In het jaar 1400 deden de Schieringers eenen aanval op Onsta- burg
onder aanvoering van den bekwamen en moedigen ßurgemeester Albert
W igbolts, uit Groningen. Okstema wederstond met fierheid den woe-
denden aanval, en men zoude afgclrokken zijn , wäre men niet op den
inval gekomen, om uit het Wetsinger-Zijldiep , zooals 110g de läge bed-
ding aantoont, een kanaal te graven, en te leiden in de buitenste gracht
van Onsta-burg , ora zoo doende met platboomde vaartuigen binnen te geräken.
Het doel werd bereikt. Hel kanaal gegraven zijnde, was men
in Staat gcsteld, om den storm tegen het kasteel te ondernemen.
Aaii alle zijden werd het bezet, en men vocht ve*,volgens over en weder
met de niterste woede, tot eindelijk het kasteel zieh, bij wijze van ver-
drag, overgaf. De geheele bezetting werd gevankelijk weggevoerd, ook
A epke Okstema. De meeste gevangenen werden nu wel spoedig weder
ip vrijheid gesteld, maar Okstema moest het met eene zevenjarige ge-
vangenis op de Boteringe-poort, te Groningen , boeten.
Naauwclijks was Okstema uit zijne gevangensehap ontslagen, of bij
slicbtte r in het naastgelegen dorp Wetzinge, een huis, dat bij insge-
lijks, even als dat te Sauwert, Oksta- burg noemde, en later Nieuw-
O nsta geheeten werd. Op dit slot stierf A epke , en werd even als zijn
vader A bel Onstema , in den grafkelder te Wetzinge bijgezet. Het
voormalige kasteel, hoe goed anders ook door werken gedekt, kad zeer
veel door de belegering , bestorming en het gemis van onderhoud ge-
leden , zoodat A epke Okstema met veel minder kosten en meer gemak,
een nieuw slot kon laten bouwen, dan het oude herstellen. Ook had
hij nu zulk eene sterkte niet meer ooodig. Naderhand is door de familie
Okstema het kasteel te Sauwert afgebroken, en een prächtig slot op de
bouwvallen van het oude Oksta weder opgerigt. Doch dit is ook reeds
voor bijna eene eeuw gesloopt, hoewel het vierkant', waarop dezeburg
gestaan heeft, en de breede grachten nog aanwezig zijn (1).
Het herbouwde slot 'Onsta , te Sauwert, werd in de zeventiende eeuw
bezeten en bewoond door den Heer Hendrik R use van R bsensteyn , Erf-
heer tot Sauwert, Abierg en Ustrup, en Luitenant-Generaal in dienst
van den Koning van Denemarken en Noorwegen, die aldaar den
4 Maart 1679 overleden en in den grafkelder , in de kerk te Sauwert,
begraven is. Naar hetgeen sommigen willen zou deze van R dsenstem,
in het jaar 1623 te Sauwert geboren , een zoon geweest zijn van den
Schoolmeester aldaar, die, van wege zijne ligehaamsgrootte, den naam
van Reus zou gedragen hebben. Dit, in allen gevalle, is zeker, dat
hij , door zijne groote bekwaamheden in den krijg , tot eenen hoogen
rang in de krijgsdienst is opgeklommen, en niet alleen in zijn Vader-
land, maar ook elders in Europa veel roem in de vestingbouwkunde
heeft verworven. Ten einde jaarlijks eenigen tijd in zijne geboorteplaats
tekunnen doorbrengen , schijnthij de heerl. Sauwert te hebben gekocht
en het slot Onsta weder te bebben herstcld (2 ) . Vervolgens werd dit
slot bet eigendom van den Heer Gerlacius , die het aanmerkelijk liet
vervallen, zoodat het in het jaar 1721 werd afgebroken.
(1) Men vindt eene af beelding van dezen bürg in den Almandk ter bevordering van kennis en goeden
«m a a k , uitgegeven door het Departement Leons , de r Maatschappij tot N u t van ’t Algemeen , voor
het ja a r 1832.
(2) Zie over dezen beroemden man eene voorlezing van den Rijks Archivarius Mr J. C. db
J o n g b , in de tweede klasse van ons Koninklijk Nedcrlandsch Iu stitu u t, op 30 Maart 1843 , uitgegeven
met eene afteekening van den gedenkpenning ter zijner eere , in 1660, gcslagen op last vaü
den Herlog v a n Br u n sw ijk en L un en b ur gh .
