O P s.
en vallatcn, om het water in de hooge veenen op te houden, e n , eveii
als de vorig«, om de tu r f, welke hier jaarlijks in eene groote menigte
gegraven w o rd t, naar elders te vervoeren.
Drie voorname rijwegen worden in deze grietenij gevonden : van de-
zea loopt de noordelijkste uit Oragten, door Ureterp, naar Sigers-
wolde, p., en met een zijtäk naar de Friesche-palen. De middelste
loopt u it Smallingerland naar ßeetsterzwaag, en van d a a r, ten westen
, naar B e e ts, doch ten Oosten naar Bakkeveen , alwaar deze weg
zieh vereenigt niet den zuidelijksten , die u it iEngwirden door Luxwolde,
hortezwaag , Lippenhuizen , H en rik , Wynjeterp en Duurs-
woude loopt, naar voornoemde plaats, van waar de nu vereenigde rijweg,
ten Zuiden van de voormalige schans Zwartedijk, in Drenthe komt!
Nog vmdt men hier eenen rijweg, u it den gemelden middelweg naar
Beetsterzwaag en Lippenbaizen, en eenen anderen van Beetsterzwaag
naar Duurswoude, van waar ook een ryweg gaat naar Donkerbroek en
Haule in Stellingwerf-Oosteinde.
Gedurende de Spaansche oorlogen was deze grietenij bijzonder bloot-
gesteld aan de invallen van den vijand, waarom men haar met eenige
verschansingen zocht te dekken. De eene lag op den Drentsche bod
e m t u s s c h e n Bakkeveen en Ede , en werd genaamd Zwa r t e d i j k :
de andere tusschen Duurswoude en Donkerbroek, genaamd B r e e b e r g ,
de derde eindelijk, tusschen Sigerswolde en T rim u n t, m e t den naam
van de F r i e s c h e - p a l e n .
; Het wapen van Opstbrland bestaat in een veld van zilver, met
vier boomen , waaronder een loopende h a a s , öp een te rra s, alles van
natuurlijke kleur (1 ). r*
OP-TEN-BERG, voorm. adell. h . in de Meijerij van ’s Hertogenbosch,
kw. Oisterwijk, prov. Woord-Braband, Tweede distr., a rr. en
2 u. Z. van ’s Herlogenbosch, kant. en gem. Boxtel.
OP WETTEN, op de Fransche kaarten H a d t - W e t t e n genaamd, voor-
ma ake en d ., thans een geh. in de Meijerij v a n ’s Hertogenbosch, kw.
Peelland, prov. Woord-Braband, Derde d is tr., a rr. en I 5 u. N. 0 . van
Lindhoven, k an t. en 1 £ u. W . van Helmond, gem. Wunen-Gencen-
en-Wederwelten, J u . Z. W. van Wunen , aan den Kleine-Dommel.
Dit geh. bestaat u it eene k ö rte , doch tamelijk welbebouwde , stra a t,
aan welks einde, bij gezegde rivier , vroeger een bouwvallig kasteeltje
, het S l o l j e genaamd, stond .(zie bet volgende a rt.). Tot Op-
W e t t e n wordt gemeenUjk de b. We t t e n s - E i n d gerekend. De inw.
vinden meest in den landbouw hun bestaan.
De grond is er uit den aard zandig en sch ra a l, maar daar de lan-
deryen hier wel bearbeid en de akkers wel bezorgd worden , breiigen
zy goede rogge, boekweit, haver en aardappelen voort. Men heeft er
eenen koren- en oliemolen, welke tevens pelmolen is , en twee volmo-
le n s , welke door h e t water van den Kleine-Dommel in bewep,inp' worden
geibragt. 0
Even buiten d it d. Staat, aan de noordoost-zijdc, eene kleine ka-
Pe ’ , welke eudtijds aan het L an d , doch later aan het dorp toebe-
hoord h e e ft, en thans een eigendom is d e r R-. K. k e rk , hoewel daarin
tegenwoordig geen dienst gedaan wordt. In -h e t to ren tje , d a t er op
Staat en aan de burgerlyke gemeente b eh o o rt, is een unrwerk. Van
deze kapel wordt als iets wonders verhaald , d a t daarin een schaap
( 1 ) Wij meenden n ie t b e le r le k u n n e n doen den in d i t airtikel o p te nemen h e t h o lan g rg k e / • «
m e t O p tttr la n ä , van J . A. D(b ib m k g ) , te vinden in de Leeuwarder Courant van 24 Juni) 1834.
