s , gcheel en al ver-
waarloosd en aan snel voortgaande verwoesting ten prooi gelatea j der-
wijze, dat zelfs de Chinezen (de Joden van Oost-Indie), toen den Beer
d u Bus het aan hen wilde verpachten , geen van alien deze geheel ver-
waarloosde en vernielde bezittingen wilden aanvaarden.
Vroeger stond er op O n b b s t eene kerk , tijdens de regering van den
Gouverneur-Generaal D ir r D u b v e n , in 1730, gebouwd, zijnde van een
torentje en van een orgeltje voorzien. De dienst werd hier door de
Predikanten van Batavia beurtelings waargenomen. Echter hie ft het
ook eenen eigen Predikartt gehad: zoo werd hier in 1775 de Heer
M e t z l a b , vroeger Predikant te Aduard , in de prov, Groningen , beroepen.
Dit eil., hetwelk meerendecls urt koraalsteen , gruis en schelpcn be-
staat, doch geene moerassige gronden bevat, is op zieh zelven alzoo
niet ongezond te achten ; doch indien aldaar nu en dan eene buiten-
gewone sterfie heeft plaats gehad , is zulks vooral aan de weinig zorg-
vuldige levenswijze der Europeanen , en misschen ook aan de nabij-
heid der miasma van de reede, te wijten.
Evenwel namen de Engelschen het voorwendscl, dat het verblijf
op O n b u s t , voor Europeanen aller ongezondst was , te baat, om de
werken op dit eiland te vernielen.
Het wordt door de inlanders P o e l o e - K a p p a l ( S c b b p e n - e il a n d ) ge-
noemd, omdat aldaar ook de schepen , die schade geleden hadden,
vertimmerd werden. Voorheen arbeidden er ongeveer 800 tot 900 Europeanen
, benevens. een zeer groot getal inlanders en Chinezen , onder
welke vele bannelingen. Er is eene drukke bazar (markt) van visch,
vruchten en andere eetwaren , veelal met praauwen van Tanjong en
Anket aangevoerd wofdende.
ONRUST, voorname boerenhofstede in Hunsingo, prov. Groningen,
arr. en 8J li. W. ten N. van Appingedam, kant. en 4-£ u. W. N. W.
van Onderdendam, gem. en 1 | u. W. Z. W. van Kloosterburen, $ u.
Z. W. van Homhuizen, waar zij kerkelijk onder behoort.
Deze boerenhofstede beslaat eene oppervlakte van 41 bund. 94 v. r.
50 v. ell. binnenland, 26 bund. 8 v. r . 70 v. ell. polderland , 57 b u n d .
43 v. r . 90 v. ell. kwelder en aanwas , alzoo te zamen 125 b u n d .
47 v. r . 10 v. ell., beboorende aan den bewoner, den L a n d b o u w e r
B r o n n o L u is D i j k h u i s .
ONRUST, droogte aan den noordwestelijken hoek van het eil. /Voord-
Beveland, zijnde het vasle strand daarvan , dal zieh tot op bijna * mijl
ten Noordwesten daarvan uitstrekt. Längs den westkant loopt het
Ve e r s che -g a t en ten Noorden de Roompot . De kant is overal
steil, bebalve bij het Schaar. Thans (1846) worden de schorren dezer
nlaat tot eenen polder ingedijkt. , v
ONRUST (IIET-RIF-VAN-), bij de mwoners genaamd J U r a n o -
P o b l o e - K a p p a l , rif in Oost-Indie, in de Zee-van-Java,op de Reede-
van-Balavia, aan de Westkust van het eil. Onrust. — Op de westzijde
van dit rif Staat een baken, op 9 voet diepte.
ONRUST (DE STEEN-VAN-), door de inw. P o e l o e - K o l o e genaamd ,
klip in Oost-Indie, in, de Zee-van-Java, op de Reede-van-Bsiovia,
nabij het eil. O n b u s t . . . . . .
0p de westkust van deze klip, op 9 voeten diepte, staat een wit
krnis, dat 12 voet boven gemiddeld hoog water uitsteekt.
ONS-GENOEGEN , buit. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr., kant.
en 1 u. O. van Leyden, gem. en £ u. O. van Leyderdorp, aan de Does.
ONS-GENOEGEN, buit. in Rijnland, prov. Zuid-Rolland, arr.,
kant. en 1 u. Z. ten W. van Leyden, gem. en in het dorp Voorschoten.
Dit buit. beslaat, met de daartoe behoorende gronden , eene oppervlakte
van 29 v. r. 55 v. eil. , - | |
ONS-GENOEGEN, buit. in Delfland, prov. Zmd-Uolland, arr. en
1 u. Z. Z. W. van 's Gravenhage, kant. en I 2 u. N. van Naaldwijk,
gem. Loosduinen.
Dit buit., beslaande, met de daartoe behoorende gronden , eene
oppervlakte van 2 bund., wordt thans in eigendom bezeten en bewoond
door den Heer J. J. Kobndobeeeb. , ... • j o
ONSOEWIELA (BAAI-VAN-), baai in Oost-Indie, in de istraatvan
Makassar. Zie P a la s ( B aat- v a n - )
ONSTA-BURG, voorm. slot in Hunsingo , prov. Groningen, arr. en.
8 u. W. Z. W. van Appingedam , kant. en H u. Z. Z. W. van Onderdendam,
gem. en 20 min. N. van Adorp, onmiddellijk ten Z. van Sauwert,
waartoe hij behoorde, ten Westen de straatweg van Winsum naar
Groningen. ,.
Zeer vroeg bestond het slot O n s t a , te Sauwert, doch met m die
grootte en sterkte , als de omstandigheden dat naderband noodwendig
maakten. Meer dan twee en eene halve eeuw werd dit gebouw door de tami-
lie O n s t e m a bezeten eD bewoond. Dit geslacht nam veel deel in de twisten
tusschen de Schieringers en Vetkoopers en had onder de laatsten eenen
grooten aanhang. A e p k e O n s t e m a , die de partij der Vetkoopers geko-
zen had, zocht zijnen invloed uit te breiden, kreeg eenen Sterken aanhang
onder de mindere klasse , en liet bij tijds zijn kasteel tot eene
ongehoorde sterkte maken , waaraan hij groote sommen besteedde. De
muren van het kasteel hadden eene dikte van twaalf voeten en waren uit
eene diepe en breede gracht opgetrokken. Om deze gracht liep een tweede
muur, waarin , op iederen hoek , een steenen toren geplaatst was; de muren
van deze torens hadden acht steenen dikte. Een vijfde toren van ge-
lijke dikte vorinde aan de oostzijde de poort, welke achter de klapbrug-
gen lag. Het was eene sterkte, zoo als er schaarsch eene te vmden
was en waarvoor een troep krijgsvolk zeker het hoofd moest stooten.
O n s t em a liet zieh zeer veel op deze sterkte voorstaan, maar verloor
uit het 00g , dat zedelijke krachten somlijds meer vermögen dan
ligehamelijke. Hij vond weldra in den jongen C o p p e n J a b g e s , uit
Groningen, en in E p p o v a n N i t t e r s u b , te Stedum, als hoofden der
Schieringers, dappere legenstanders. Men voerde den oorlog nu eens
ten veordeele van de eene, dan eens van de andere partij.