ONSTA , voorm. bürg in Hunsingo, prov. Groningen, arr. en 5 u.
W Z W vau Appingedam, kant. en 1£ u. Z. W. van Onder -
dendam, gem. en £ u. N. van Adorp, 5 min. N. O. van Wetzinge,
waartoe hij behoorde, ten W . aan den straatweg.
Deze burg was gesticht in het begin der vijftiende eeuw , door
Aepke Onstema, en is in het jaar 1801 gesloopt. Ter plaatse, waar
hij gestaan heeft, ziet men tbans eene daglooners woning en eenen zeer
grooten boomgaard , van gracht en singels omgeven. Op de kaart van
B eckeringr wordt deze bürg afgebeeld , behoorende toen aan A . de Graaf.
JJiet alleen de vermaarde bürgen der Ostema’s , te Sauwert en te Wetzinge,
maar ook de daar gestaan hebbende kerken, zijn in puin ver-
keerd. De laatsten zijn in 1840 afgebroken.
ONSTEIN , landg. in het graafs. Zutphen, prov. Gelderland, kw.,
distr., arr. en 3 u. Z. O. van Zutphen, kant. en 1 | u. Z. ten W.
van Lochern, gem. en 1 u. O. ten Z. van Förden, op den regter oever
van de Hissink-beek.
Dit Iandgoed beslaat, met de daartoe behoorende gronden , eene
oppervlakte van 180 bund. 31 v. r. 73 v. eil., en wordt thans in
eigendom bezeten en bewoond door den Heer A braham S toop tot
Onstein.
ONSTWEDDE, gem. in Westerwolde, prov. Groningen , arr. en
kant. Winschoten (2 k. d., 14 m. k., 6 s. d. ) ; palende N. aan de
gem. Wedde en Oude-Pekela, 0 . aan Vlagtwedde, Z. aan de prov.
Drenthe, W. aan de Nieuwe Pekela en Wildervank.
Deze gem. bevat het d. Ons twedde , benevens een gedeelte van
de Veenkolonie bet Ni e uw e - S t a d s k a n a a l , voorts nog de geh.
Ye enbui z en, ter Maarsch, Höfte , S t e r enb o r g , ter Wip-
ping en Sme e r l ing , benevens de streek Ons twedd e r -Ho r s t en ,
alsmede gedeelten van de geb. W es s inghuizen , El le r s inghuiz en
en Jip s inghuiz en, wier andere gedeelten onder VlagtweddeJiggen»
Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 10,685bund.
63 v. r. 49 v. eil., waaronder 10,659 bund. 83 v. r. 99 y: eil., be-
lastbaar land. Men telt er 413 b., bewoond door 551 huisgez., uit-
makende eene bevolking van ongeveer 2600 inw., die meest hun be-
staan vinden in de schapenteelt en den landbouw. Men heeft hier
heidevelden , hooge en läge landen, zand-, veen-, leem- en derriegrond.
In eene groote uitgestrektheid van de Onstwedder-veenen vindt men ,
niet ver beneden.de oppervlakte, eene zware laag van ijzeroer, welke
voor eenige jaren door de commissie van landbouw der provincie Groningen
opgemerkt en onderzocht is geworden, terwyl de groote hoe-
veelheid, welke aan de ijzergieterij te Deventer en Doetinchem kon
worden geleverd , aan een nutlig gebruik dezer stof, die thans den
landbouw in den weg staat, denken deed. Na de in het werk ge-
stelde scheikundige proeven is echter gebleken, dat dit oer van eene
aanmerkelijk mindere gehalle is, dan dat, hetwelk in de gieterijen
gebezigd wordt en , zoo hierom , als om de ongelegenheid van dit
oord, is dit onderwerp voor ’s bands ter zijde gelegd.
Bij bet dorp heeft men twee groote bouw-essen , en bij ieder der gebuchten
eene es, uitgezonderd längs het Sladskanaal. De voornaamste
heuvels zijn: de He ibe r g , de Oom of Oompiesberg en de Ke-
berg. Men ontmoet onder dit dorp ook nog ^nkele tumuli of oude
begraafplaatsen onzer heidensche voorouders. In het veen , tusschen
Onstwedde en de Pekela , heeft men een meertje, aan en ^ naar den
kant der Mussel, en op de Onstwedder-Woltmarke, de Bl iks lage -