in 1617, door zekero vaste pacht aan de Kerkvoogden van Havelte
op te brengen, hcbben afgekocht. De kerk is een' gewoon gebouw ,
met eenen spitsen toren doch zonder orgel.
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van ruim 100 leer-
lingen bezocht.
Bij den watervloed van Februarij 1825 werd in deze gem. veél ver-
woest. Bij die ramp kwamen er negen honderd een en zeventig runderen
, drie en dertig paarden , acht en zeventig zwijnen en twiutig
schapen om. Negen huizen spoelden weg, drie en dertig werden on-
bewoonbadr. en van de overige twee honderd en twinlig zijn slechts
zes (te N ijeveen) onbeschadigd gebleven. Het water klom tot tusschen
een en twee ure des nachts en bereikte eene hoogte van 9 voet boven
gewoon winterpeil. De toestand der inwoners , gedurende dezen tijd,
zonder voedsel of deksel, meestal met natte kleederen, op hunne zolders
of daken zittende, was dus zeer akelig. Na het afloopen van het
Water vond men een zestal bejaarde menschen dood in hunne woninpen.
NIJEVEEN (GASSELTER-)', d. in Oostermoerder-dingspil, prov.
Drenthe. Zie Gasselter-N ijeveen.
NIJEVEENSCHE-BOVENBOER, wijk van het d. Nijeveen, in Die-
verder-dingspil, prov. Drenthe, arr. en 9 u. Z. W. van Assen, adm.
en judic. kant. en ÎJ[ù. N. ten W. van Meppel; met 38 h. en ruim
260 inw.
NIJEVËENSCHE-DIJK, wijk van het d. Nijeveen, in Dieverder-
■dingspil, prov. Drenthe, arr. en 9 u. Z. W. van Assen, adm. en
judic. känt. en 1 u. N. ten W. van Meppel; met 55 h. en 3 9 0inw.
NIJEVEENSCHE-GRIFT (DE), water in Dieverder-dingspil, prov.
Drenthe, dat uit de veenen voorlkomt, met eene zuidoostelijke rigting,
de gem. Nijeveen doorloopt, en zieh ten laatste in de Havelter-Aa, nu
de Smilder-vaart, ontlast.
NlJEVELD , N ijveld, N ieveid of N iedwveld, voorm. schans in Staats-
Vlaanderen, prov. Zeeland, distr. Sluis, gem. Oostburg, behoort
bebbehde tôt de vestingwerken dier stad, doch liggende aan de zuid-
zijde van de Brugschevaart, op het grondgebied der stad, dat in 1502,
bij het graven dier vaart, van het overig gedeelte werd afgescheiden.
Zij lag dus ook in het schependom ; de glacis schijnt echter in het
Vrije gelegen te hebben zoo als dan ook lhans de voormalige vest de
scheiding maakt tusschen Oostburg en Waterlandkerkje.
Het was een gebastionneerde vierhoek, met een buitenwerk voor den
ingang aan de oostzijde. Behalve de wachthuizen enz., schijnen daarin
ook eenige particulière woningen gestaan te hebben ; het beloop der
vesling is nog goed zigtbaar. Zij werd aangelegd na de inneming des
lands door Prins Maebits, en verkocht in October 1672. Met vesten
en buitenwerken zal zij wèl 7 of 8 bund. beslagen hebben, doch het-
geen aan Oostburg behoort is slechts 3 bund. 5 v. r. groot.
NIJEVELT , N ievelt of Nïjveld, voorm. kast. in het JVederkwartiev
der prov. Utrecht, arr. en 1J u. W. van Utrecht, kant. en 2 u. N.
ten W. vari IJsselstein, gem. Veldhuizen.
