te komen, bdastte de Prins van Oranjh den Kolonel S tokynb om aan
de N iebwerslbis post te vatten. Deze begaf zieh , in de inaand Mei
met zestien bonderd Soldaten en duizend boeren derwaarts : men stak
terstond de spa'de in den grond,. en binnen weinige dagen was er eenö
tamelijk weerbare schans opgeworpen, die onmiddellijk met gcschut voor-
zien en van rondom , door uitleggers in de Vecht, met geschut en
volk zoodanig versterbt werd, dat de Franschcn , vervolgens tot Breu-
kelen genaderd, niels op deze sterktc durfden ondernemen. Deze schans
was gedeeltelijk aan de west-, gedeeltelijk aan de oostzijde van de
Yecht, en dus zoowel op den Utrechtschen als op den Hollandschen
bodem , die hier ter plaatse door den stroom gescheiden worden, opgeworpen
, doch zonder voorkennis en toestemming van de Staten van
Utrecht en zonder eenige vergoeding te doen aan de eigenaars , die
uit dien hoofde hunne huizen of landen badden moeten missen. Men had
er ook eene kerk gestiebt en eenen Predikant beroepen , die echter na
zijne dood niet vervangen werd. Het Stichtsch gedeelte werd ook onder
de Souvereiniteit van Holland getrokken, en de lasten aan die provincie
betaald. In dezen toestand bleven de zaken tot in het jaar 1688 wan-
neer de sterkte gesiecht, den eigenaren hunne gronden teruggegeven ,
en de lasten wederom aan de provincie Utrecht betaald werden. Bij
de overgifte verklaarde de Staten van Utrecht te ztillen toelaten dat
in de plaats aan de N iebwebslbis', wanneer de nood het, naar de gedachten
van de Staten van Holland, vereischen zoude , zonder‘uitstel
een of meer forten gelegd werden , daar het noodig en dienstig was.
Doch dit gebeurde niet voor het jaar 174b , wanneer men in Holland",
uit voorzorg, wegens den inval der Franschen in de Oostenrijksche
Nederlanden, oordeelde, dat de tijdsomslandigheden de versterking
van dezen post vorderden. Er werd diensvolgens door de Gemagtigden
van de wederzijdsche provincien , eene overeenkomst gesloten, waarbij
aan de Staten van Holland toegestaan werd , dat zij het gesiechte fort
van de N iebwerslbis , aan de westzijde van de Vecht, even als aan de
oostzijde reeds geschied was, wederom zouden mögen opmaken en in
Staat van verwering stellen, doch de souvereiniteit en het territoriaal
regt over den grond van het fort zon aan de Staten van Utrecht blij-
ven ; gelijk ook door die provincie zouden worden geheven alle schat-
tmgen in de gemeene landsmiddelen van den bodem, die het fort
beslaan zou , en van de huizen en ingezetenen, daar binnen begre-
pen. Aan de eigenaars van de iandenjen , die door het leggen van
het fort vergraven , en van de huizen , die uit dien hoofde gesiecht
of beschadigd mogten worden , zou behoorlijke vergoeding , volgens
de schatting daarvan gedaan , en de provincie Utrecht schadeloos ge-
steld worden, wegens het nadeel, dat deze daardoor aan bare in-
komsten lijden mögt j de doortogt längs den weg en de vaart zou vrij
en onbelemmerd moeten blijven, en alles , zoo als het toen was, met
betrekking tot de oefening van den regtsdwang , zonder dat de Staten
van Holland daardoor meer regt op de provincie Utrecht verkregen
en eindelijk wanneer de Staten van Holland , ten eenigen tijd , eenig
volk van oorlog in het fort zouden willen leggen , zou de Bevel’hebber
verpligt zijn , die van Utrecht te zweren , om geene ongeregeldheden in
hunne provincie te plegen; zonder hunne bewilliging niet over den
Stichtschen bodem te trekken, en zieh te onderwerpen aan al hunne
polilieke bevelcn , en die in het fort ten uitvoer te zullen doen'beengen.
Deze overeenkomst werd in het begin van 1746, door de Staten van
Holland, bekrachtigd , en ingevolge van dien de nieuwe sebans gelegd.
