OOS.
OOSTERHOUT, buit. in Kennemerland, prov. IVoord-Holland, arr.,
fcant. en 5 min. Z. van Haarlem, gem. en 45 min. ten N. van Heemstede,
aan het Spaarne, 0 . van den Hout, waarvan het zijnen naam ontleent.
Deze buit., beslaande eene oppervlakte van 4 bund. 48 v. r. 95 v. eil.,
wordt thans in eigendom bezetcn door den Heer Mabccs B roer Mab-
ceilusz , woonachtig te Amsterdam.
OOSTERHOUT (BURG-VAN-) o f K a s t b e e - v a r -O o s t e r h o d t , v o o rm .
k ä s t , in de b a r . v a n Breda, p r o v . JYoord-Braband. Zie S t r i j e n (het
H eis- te- ) .
OOSTERHOUT (HUIS-TE-) of Kastebl- vab-Oosterhoet , voorm. adell.
h. in de Ouer-Betuwe, prov. Gelderland, distr., arr. en \ u. W. tenN,
van Nijmegen , kant. en u. Z. ten W. van Eist, gem. en 1 u. Z, van
Valburg, nabij Oosterhout, waartoe bet beboort.
Dit huis werd door den watervloed van 23 Januarlj 1820 geheel
vermeid, daar bet slechts weinig roeden afstands van de bovenste
doorbraak des Waaldijks gelegen was, stroomden water en ijsschotssen,
reeds omstreeks vijf uren in den middag van den 23 Januarij , met
zulk een geweld naar binnen , dat een groot gedeelte van het huis,
met acht vertrckken , geheel bezweek en instortte. Van dit onde kasteel
is slechts nog een steen overig, in den muur van een bakbuis in de
nabijheid. Deze steen is met prächtig beeidwerk versierd, terwijl men
daarop in eenen bloemkrans gebeiteld ziet:
R ie b sabs D i e v .
(d.i. Niets zonder God.)
OOSTERHOUT (KLEIN-) of d e V oorheide , geh. in de bar.,van Breda,
prov. Noord-Braband, Vierde distr., arr. en 2 u. N. ten 0 . van Breda,
kant., gem. en 1¿ u. Z. 0 . van Oosterhout. Het wordt alleen door
behoeftige en zeer ongunstig bekende lieden bewoond.
OOSTERHOUT (DE LAGE-LANDEN-YAN-), pold. in de bar. van Breda,
prov. Noord-Braband, arr. Breda, kant. engem. Oosterhout /palende
N. aan deGroene-Bedden , 0 . aan de haven van Oosterhout, Z. aan den
Herspeis- of Mostaard-polder, W. aan de Kwelderdammen of den
Steelho vensche-dij k.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
88 bund. 75 v. r. 40 v. eil., en heeft negen honten duikers, allen voor-
zien van eene klep, zijnde, van het zuideinde af gerekend, respectively!,
wljd 3 palm. 7 duim.; 2 palm. 4 duim.; 4 palm.; 4 palm. 8duim.;
3 palm.; 3 palm. 2 duim ; 2 palm. 2 duim. en 2 palm. 4 duim.,
doör welke negen duikers hij op de haven van Oosterhout en verder op
de Donge van het overtollige water ontlast wordt. Het zomerpeil is
5 palm, boven A. P. De hoogte der dijken is 1 ell. 8 palm, boven
A. P. De landen van dezen polder klimmen mede van het Westen
naar het Oosten, zoodanig dat zij längs de haven van Oosterhout slechts
voor een gedeelte met eene kade hebben bchoeven te worden voorzien.
Op de scheidingen , tusschen dezen polder en de Groene-Bedden
en den H e r s p e l s - p o l d e r , bestaan geene kaden. Hij wordt be-
stnurd door de Eigengeerfden.
OOSTERHOUT (HET NOORD-POLDERTJE-VAN-), van ouds ge-
naamd K la a s -M e e z e r -p ow e r t j e , pold. in de bar. van Breda, prov.