OR A.
eenen woif zoude gevangen hebben. Het schaap namelijk stond bij
deze kapel aan eenen stok vastgebonden. De wolfkwam er naar to e ,
om bet te verslinden. De vrees g a f aan het schaap krachten ; het
rukte den stok u it den grond, vlugtte in de kapel, die toevallig open
stond; de wolf volgde het schaap, dat zieh om k e e rt, de deur weder
uitloopt en den stok — waaraan het vastgebonden z a t , achter zieh
na sleepte — tegen de deur stuit en deze däardoor digt tr e k t , zoodat
de wolf gevangen zat en vervolgens gedood werd.
OPWETTEN (HET SLOTJE-VAN-), voorm. kasteeltje in de Meijerij
tan ’s Hertogenbosch, kw. Peelland, prov. Woord-Braband, Derde
distr., arr. en 1 J u. W . van Helmond, gem. Wwien-Gerwen-en-We-
derwetten , 1 -u. W . van Nnnen.
Dit kasteeltje was voorheen de woning der oude Heeren van Nunen.
Thans is het eene boerenwoning. De verdieping is er afgenomen,
eene uitstekende beneden- en bovenkamer zijn afgebroken en van d e
voormalige zaal is de koestal gemaakt.
OPWIERDA of Opwiebbe , oudtijds U pwirth , d. in Fivelgo, prov.
Groningen, a rr ., kan t., gem. en 20 min. Z. van Appingedam.
Tot dit d. behooren de geh. Ee lwe rd , de P la s s e n en de W a rv e » .
De inw. vinden meest hun bestaan in den landbouw. Ook heeft men e r
eenen houtzaag- en eenen roggeraolen, in welken laatste tevens pel-
steenen gevonden worden. De bodem is er zeer ongelijk. Op de wier-
den is de grond ongemeen v ru ch tb a a r; ten 'Noorden bestaat de boven-
grond uit goede kleiaarde, doch met een voet diepte komt men op knik-
aarde. Ten Zuiden valt daarentegen de bodem a f , zijnde bij aldaa r
lager, veel scbraler en door oer of roodoorn bruin of vaal van kleur.
De Herv., die er 2SO in getäl z ijn , onder welke 50 Ledematen ,
maken eene gem. u i t , welke to t de klass. en ring van Appingedam
behoort. Na de Reduetie der provincie Groningen is deze gem. eerst
bediend geweest door Tbeodobus Kmnkhamer, Predikant te Tjamsweer,
waarmede deze gem. toen vereenigd was; doeh in 1608 werd Opwierda
eene gem. op zieh zelve, en kreeg toen to t eersten Leeraar Johannes
Spbbngeb , die van Appingedam herwaarts beroepen was, e n , in 1615
tot opvolger had Petbus Bernhards , overleden in 1646. Het kerspel
strekt zieh ten Noorden u it to t aan de D e lf, die , van Appingedam af
naar beneden, hier voor het eerst de grensscheiding des kerspels
wordt, Ten Zuiden zijn de läge landen van Tugchem, onder Sidde-
buren, de scheiding. De kerk i s , even als de predikanlswoning, in
het ja a r 1858 herste ld , doeh heeft geen orgel.
Van Appingedam loopt längs d it dorp naar het Schild-meer eenen
kadijk van 1 eil. 5 palm. De oude burgplaats, nabij het d o rp , wQst
het voormalige bestaan van eenen bürg aan. Op eene 6ude getee-
kende k aart vinden wij , dat zieh eertijds herwaarts een konrebbers-
weg uitstrekte , die van Farmsum kwam. Bij den pastorietnin werd
voor eenige jaren een oud harnas opgegraven.
Van de drie meren , welke hier vroeger bestonden, is alleen nog
het O p w i e r d e r -m e e r overig.
0PW1ERDER-MEER (HET), meer in Fivelgo, prov. Groningen,
Z. van Opwierda.
OP-ZEELAND , d. in h e t Land-van-Ravestein, prov. Woord-Braband.
Zie Zeeeand.
ORANG-DARANG, volgens sommigen de eigenlijke naam van h et
voorm. stadje O b ta tiam , in Oost-Indie, op h e t Moluksche eil. Banda-
Lonthoir. Zie Ortamam.