palende N. aan de gem. Grgpskerk, 0 . aan de trekvaart van Groningen
naar Stroobos, die haar van de gem. Zuidborn scheidt, Z. aan
de gem. de Leek, W. aan Grootegast.
Deze gem. bevat bet d. Nieke rk, benevens de voorm. d., thans
geh., Oldekerk en Fa an, voorts nog de geh. bet Oosterzand
E e k e r b u r e n , Cuzemer en Cuzemerbalk. Zij telt 172 h ’
bewoond door 186 huisgez., uitmakende eene bevolking van 1080 inw.'
die meest bun bestaan vmden in den landbouw.
Niekerk en het Westerzand o f Oldekerk liggen op eenen zandrug
welke in 1828, toen de hoogte gemeten werd, 8 eilen boven het
waterpas van het trekdiep naar Groningen lag. Soortgelijke zand-
hoogte maakt ook den grond van Cuzemer ui t , zrjnde die grond t«r
wedcrzijden en tusschen beide laag, met russchen begroeid en de landen
veelal van geringe waarde. Grootendeels bestaat de bodem op de
hooge gronden uit vruehtbaar zand ; in de läge landen vindt men
onder den bovengrond potklei, roodoorn, derrie en ook klien , en op
sommige plaatsen vele , zelfs zwarc , boomstammen. De dijkstreek
naar den kant van Enumatil, bestaat uit klei.
De inw., die er allen Herv. zijn, onder welke 98 Ledematen , ma-
ken de gem. van Niekerk~Oldekerk-en-Faan uit.
Het voorm. d. Oldekerk, thans geb., ligt 5 u. W. van Groningen,
1J u. Z. W. van Zuidhorn, 20 min. W. van Niekerk. Daartoe be-
hooren de geh. Oos terzand, Eekerburen, Cuzemer en Cuzeme
rbalk, welke, na de Reductie der prov. Groningen, eene afzon-
derlijke kerkelijke gemeente uitgemaakt hebben, in welke zieh destijds
jemand in de dienst faad ingedrongen. Maar de Synode heeft in 1897
goedgevonden , bij ’s Lands hooge magten te verzoeken , dat hij daar
uitgezet mögt worden. Sedert dien tijd heeft J ohannes E ling, een ond
man, er het werk der bediening waargenomen , tot dat hij, in 1623,
einen Ins is geworden, waarna deze gem. met Ni e k e r k en Faan
is vereemgd. Ten N. van den rijweg, welke van Niekerk naar Sebaldeburen
loopt, ziet men nog de begraafplaats van het dorp, een
kleine groene heuvel, waarop een overdekte galg en klok. Voör 1623
stond hier eene kerk, doch thans vondt men er slechts' eene kleine
boerenwoning.
\ o o rm a a ls behoorde Niezijl onder het kerspel van Oldekerk, Im-
rners er bestond een Oldeke rk-boven en Olde ke rk-bened en,.
even als ten aanzien van Sebaldeburen plaats had.
Men heeft in deze gem. geen scliool, doch de kinderen genieten on-
derwijs te Niekerk.
Het buurregtenhetzijlvest vielen, in ded. Oldeke rk, Niekerk,
en Faan, op dezelfde heerden. De Regler in burgerlijke en lijfstraf-
felijke zaken , droeger, even als in geheele Westerkwartier, den naam
van Grietman en het redgeregt dien van grietenij.
Men heeft hier het Rr i ld i ep , hetwelk bjj de Briltil in het Trekdiep
valt, den Ka t e r sha l s , het Lutke- en Oude -Kolone l s -
d i ep , thans dienende tot molensloten.
OLDEKLOOSTER, geh. in Fivelgo, prov. Groningen,'arr. en-5^ u.
N. van Appingedam, gem. en J u. Z. van Hierum, 10 min. W. van
Holwierda j met 5 h. en 30 inw.
