uur van het NieoWe-diep verwQderd , en op dezen afstaud was geen hui»,
tevinden: thans grenzen de huizen van Leideplaatsen aan elkander.
Zie voorts het art. Willemsoord.
NIEUWEDIEP (HET), waterplasje, zijnde eene voorm. braak in
Amstelland, prov. Noord-Holland, oostwaarts van de stad Amsterdam
gelegen, van het IJ, hier IJoort geheeten, door eenen dijk geschei-
dep , waarop een klein geh. staat, Ja ap-Hanne s geheeten.
H e t w a t e r v a n h e t NiEEWE-mEF w o r d t t e g e n w o o r d i g , d o o r d e IJpe-
s l o o t e r - s l u i s , in h e t IJ g e lo o s d .
NIEUWE-DIEP (HET), een der monden van den regter hoofd- of,
oostelijken arm des IJssels, onder Kämpen. Zie Ganzedief.
NIEUWE-DIEP (HET), v a a r t in Overijssel. Zie A a ( S t e e n w ijk e r - ) .
(H E T ) i ™ o rm . w a t e r , p r o Y.Zeeland. Zie G o e s s c d e -m e p .
NIE1JWE-DIJK (DE), water in de Midden-kogge, en de Ooster-kogge
van Dregterland, prov. Noord-Holland, afkomende van den Ooster-
Zwaagdijk oiider Hoogcarspel, en, met eene oost-noordoostelijke strek-
king, de grensscheiding uitmakende tusschen de gem. W'ervershoof en
Hoogcarspel, alsmede voor een klein gedeelte tnsschen Andijken Groote-
broek-en-Lutjebroek.
Dit water neemt een begin aan de plaats, alwaar aan den genoem-
den Zwaagdijk een windas of dus genoemden overtoom , tot het overwinden
van de platboomde schuiten en pramen der landlieden, gesteld
is. Het verliest zijnen loop in eene kleine kom of vijver, de poel,
Oudemoer genaamd en in de gem. Andijk gelegen.
NIEUWEDORP (HET), d. op het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland.
arr. en 2J u. Z. W. van Goes, kant. en IJ u. W. van H einkenszand,
gem. en IJ u. Z.W. van ’sHeer-Arendskerke, in den West-Craijertpolder,
ongeveer J n. van de haven van den Zuid-Craijert.
Dit d. is in het jaar 1838 aanmerkelijk verbeterd en eene der voor-
naamste havens, aan die zijde van Zuid-Beveland, geworden. BQ
de bedijking van den West-Craijertpolder , in het jaar 1642 , heeft
men dezen westelijken hoek , ook dadelijk tot gronden voor een d. aan-
gewezen , hetwelk regelmatig aangelegd is en thans nog den naam van
het. N.ieowedorp, draagt.
V d'e er z,jn ’ beh°°™n tot de gem. van ’s Heerenhoek. —
n 1841 is er eene kerk voor de Christelijke Afgescheidene gemeente
gestocht-, welke van een torentje voorzien is, doch geen orgel heeft
en zeker eene der fraaiste kerken dier gezindte is. — De R. K.
welke men er aantreft, behooren tot de stat. van ’s Heerenhoek. -1
Vo6r ongeveer twintig jaren is aldaar eene school gebouwd , welke thans
gemiddeld door ongeveer 40 kinderen bezocht wördt.
NIEUWE-EILAND (HET), een der Papoes-eilanden, in Australie.
¿ie Koning-Willems-eiland (Het).
NIEUWE-GAT (HET) of de Nieuwe-kil, eene der killen in den
Biesbosch, prov. Noord-Braband. Zie West-kil (De).
NIEUWE-GAT (HET) , braak of watertje in Noord-Holland, gem.
Broek-m-Waterland-Zuiderwoude-en-Uitdam, 20 min. N. van Uitdam
Het watert * door het Heng, in de Gouw nit.
NIEUWE-GAT (HET), vaarwater in het Texelsche-Zecgat, prov.
Ir oord-Holland. Zie Noordek-gat (Het).
NIEUWE-HASRE , d., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Haskerland. Zie N ye-H askb (1).