Dit kasteel was leenroerig aan het Sticht van Utrecht , en werd
den 27 October 1536, door de Staten des voornoemden landschaps,
plegtig voor eene ridderhofstad erkend. Het is in vorige tijden zeer
beroemd geweest door eene zware belegering, die het in het jaar 1356
uitgestaan heeft, op welken tijd Johan v a s Egmond , het huis te N u e -
v e l t , dat hij, op bevel van Hertog A lb b e c h t van B e ije r en , met groot
geweld aantastte, niet, dan na een beleg van zeven weken, tot de overgave
heeft kunnen dwlngen, waarna het door de Holländers vorbrand ,
doch naderhand door de eigenaars wederom- opgetimmerd is. Hier
van daan nu willen sommigen den naam van N ijveldt afleiden, die
meenen , dat dit huis eertijds V eld of ten V elde genaamd was, npar
het oude adellijke geslacht van V elde te Utrecht,, die er de oudste be-
zitters van waren, en dat het naderhand N ijevelt of Nijenveldt, zoO
vcel als N iebwenvbldb, hernoemd is , wegens de vernieuwing , nadat
het door de Holländers verwoest en verbrand was. Anderen , misschien
om dat dit huis al in het jaar 1356 , wanneer het door de Holländers
zon belegerd worden, Nijevelt bij ’s lands geschiedschrijvers ge-
noerad werd, hebben de oorzaak van de naamsverandering op eene
vroegere vernieuwing gebragt, die zij stellen dat omtrent bet jaar
1330 zou geschied zijn; doch, noch het een, noch het ander dezer
gevoelens kan eenigzins doorgaan , want niet alleen wOrdt S teven van
N iebwenvelde op het jaar 1325 , en het H dis- te-N yenvelt of Castrom
de N yevelt op het jaar 1311 vermeld, maar ook vindt men gewag
gemaakt van zekeren Otto van N ijenvelt , op het jaar 1303 ; van
Gérard, Heer van Nijenvelt, op het jaar 1287, fen eindelijk van
Gérard van N ijenvelt , op het jaar 1325 ; waaruit klaar blijken kan ,
dat dit huis reeds lang vöör het jaar 1330 N ijveldt genaamd en ook een
geslacht van dien naam bekend is geweest, waardoor het vermoedelijk
gesticht werd. Dit huis heeft reeds van het jaar 1511, zoo niet vroe-
ger, behoord aan het al oude geslacht der Zbvlens , die zieh daarnaar,
in vervolg van tijden, Zbvlen van N ijevelt hebben doen noemen,
welker nakomelingen nog in Gelderland , het Sticht vdn Utrecht
en clders in wezen zijn. In het jaar 1311 behoorde dit huis aan
S teven van Zbvlen , van wien men nog tot op het jaar 1332 gewag
gemaakt vindt. Het bleef in dit geslacht tot in het jaar 1520*
wanneer Odilia of Oda van Z bvlen van N ijevelt, getrouwcPzijnde met
Joiian , Heer van Rossurn, Meinerswijk enz., een ouder broeder van
den vermaarden Maarten van R ossbm, Heer van Pouderoijen, Kannenberg
, Waddestein, Pandheer van Breevoort enz., het huis te N ije-
velt in dit geslacht bragt, waaraan het evenwel niet lang gebleven
is ; want , nadat Oda van Z bvlen van N ijevelt gestorven was,
is wel haar tweede zoon S teven van R ossom, den 11 Julij 1547, met
N ijevelt beleend geworden , doch hij verviel zoodanig in schulden , dat
eindelijk dit huis in decreet gebragt, en bij executie verkocht is aan
"WlLHELMINA VAN H a E F T E N , hllisvrOUW VAN W ä L R A V E VAN B r E D E R O D E ,
Heer van Kloetinge, die daarmede verleid is den 20 October des
jaars 1579. Als deze, in het jaar 1608, overleden was en geene
kinderen naliet, is , volgens haar uitersten wil , hare nicht T heodora
of D orothea van H aeften, Yrouw van Kloetingen, daar mede beleend
den 21 Julij 1609. Deze T heodora van Haeften was wel tweemalen
gehuwd geweest, doch liet geene kinderen na, waarom zij de leen
der ridderhofstad N ijevelt, den 24 Augustus 1625, heeft opgedragen
ten behoeve van Hans W olfhard, Heer van Brederode, Vrijheer van
Vianen, na wiens dood het, den 9 Januarij 1659, gekomen is op
zijnen zoon, W olfhard van B rederode, die nooit gehuwd is geweest,
en de laatste mannelijke nakomeling van zijn geslacht was. Door zijne
dood is de beleening , den 19 Decenaber 1679 , gekomen op zijne zus-
terHEDWis A gnes, Yrijvrouw van Vianen, Vrouw van Kloetinge enNoor-
deloos enz. Toen deze, mede ongehuwd, gestorven was, is haar neef,
Karel A emilibs , Burggraaf en Graaf van Dhona , den 10 Februarij
1686, daarmede beleend. Deze, zonder kinderen overleden zijnde, is