en biddende gestalte, beschilderd waren, Dit orgel werd door da
Spanjaarden, na de inneming der stad, vernield. Tot behulp werd
eerst, in bet jaar 1643, een zeer klein orgel, in de nabijheid der plaats,
waar liet oude was geweest, aan eenen pilaar gehecht. Dit werd we-
gens algeheele onbruikbaarbeid, in het jaar 1839 , afgebroken en daar-
voor, in het jaar 1840 , >een zeer goed nieuw orgel op het achterkoor
geplaatst. De daartoe benoodigde som is voor het grootste gedeelte
bijeengebragt door yrijwillige inscbrijvingen zonder rente en door milde
giften , zoo van eenige gemeenteleden als van edelmoedige begunstigers
op andere plaatsen. Wanneer en door wien deze kerk gcbouwd is,
blijft onzeker ; doch boven bet voormalige kleine orgel, aan eenen
pilaar, vindt men het jaartal 1003, met zeer oude letters, dat waar-
schijnlijk het jaar der stichting te kennen geeft. In deze kerk ligt
begraven Rudolf Snellius van R o u e n , in leven Hoogleeraar der Wis-
kunde aan de Hoogeschool te Leyden, overleden den 2 Maait 1613,
en daarnevens ziet men aan eenen pilaar een fraai gedeukstuk van
marmer, naar de Ionische bouworde vervaardigd , en in de fronte-
spies het wapen van den overledene, wordende dit door schreijende
kinderen vastgehouden. Op dit gedenkstuk leest men bet volgende
Latijnschc opschrift, met vergulde Latijnsche letters, in zwart marmer
uitgehouwen :
Piae Memoriae
viri cl.
Rudolphi Snellii a R oten ,
Patricii Veteraquinati ;
qui anno M. D. XLVII. V. Oct. natus
Juventutis Partem
Docendis Marpurgi In Hassia Literis
Et artibus cum Laude Exercuit,
JEtatem Reliquam
In Mead. Leydensi.
Turn Matheseos turn Hebraeae Linguae
Professione, cum Cura, Fide,
E t Bono Publico Exegit:
Bis Rectoratu Honorifice Functus,
¡.■A Illmi,. Duobus Mauriciis ,
Principi Auriaco ,
E t Lantgravio Hassiae,
Ob Artium quas Amabant
Prcestantiam Carus ,
Tandem Leydae Anno JEtatis suae
Sexagesimo Sexto II. Mart.
Deo et Naturae concessit.
Hoc Patriae Loco,
Ubi Corpus humari Ipse voluit,
Monumentum quod Patri decreverat
Fit. WILLEERORDUS
Patemae Virtutis Heeres atque Decus,
Ejusdem Filius IluDoipnus
Avo Ponendum Curavit.
(Luidende in het Nederduitsch aldus : Ter vroomc nagedachtenis van
den zeer doorluchtigen Heer Rudolphius Snellius van R o te n , geboren
uit een patricisch geslacbt van Ou d ew a te r, die in het jaar 1347,
den 3 October, een gedeelte zijner jeogd te Marpurg, in Hessen, aan
bei onderwijzen der talcn en kunsten met lof besteed hebbende , ea
bet overige van zijnen leeftijd op de hoogeschool te Leyden, als Hoog-
leeraar der Wiskunde en Hebreeuwscbe talen , met vlijt, trouw en alge-
meen nul heeft doorgebragt. Twee malen het recloraat met roem bekleed
hebbende, en bemind bij twee doorluchtige M au ru sen , den Prins van
Oranje cn den Landgraaf van Hessen, om zijne uitmuntende kennis
in de wetenschappen , die hnn vermaak waren, beeft bij eindelijk te
Leydeii, in den ouderdom van 66 jaren, op den 11 Maart, aan God
en de Natuur den toi betaald. Op deze plaats van zijn Vaderland ,
alwaar de overledene wilde begraven zijn, is het gedenkteeken, betwelk
zijn zoon W illie ro rd u s S n e lliu s , erfgenaam van ’svaders deugden
en roem , voor zijnen vader had beschikt, door diens zoon Rudolphos
Snellius voor zijnen grootvader opgerigt). Daaronder Staat een Hollandsch
grafschrill, betwelk aldus luidt: Hier ligt begraven Rudolprus Sn e lliu s j
in leven Professor Matheseos in de universiteit te Leyden, sterft 2 Maart
1613. Men vindt er nog meergraven van aanzienlijke personen. Deze kerk
beeft eenen Sterken Vierkanten toren , aan de eene zijner bovenzijden wat
lager dan aan de andere. Op de sebuine kap staan twee kruissen.
Aan de öostzijde van deze kap is een uitslek , waarin de klokken van
het slag- en speelwerk bangen; doch de gewone lniklokken hangen in
den toren. Uit oude afbeeldingen schijnt het, dat op dezen toren
weleer eene spits of lantaarn gestaan heeft.
Vroeger had men hier ook eene Remon s tr a nt s ch e kerk.
De Rooms ch-Kathol i j ke kerk, in de Kapels traut, aan den
H. Aartsengel Michael toegewijd, is een inwendig net gebouw , dat in
het jaar 1803 gebouwd "is, zijnde van een orgel voorzien , maar zonder
toren.
De Ro o msch-Kathol i jke kerk van de Oude Cl erezi j ,
M'! in de Lceuwenstraat, is een gebouw, zonder toren doch van een orgel
voorzien.
Voorheen had men te Oudewater onderscheidene geestelijke gcstich-
ten , als: een lluis der Ridders van St. Jan in 1323 tot stand
gebragt , doch, even als de kloosters , op hetlaatstder zestieude eeuw
te niet gegaan ; een kloos t er van Nonnen van den derden
regel des H. Franciscus, aan S t . U rsu la toegewijd , in de Kapelstraat,
welks kerkje, dat, yergroot en tot stadsschool is ingerigt, tevens dient
tot vergaderplaats der Armbezorgers, die er wekelijks de noodrge lief-
degiften en des winters turf aan de beboeftigen uitdeelen ; het S t. L ij s-
bef s-klooster ; het Ce 11 ebroeders - klooster , welks bewoners
zieh met het begraven van lijken bezig hielden ; bet Cel 1 ez u s t e r s -
kloos ter, waarvan de bewoneressen de zieken verpleegden en oppasten.
Het Weeshui s Staat in de Klbosterstraat. Boven de poort , ziet
men eenige weeskinderen op eenen steen uitgehouwen , met deze woor-
den : Bedenkt de arme Weesen, 1613. In eene zaal bangt, behalve
eenige portreiten van donateurs, eene groote scbilderij , verbeeldende
een gastmaal, in welke de toenmalige Binnenvader en —moeder, met
de weeskinderen, zijn uitgescbilderd geworden, verzeld van bet vol-
gende versje:
De Weesen deser stad in haere jonge Jaeren,
Ontbloot van ouders gunst, opvoediug en bewaeren,
Genieten in dit Huris L y f en Ziels onderhout,
Dies syri sy schuldig, God te danken menigfout.
Welk sluk, volgens het opschriftis gescbilderd door H. van Ohme, 1631.
In deze zaal is thans de Dockcrij van het Departement der Maatschappir;
VIII. D e e l . 43