Noord-Braband, Vierde distr., arr. Breda, kant. engem .Oosterhout;
palende N. aan den Lage-Omloop, 0. aan h e t R e g te n d ijk s c h e -g a t,
Z. aan den Republiek-polder , W. aan den Slik-polder.
Deze p o ld . b e s la a t , v o lg e n s h e t k a d a s t e r , e en e Oppervlakte van
8 bund. 42 v. r. 10 v. e l l . j cu h e e f t e en en lio u tc n d u ik e r , aan ats
nnstzHde wijd 6 palm. 3 duim., voorzten van eene klep en «cbuif,
waardoor' h ljo p het Regterdijksche-gat, en vervolgens op de Donge,
van het overtollige water ontlast wordt. Het zomerpoil is 2 palm.
b o v e n A. P DeShoogte der dijken is 1 eil. 1 palm. 5 du,m. boven
A P. Hii wordt bestuurd door de Eigcngeertden.
Aan de oostzijde van dit poldertje, over het Regterdyksche-gat,
loopt de groote weg der eerste klasse, no. 3 , van Gormcbem naar Breda,
83 CMD ST E RHO ÜT"* (0 0 ST-POL DE R-Y AN - ) , pold. in de bar. von Breda,
prov. Noord-Braband, arr. Breda, kant. en gem. Oosier/wut; palende
& aan het Gooikens-gat en den Slik-polder 0. aan den Slik-pol-
der en den Republiek-polder, Z. aan den Zanddyk en aan den Bovenste
weg, W. aan de haven van Oosterhout.
Deze pold., welke geheel aan het Dome.n behoort beslaat vojgens
het kadaster, eene oppervlakte van 134 bund. 82 v. r. 6 .
1 heeft eene steenen sluis, wijd 1 eil. 5 palm., voorzten van eene
driifdeur en schuif, dragende tot jaarmerk 1749, waardoor hy op het
Gomkens-gat, en vervolgens op de Donge, van het overtollige water
ontlast wordt. Hij ontvangt ook veel water van j f a jM t g g H U B f e
der Oosterhout en watert, voor zoo verre hij ten Oosten van
schers-gat gelegen i s , gecombineerd met den Sl ik-polder, door de
sluisvan deze laatste, uit. Het zomerpeil is 1 palm. beneden A. P.
De hoogte der dijken is 1 eil. 9 palm. boven A. P. Het bestuur^ be-
rust bij den Administrateur der domeingoederen van L. K.. U. frins
F rederik der Nederlanden, woonachtig te Oosterhout.
Aan de zuidzijde van dezen polder vindt men de bouwvallen van
heOOSTERHOUTn ’(WEST-POLDER-VAN-), pold. in de bar. van
Breda, prov. Noord-Braband, Vierde: distr., a rr. Breda, “
gem. Oosterhout; palende N. aan den Herssels-polder, O. aan de haven
van Oosterhout, Z. aan de sectie Vraggelen, aan het bovenemde
der haven van Oosterhout en aan de Houtsche-steeg, W . aan de Achterslraat
en de Roemerstraat.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster e e n e oppervlakte van
547 bund. 94 v. r. 80 v. eil., waaronder 273 bund. 84 v. r. 4 v. eil.
schotbaar land, en h e e f t twee steenen sluizen aan de' haven van
Oosterhout, de bovenste Sassluis genaamd, wijd 1 eil. 6 palm. o dmm.
en voorzien van eene drijfdeur en schuif, dragende het jaartal 1777 ,
de benedenste wijd 1 eil. 7 palm. 5 duim., voorzien van eene dryf-
deur en schuif, voert het jaarmerk 1750, door middel van welke
sluizen hij op de haven van Oosterhout, en verder op de Donge , van
het overtollige water ontlast wordt. Het zomerpe.1 » 1 palm beneden
A. P. De hoogte der dijken is 1 eil. 1 palm. tot 2 eil. 1 palm.
boven A. P. Hy wordt bestuurd door dne Gezworenen en eenen
PeOOSTERHOUT-EN-DORST, kerk. gem., prov. Noord-Braband,
klass. van Breda, ring van Geertruidenberg. .
Men heeft er eene kerk, te Oo s t e rhou t , en teil er 240 zielen ,
onder welke 110 Ledematen. De eerste, die m deze gem. het leer-
aarambt heeft waargenomen, is gewecst Adriaab de Kaad, aldaar öe-
roepen in 1613, overleden in 1620. Onder de later hier gestaan
hebbende Predikanten, verdient melding de geleerde en door zyne
Schriften vermaarde Abraham van Bemmelen , die in het Ja®r # -
Loosduinen derwaarts kwam, en in het jaar 1842 overleden ,s. Het
beroep is eenp koninklijke collatie.