Deze vesting werd in het jaar 1787, b$ het inrukken van Ae Pruis-
sen in Holland , na eene korle verdediging, door de troepen van die
natie bezet. — In het jaar 1796 werd zij , na eene opeisebing van den
Generaal D aendels , door den Kommandant verlaten.
NIEUWERSLUIS (DE VAART-VAN-), vaart in het Nederkwartier
der prov. Utrecht. Zie A ngstel (R egte).
NIEUWE-SCHANS, gem. in Westerwolde, prov. Groningen, arr.
en kant. Winschoten (2 k. d., 11 m. k., 3 s. d.); palende N. aan de gem.
Beerta, 0 . aan het koningrijk Hannover, Z. aan Hannover en de gem.
Bellingcwolde , W. aan Bellingewolde en Beerta.
Deze gem. bevat het fort Ni e uwe - s c h a n s , benevens de geh.
Oudezijl en Hamdi jk, onder welke laatste de Boonerschans
mede begrepen is. Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte
van 773 bund. 36 v. r. 34 v. eil., waaronder 737 bund. 69 v. r.
23 v. eil. belastbaar land. Men telt er 123 h., bewoond door
200 huisgez., uitmakende eene bevolking van 980 inw., die voor het
grootste gedeelte in burgerlijke bedrijven en voor het kleinste gedeelte
in den landbouw hun bestaan vinden.
De binnenlanden , die aan de zuidzijde van de Hamdijk liggen , en
hoezeer grootendeels tot de gem. Bellingewolde behoorende , ten deele
bezeten en gebruikt worden door de ingezetenen van den Hamdijk ,
stonden voorheen in den winter en .vcelal ook des zomers, onder water
, daar de Bellingerwolder-zijl door de aanslijking grootendeels on-
bruikbaar geworden was. In 1829 zijn er vier groote watermolens
gebouwd , die het water in de Aa en ten deele ook längs het Oude-
kanaal zouden afvoeren. Dit laatste raakte echter meer en meer ver-
stopt en er bleef geene andere uitwatering over dan op de Aa. Doch
daar men hieraan in buitengewoon natte jaren niet genoeg had, is ook
de zijl hcrsteld ; tot hiertoe echter nog zonder vrucht , daar men in
plaats van de oude , eene moe of afwalering buitenzijls moet graven
door de aanslijking der stad Groningen , en er met deze nog geene
overeenkomst is getroffen. In gewone jaren kan men echter met de
molens en de Aa de binnenlanden behoorlijk droog houden. In de
binnenlanden zit de klei van 2 palm. tot 2 eil. diep, op den uiterdijk
echter veel dieper.
De Herv., die er ruim 900 in getal zijn, maken grootendeels de
gem. Nieuwe-schans uit en behooren, voor zoo veel de Hamdi jk betreff
, tot de kerk. gem. Bellingewolde. — De • 10 Doopsgez., die men
er aantreft, behooren tot de gem. van Becrta-Midwolde-en-Mieden. —
De 10 R. K., die er wonen, worden tot de stat. van Winschoten gere-
kend. — De 40 Isr., die men er telt, hebben hier eene bijkerk , lett,
A , staande onder het synagogaal ressort van Groningen. — Men
heeft in deze gem. slechts eene school, in de Ni euwe - s ch a n s ,
welke gemiddeld door een getal van 80 leerlingen bezocht wordt.
Eene andere school op den Hamdijk is onlangs gesloopt.
llet fort Niebwe-scrass ügt 2£ u. 0. N. 0 . van Winschoten, aan de
Moersloot, op de grenzen van Hannover. Zij wordt ook de Lange-Akker-
schans geooemd , omdat zij aangelegd is op het noordeinde van den
zoogenaamden Langen-akker, en draagt dien van Niebwe schans, omdat
zij later dan de Bellingewolder- of de Oudc-schans gestiebt is. De
naam Hodwinga-hah , welken men haar had toegedacht, heeft zij
echter nimmer gedragen. De reden waarom zij aangelegd i s , was ,
dat door de dagelijksche aanslijking van land, en na de indijking van
het Bonder-Nieuwland, in 1663 de Bellingewolder-SGhans geoordecld