(1) Eveneeiis zoeke men alle de OTerige Frieecte; namen , welke eldece wel eens Nirnw go-
spcld worden, op Nte.
thipel. Zie Mohsikekdam. . . . . . i n , z i i n„„i
NIEUWEIND geh. in de Mcijenj van s Hertogenbosch, kw. 1 eel-
land, prov. Noòrd-Braband, Derde di.tr., arr. en, 4 u.N . 0 van Eindhoven,
kant. en 2 u. N. vaD Asten, gem. Bakel-en-Hilheze
NIEU WE-KAAG (DE), pold. in de vrije heerl. Schagen, prov. Noord-
Holland, arr. Alkmaar, kant. Schagen, gem. Schagen-en-Burghorn ;
palende N. aan het. Poldertje-over-de-Gouw, 0 . aan het Poldertje-
voor-het-Westeinde-van-de-Nes , Z. aan het Poldertje-beneden-het-
Nespad , W. aan de Missel-kaag en de Lagedijkar-kaag.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster eene oppervlakte van
67 bund. 18 v. r. 90 v. eil., alles schotbaar land; telt 4 boerdenjen,
en Staat onder het bestuur van den . polder Schagen.
N1EUWE-KÄPEL , voorm. kapel in Zuid-Beveland, prov. Seeland.
Zie H inkelpoot. , , _ m .
NIEUWE-KLOOSTER (HET), voorm. kloost. der Tempelieren, buiten
Haarlem, in den Hout.
Dit klooster was in het begin der veertiende eeuw, door Jonkheer
W illem vas Egmond gesticht, waarvan de geheugenis bewaard is in eenen
overgebleven giftbrief, gedagteekehd : des Vnjdachs na Meydach in
’ t jaar ons Heeren MCCC ende elve, waarby gemelde W illem v a s E g-
aan dit gesticht een aanzienlijk aantal landerijen , hem toet
MOND . a a u U l t g c s u u n ---------------B « . . ----- ruTT . « -
behoorende, en ruime inkomsten i . sckonk,.__ 1______1 . . . welke . n l I. n U briet,n i n t t ten n n n overstaan
i r n r c l n o n
van twee Schepenen der stad Haarlem verleden , gevonden wordt in
het tweede deel van het Groot Charterboek der Graven van Holland.
In dien brief wordt het klooster geheeten : » ’t N ieow en C lo o s t e r ,
» dat levt ende staet op die uyterste grafte van Haarlem, bij den Houte:
zeggende de schenker , » gegeeVen te hebben en quyt te scheiden eewe-
>, lvck te staen tot dien capelle, en tot die vergadennge die ik ge-
» maeckt ende gesticht hebbe van mijnen eygelycken goede, tot diere
» behoeff, diere inne woonen , en hoire familie, die daar woonachtig
» zijn ofte hier na euwelike woonen seilen , dat. leyt ende staet op die
» uyterste grafte van Haerlem bij den Houte, dat geheeten is N iedwen-
» Clooster, omme zalicheyt mynre nacomelingen, aldusdamge reuten
» ende goet, leggende in so wat banne ’t is tusschen Maes ende Zipe.
» In den eersten, enz.” drukkende zieh verder over de redenen en het
oogmerk van deze Schenking aldus uit : » Ende want mijn sinne ende
» beffeerte altoos van beginsel was, en noch is, op deselve steile mit
» dusdaniger renten voorzegt luden te hebben van ordenen , of van
» collegie, die ik hope by mynen lyve daer te brengen, des myn God
» gunnen moet, waare oock dat myns gebraeken eer dese dingen aldus
» toegebracht waren van der collegie, alst voorzegt is, so souden die
» Heeren , die 'tbeseten hadden, binnen mynen jaergetyde sonder alle
» verdracheen collegie aldaer maecken, vastelick en euwelick daer te
» staene te Gods dienste daghelyx in mynre memorie euwelycke, ende
» myns wvfs, ende der sielen, alst voersz. staet. Waert datse dit
» niet en deden binnen deser tyt voerseyt, so souden myne erfgenamen
» dese voerseyde Heeren dair uyt doen , alse sy verwilcoert hebben ,
» ende binnen dier selver maent andere goede luyden dair in doen in
» deser renten , in deser goeden , mijne Godsdienst mede te doene ,
» als voerseyt is.” _ . | , ;| ( *
Toen twee jaren daarna de Tempelieren werden uitgeroeid, hebben
zii die het klooster buiten Haarlem bewoonden, hunne woonplaats verla
^ ,, 11 1 1 k.innnn rvnlv OII innDPHPI