In 1j 14 werd het kasteel te O t e r d u m door de Saksen ingenomen
doch kort daarna weder door hen ver laten. Na den afval van den
v a n R e n n e n s e r g , in 1 3 8 0 , was het met Spaansch krijgsvolk be-
zet. Doch in 1383 hebben de Staatsgezinden, onder aanvoering van
den Heer v a n N i j e n o o r t , W i g b o l d v a n E w s u m en A z i n g a E n t e n s , deze
schans heroverd, zijnde niet lang daarna de eerstgenoemde er gestor-
ven en hegraven. In 1384 kwam de vijand wederom voor deze ves-
tmg , doch de belegerden, door Staatsche oorlogschepen bijgestaan
verdedigden zieh d a p p e r, to t d a t de belegeraars door atorra en onwe-
der gedrongen waren het heleg op te breken. Toen was O t e r d u m groo-
te r en aanzienlijker dan th a n s , zijnde het door watervloeden en ver-
woeslingen in den oorlog aanmerkelijk verminderd.
OTERDUMMER-ZIJLVEST, zljlvestenij in Fivelgo, prov. Groningen.
Uit zijlvest heeft geen aanzienlijken omvang , want e r behooren alleen
toe de landen van L a l l e w e e r , B o r g sw e e r , Ot e r d um en He-
VeSpieS' r^°en T e r*"un‘er-*Ül wefd gelegd scheidden zieh Groot-
en Klein-Termunten, Grijze-Monneken , Lesterhuis en Woldendorp
er van af. In 1399 werden 3077 grazen (1338 bund. 3 v. r. 38 v. eil.)
oender Oterdummer-bulvest schatpligtig verklaard; in 1601 brapt men,
grazen (1616 bund. 47 v. r. 90 v. e il.), en in 1643 tot
3300 grazen (1748 bund. 63- v. r. 30 v. eil.)., waarvan echter lBOgra-
^und. 92 v. r. 93 v. e il.) voor de Zijlregters werden afgetrokken.
Bij Mjenhuis vereenigen zieh eenige togtslooten voor bet Zijldiep. Tij-
dens de gemelde afscheiding lag de sluis aan de oostzijde van het dorp
O te rd um , doch toen besloot inen die aan de westzijde te leggen •
thans ligt zij wederom als in het d o rp , maar ten Oosten. Er bestaat
nog in handsehrift een oud zijlvester-reglement, reeds ontworpen ten
tijde van Hajo en Boele Ripperda, en een, dijkregt van 1 3 3 4 , door
den Comraandeur van Oosterwierum en de Eigenerfden van Oterdum
gemaakt. Van Delfzijl tot aan den Dollart, achter Reide, is de dijk
eertijds ingelegd , ja , naar sommige geteekende oude kaarten , zeifs
zneernialen. Er plagt zooveel uiterland tussehen O t e r d u m en De l f z
i j l te zijn , dat weleer het gewone pad tussehen deze plaatsen daar
over liep ; zoo luidt althans het getuigenis van oude lieden , die dit
dikwijls hadden booren verbalen. De dijksputten of uitgegravene landen
längs den dijk en längs den slaperdijk bij Oterdum dragen over-
vloedige bewijzen van de in deze streken door bet water aangerigte
verwoestingen. 0
In het ja a r 1384 werd e r , betrekkelijk d it zijlvest, een ontwerp
voorgcslagen, door A b e r E r p e n s van E q u e rt, onder W ird um , die des-
tijds hartelijk deel nam in de verdediging van O t e r d u h door den dap-
peren Ridder W i g b o l d van E w s o m , en vervolgens in die herstelling der
dijken in den Oosterhorn. Daar bij zelf vele läge lande» over de Bel(t
in de Wirdummer-meeden had liggen , die hij ook zelf gebruikte , zoo-
kende hij bij ondervinding den bitteren overlasten de schade, welke
hij beschrijft ais dooi het water veroorzaakt. Toen nog stroomden de-
hooge landen , onder het zijlvest der; drie Delfzijlen, met de eerste
ebbe a f , en bij de na-ebbe mogten eerst de acht binnenzijlen voor de
läge landen, aan de zuidzijde van de Deliy, worden opengezet. Genoemde
Gedeputeerde had te regt opgemerkt, d a t alle de landen , besloten tus-
schen den ouden dijk längs de Delty of h e t Damster-diep , en den hoogen
zan d ru g , der Woldstreek van Noorder-hoogebrug tot Appingedam , en
vervolgens buiten Opwierde , Amsweer, Farmsum, Geefsweer, Wei-
