(d. i . : Wieeeb M ao rits, Graaf van Nassau, Ileer van Ouderkerh en
Woudenberg, Generaal in Nederlandsche dienst , Gouverneur van de
provincie Viaanderen , Bevelhebber van de kasteelen aan de Schelde
en van de stad en het kasteel van Sluis , Bevelhebber over de ruilerij
Lid van de Ridderschap , heeft bij zijn leven dit gedenkteeken voor
zieh en de zijnen doen o p rig ten , hetwelk hij echter, den 8 Junij
1783 overleden, onvoltooid naliet. Hendrik , Graaf van Nassau en
Granthain, Burggraaf van Boston, Staatsraad van Groot-Brittanje,
zijn treurende broeder, heeft het doen voltooijen).
Behalve met deze torabe was vroeger d it koor nog versierd in e t zeer
schoone wapenborden der familie van Nassau, waaronder d a t van den
Veldmaarschalk der Vereenigde Nederlanden , in het ja a r 1708 in het leger
te Rouselaere overleden , die Heer van Ouderkerk was. Oudtijds
hebben in deze kerk vele altaren. gestaan ook z ijn , bij de vernieu-
wing van het gebouw, onderscheidene steenen kisten uitgegraven van
eene roode kleur : op de hoeken waren kruissen geteekend. Nog heeft
men , bij de zelfde gelegenheid, verschillende voetstukken met geschrif-
ten van Roomsche beeiden gevonden ; alle deze slukken van oudbeid
bebben in de toen afgebroken consistoriekamer gestaan , en zijn
vervolgens in handen van onkundigen gekomen. Een der kaarskrooneu ,
waardoor het kerkruim onder de avondgodsdienst verlieht w o rd t, is
aan de kerk vereerd door eenen kleedermaker, gelijk die milde gever,
met eene sebaar in de hand, ook , in het koper aan de kroon afge-
beeld is. De kerk heeft eenen fraaijen en hoogen , achtkanten , spitsen
to re n , met slag- en uurwerk en nog eene zware klok, die zeer oud
is. De spits van dezen toren Staat op een vierkant , mel eenen bard-
steenen omgang en een boog torentje aan ieder der hoeken. Op de
klok van 1601 Staat gesebreven :
4®aria mpn name
«ÖSgn gijeitut üoor # o ö fteguame/
iEiißnöen roeg ii /
Ö0ÖEI1 o b E r iu i it.
IMijelmug ¡je J©nu/ me feeft / anno Domini
¿ a a c c c c c c s f .
De kerk van buiten , benevens de toren , is in het ja a r 1793 gebee!
vernieuwd , en de la a ts te , die zeer scheef stond , weder regt gezet ¡.
het geheele dak is er bij die vernieuwing nieuw opgelegd. Voorts is
zij voorzien van eene schoone , ruime kerkeraadskamer. Het kerkbof
is door eenen muur omgeven.
Het wapen bestaat u it een veld van zilver, met drie wassende halve
manen van sabel (zwart).
OUDERKERKSCHE-HOEP-POLDER, pold. in Amstelland, prov.
Noord-Holland. Zie Ronde-Hoepen-polder.
OUDERSCHIE , oude naam van bet d. Overscrie in Schieland, prov.
Zuid-Holland. Zie Overscrie.
OUDERSZORG, voorm. koffijplant. in Nederlands-Guiana, kol. Sn-
riname, aan de Beneden-Commewijne, te r linkerzijdc in het afvarenj
palende bovenwaarts aan de koffijplant. Spieringshoek , benedenwaarls
aan de koffijplant. V r i e n d s b e l e i d , waarmede zij nu.verbonden
i s , zoo dat zij thans deel uitmaakt van de koffijplant. Vriendsbeleid-
en-Ouderszorg. Alleen was zij 300 akk. groot.
OUDE-SCHANS , hoog opgetrokken h uis, inet witten gcvel, in den
Bommelertcaard, prov. Gelderland, a rr. T ie l, kant. Zalt-Bommel,
gem. Ueerenwaarden, in bet geh. St.-Andnes, tegenover bet fort Willem
of Nieuw-St.-Andries. , --
Ter plaatse , waar nu dit buis Staat , lag vroeger eene schans, Sin-t-
An dr i e s genoemd, welke in het ja a r 1599 aldaar werd opgeworpeu
doch nu gesiecht is.