Hier stond eertjjds de aanzienlljke abdij F e ldwe r d , doorgaans
Old ek lo o s t e r genoemd, van de orde van St. B e n e d ic to s , in 1183
door den Abt Hathebrandus gesticht, die hier in 1198 als Klooster-
voogd overleed, waarna hg gebalsemd en met eene graftombe vereerd
•d • doch in 1620 voerde men diens beenderen a|s heilige reliquien
j e gt Salvadors-kloosterkerk te Antwerpen, alwaar zlj, op
St Hathebrand (30 Julij) van elk jaar, bijzonder vereerd werden. Van
i eezepde abdij ontleent dit geh. zijnen naam. Op het emde der zestiende
l Uw werd dit klooster geheel gesloopt. Daarvan is hier nog als be-
wonderenswaardig overgebleven eene oude put of ronde opgemetseldo
bron van ruim 2 eil. 6 palm, in doorsnede. Deze put vormt eene
kleine waterkom van ruim 3 eil. 8 palm, in doorsnede, op het hoog-
ste punt van eene terp, en geeft steeds kostelijk water op, zoodanig
dat wanneer in den geheelen omtrek de slooten uitgedroogd zijn,
het’water in dien put ten minsten wel 18 of 20 palm, boven het
maaiveld en derhalve omstreeks 35 palm, boven den bodem der uit-
p-edroogde slooten Staat. Men ziet hier thans twee aanzienlijke boeren-
plaatsen, van vruchtbare kleilandeu en uitmuntende weiden omgeven.
OLDEKLOOSTER, geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Wonseradeel, arr. en 1|1 u. N. van Sneek, kant. en 1 u. 0 . ten
N. van Boisward, £ u. 0 . van Hartwerd, waartoe het behoort; metbh.
en 20 inw. .
Dit geh. ontleent zijnen naam van de, alhier vroeger gestaan neb-
bende, abdij Oldeklooster , oudtijds ook B loemkamp genaamd , welke
in het jaar 1191 gesticht was, en in het volgende jaar door B oudewijä
van Holland, den negen en twintigsten Bisschop van Utrecht, op St.
Bonifaciusdag, werd ingewijd. De stichters waren, behalve eenige Ka-
nunniken van Klaarkamp, vooral drie broeders , woonachtig te Wömmels,
welke hunne aanzienlijke en meest bij Hartwerd gelegene landerijen,
tot' dit godsdienstig gebruik afzonderden. Deze broeders heetten
Tethardds, Herdradcs en S vboldus, van welke de beide eerste Priesters
en de laatste een Leek was. T etbardds werd tot eersten Abt
van dit nieuwe klooster, waaraan men den naam van Bl o emk amp
gaf, aangesteld, door Gerbrandus , Abt van Klaarkamp, met goedvin-
den en op magtiging van den Bisschop van Utrecht. Deze nam ^ het
klooster onder zijne bescherming, • prees zeer den godsdienstigen ijver
der drie broeders , en beschonk hun klooster met vele voorregten. Onder
de besturing van den eersten Abt, en door de getrouwe medewer-
king zijns broeders H erdradüs , die Prior of Onder-Abt was, nam^ het
klooster aanmerkelijk toe in aanzien en in getal van Monniken , die de
Gisterienser orde aannamen , zoodat T ethardds, bij zijn overlijdenin
1200, reeds een aaDzienlijk klooster naliet, waarvan de tweede Abt W ig-
bakdus was. Deze Abt stond mede zeer in de gunst van T heodoricbs van
Are, den twee en dertigsten Bisschop, ten blijke waarvan het klo.oster
Diet het regt van palroonaat der kerk van Scharnegoutum begiftigd
werd, welk regt tot dien tijd aan de Utrechtsche Kerkvoogden had
behoord. Alleen moest Bloemkamp , wegens de overdragt van het ge-
melde jus patronatus, de oude jaarlijksche schatting aan den Bisschop
blijvcn betalen, bestaande in 8 onsen Ezeker mnnt. Voorts
schonk de Bisschop nog aan B loemkamp , eene aanzienlijke hoeveelheid
lands, ontstaan door de toen reeds aanmerkelijke aanslijking der Mid-
delzee. De Abt deed met deze nieuwe aanwinst zijn voordeel, liet de
nieuwe landen door de kloosterlingen bedijken en ontginnen , waardoor
met der tijd de inkomsten en bezittingen des kloosters aanzienlijk
vermeerderd werden. J ohan van A rkel , de zeven en veertigste Bisschop
van Utrecht, bevestigde in 1337 dezen giftbrief van zijnen voor-
zaat. B loemkamp (Oldeklooster) verkreeg kort hierna nog meer landerijen,
De aanslijking der Middelzee gaf aan vele daaraan gelegene