werd , Heveskcs cn bet klooster om , tot aan O t e r d o j s to e , dcrrieachtig
«n van even gelijke laagte waren , en dat zij min of meer eenige
voeten la p e r, dan de kleilanden lagen, zoodat op den kleigrond in
den Oosterhorn de bodem der slooten met deze läge landen waterpas
hield. Bien mag hier thans nog eene andere grenslijn bijvoegen, na-
meliik den trekweg of puinweg van Groningen naar h e t Hoogezand,
die als een di jk, tussehen läge landen doorloopt, en aan de regier
hand heeft de läge landen , aan den oostkant van den Bisschopsrug,
behoorende to t Haren, Noordlaren, Zuidlaren , Kropswolde enz.; landen
welke thans verschrikkelijk door het water moeten lijden. A b e l
E p p e n s wilde de läge landen , welke onder de drie Deltzijlen behoor-
den van de hoogere kleilanden in het stuk der uitwatermg scheiden
en een kanaal graven , tevens geschikt voor den handel op Gronin-
pen, en beginnende bij Noorder-hoogebrug. Voorts wilde hij , d a t alle deze
genoemde landerijen zouden afwateren, hetzij te O t e b d u m door eene of
door twee sluizen, hetzij door de sluis van Farmsum. Vöor hem had R e n -
g e r s v a n H e l l o m reeds soortgelijken voorslag gedaan, om namelijk het
overtollige water der Scharmster- en Slochter-zijlvesten , wat de läge landen
b e tro f, door twee sluisen bij O t e r d u m te doen loozfen en de Delt
over te laten aan het Dorpster-zijlvest. Als men in aanmerking n e em t,
hoe onnatuurlijk de tegenwoordige inrigting van h e t zijlvest der d n e
Delfziilen i s : hoe bitter de Hoogelandsters klagen , en welke hoog-
gaande klagten de bezilters en landgebruikers der läge landen in de
Woldstreek gedurig aanheffen , dan zonde men hartelijk en in het we-
derziidsch belang kunnen wensehen, d a t de Oterdummer- en l'a rsum-
mer-ziilvesten met de drie Delfzijlen onder een hoofdbestuur werden
vereenigd en d a t de genoemde läge lan d en , die onderscbeidene oude
meren en »andere uitstekende middelen to t hunne waterlozing bezit-
ten van b e t hooge land werden gescheiden en eene aizonderlijke ai-
watering crlangden, hetzij te O t e r d u m , hetzij te Fa rm sum, waardoor
insgelijks groot voordeel en gemak aan de Hoogelandsters zoude worden
aangebragt. __ . . . .--i •
OTERLEEK, gem. in h e tb a lj. van de Nieuwburgen, in de bedijkmg
van den Heer-Hugowaard, prov. Noord-Holland, arr. en kaut. A lk maar
(4 k. d ., 20 m. k ., 4 s. d. ); palende W ., N. en 0 . aan den
Heer-Hugowaard, Z. aan den pold. de Schermeer.
Deze gem. bestaat uit den pold. van O t e r l e e k en een gedeelte
van de S c h e rm e e r , en bevat het dorp O t e r l e e k , benevens eenige
van elkander verwijderd liggende huizen. Zij beslaat eene oppervlakte
van 1409 bund. 39 v. r. 41 v. e il., waaronder 1401 bund. 23 v. r .
63 v. e il., belastbaar land. Men te lt er 96 huizen , bewoond door
116 huisgez., uitmakende eene bevolking van 360 inw», die meest hun
bestaan vinden door het boerenbedrijf en in de melkepi). De grond
is in het dorp meest moerassig, waarover men des winters planken
le g t, om dien te kunnen begaan. Men heeft er eenen korenmolen ,
staande op Schermeers grond. M
De Herv., die er 410 in getal zijn , behooren gedeeltelijk to t de gem.
van Oudorp-en-Olerleek , welke combinatie reeds sedert het ja a r lb ü ö
bestaat, en in deze burgerl. gern. eene kerk h e e ft, en gedeeltelijk
tot de pem, Bedijkte-Schermeer , van welke de kerk mede onufir deze
burgerlijke gem. Staat. — De R. K., die men er 130 a a n tre ft, worden
to t de sta t. van Oudorp gerekend. — Men heeft m de gem.
O t e r l e e k twee scholen, als eene in het d. Ot e r l e e k en eene in de
B e d i j k t e - S c h e rm e e r , welke gezamenlijk gemiddeld door een getal
van 120 to t 130 leerlingen bezocht wordt,