OUDE-SCHANS, vroeger Beeaingewoeder-schans , d. in Westerwolde r
prov. Groningen, arr.', kant. en 1J u. 0 . ten Z. van JVinschoten,
gem. en \ u. N. W. van Bellingewolde.
Dit dorp beeft zijnen naam ontleend van een voormalig aldaar be-
'staan hehbend fort of ste rk te , welke aapgelegd was te r bescherming van
den Dollart en de deslijds aldaar op de Aa aanwezige zijl. De Bee-
zingewolder-schans werd later, ter onderscheiding van de Ni e uwe - of
Langeal t k e r - s c h a n s , de Qude-schans genoemd.
In het ja a r 1593, toen de Spaansche rnagt , onder het beleid van
Prins M a o rits , in Overijssel merkelijk gefnuikt, en ook hier en daar
in Groningerland verslagen werd, vond Wiei.eb Lo d ew ijk , Graaf vdn
Nassau , de zoon van Jo ran , Graaf van Nassau-Dillenburg, en neef
van Prins MADRiTS,-den post der Bellingewolder-zijl van dat belang
voor zijne ontwerpen , dat hij aldaar eene vesting aanlegde , te r ver-
zekering van de zijl , bet land van Wedde, het graafsebap Lingen en
Groningerland.- Zij lag ten Oosten van eene westwaartsche bogt van
de Westerwoldersche-Aa, welke stroom bij de Buldt , 20 min. verder
noordwaarts, in de Pekel-Aa valt.
Deze sterkte was onregelmatig aangelegd en bleef bij hären eersten
aanleg de zijl in zieh bevalten ; het grootste gedeelte daarvan lag op
den regteroever der Westerwolder-Aa , en bestond ten Z. 0 . uit twee
vrij regelmatige bastions en eene lu n e tte , en verder noordwaarts u it
een onregelmatig bastion en twree ravelijnen, zijnde dit alles door
natte grachten en eenen bedekteu weg, met glacis, omgeven , terwijl
op den linkeroever een ruim ravelijn lag, met eene natte gracht om-
ringd , die van eene contrescarp voorzien was.
Een voornaam oogmerk met het aanleggen van dit fort was , om
aan de Groningers de gemeenschap met Munsterland, door hetwelk de
Spaanschen den vrijen loop badden , a f te snijden , en om door d a t
middel deze stad des te gereeder te vermeesteran , zoo als id het vol-
gende ja a r , 1 5 9 4 , werkelijk geschiedde. Zij dieude vooral ook, om
in tijd van nood de landen daar rondom te doen ondervloeijen en
voor den vijand ontoegankelijk te maken, door behulp van de Bel-
lingewolderzijl, door welke bet water van de Westwoldinger-Aa kou
opgestopt, worden. De Spaansche Gouverneur Verdügo , de gewigtige
aangelegenheid dezer plaats gadeslaande , benevens het voordeel, dat
daaruit, ten aanzien van bet behoud van Groningen, zou ontstaan ,
trachtte daarom Graaf Wieeeh in de uitvoering van zijn ontwerp te
verhinderen , en verscheen met 2500 man te Vlagtwedde. Daar h ij
echter de Slaatsche troepen te slerk en te wel op hunne hoede vond ,
aebtte hij het raadzaain , weder af te trekken , waardoor de schans
hinnen körten tijd voltooid werd. Weihaast oefende echter de toene-
mende aanslijking van den Dollart hären invloed uit op de lotgevallen
derforteres. Daardoor toch werd , vooral na de indijking van het Bon-
der-Nieuwland , de Bellingewolder-zijl gcoordeeld te ver landwaarts in
te liggen voor de uitwatering, en dus ook de schans om langer, ge-
lijk bevorens , den Dollart te kunnen dekken. Men verlegde dus de sluis
en de schans een uur gaans verder naar de Eems of Dollart. Hierdoor
ontstond in 1628 de L a n g c a k k e r - s c h a n s , De Bellingewolder-zijl