hadden zij eene kerkschuur verkregen bij het dorp Oud -Heu s de
n, welke in 1687 geplaatst is op het volkrijk gebucht, thans
dorp, den El shout , ten Zuidcn van Oudheusden gelegen en alleen
door Eatholijken hewoond , waar ook het verhlijf van den Pastoor is
gevestigd. Onder de Pastoors, welke deze par. bediend hebben, vin-
aen wij vermeld Theodoricus Spirinck , die hier van 1847 tot 1682
stond , in welk jaar hij tot acht en dertigsten Abt van Bern werd
verkozen , zijnde de derde der Abten, die den staf en mijter hebben
gedragen , welk regt zijn tweede voorzaat, Conradus van Malsen, bij
den H. St-ocl had verkregen. Spirinck. is. den 1 Julij 1884 te Culen-
borg gestorven en aldaar begraven , hoewel zijne grafzerk in de kerk
van Berne was gelegd. Een zijner opvolgers , IIenricos van Daelen werd ,
in het jaar 1676, tot vijf en veertigsten Abt van Berne ingewijd. Hij
is in 1692 te Yilvorden overleden, zijnde de derde Prelaat, die in
de refugie of verkregen verblijfplaats aldaar gewoond heeft.
De Herv., van welke men er 80 aantreft, behooren tot de gem.
van Heusden-Oud- Heusden-en-II erpt.
Men beeft in deze gem. twee scholen, als: eene te Oud-Heus d en
en eene te E l s h o u t, welke gezamenlijk gemiddeld door een getal
van ruim 90 leerlingen bezocht worden.
De gem. is eene heerl., welke een zeer langen tijd is bezelen door
de Baronnen van Boren , waaruit zij in het midden der vorige eeuw
geraakt is door het huwelijk van Vrouwe B e atrix Maria Baronnesse
van Boren , Vrouwe van Zuidoord, met den Heer Wilhelm Baron, van
L in te lo o , Landkommandeur der Duitsche orde te Utrecht. Later was
zij het eigendom van Jonkheer Mau ru s Calixtus Johannes Franciscus
de R o t t e , die haar in het jaar 1846 verkocht heeft aan den Heer G.
C. Bax , woonachtig te Heusden.
OUD-HEUSDEN-EN-ELSHOUT (POLDER-VAN-), pold. inhetZW-
van-Heusden, prov. Noord-Braband, arr. ’s Hertogenbosch, kanl. lleus-
den, gem. 0 ud-IIeusden-en-EIshout; palende N. aan den Omloop of
Binnenlijk en de stad Heusden , 0 . aan het Oude-Maasje en de uit-
watering genaamd de Graaf, tegen de gem. Herpt-en-Bern , Z.. aan
de Eindsche-steeg en aan de Scheiloop tegen de gemeente Drunen,
W. aan den Oudheusdensche-zeedijk.
Deze pold., beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 891 bund.
67 v. r. 68 v. eil. en telt 151 h. en 27 boerderijen, Hij was reeds
in 1688, blijkens de kaart van den Landmeter Bastingios, in ge meid,
jaar gedrukt, van twee watermolens voorzien • doch ein daarvaii, de
Westel i jke of Kleine - mol en genaamd, is in 1826 afgebroken.
Thans heeft hij nog eenen wipwalermolen , ' de Groote -mol en
genaamd, en de zoogenaamde Oudbeusdensche- of El shout -
s c h e - s l u i s , waardoor hij, op het Oude-Maasje, van het overtollige
water wordt ontlast. De gezegde Groo t e - m o l e n , heeft 28,60 eil.
vlugt, zijn waterrad oyer kruis 8,70 eil. en de breedle der schoepen
is 0,48 eil. Even beneden voorgemelde sluis is de plaats, bestemd
voor een hnlpgat, strekkende oiii, ingeval van inundatie van het bo-
venland van Heusden, volgens regiement van den 5 Februarij 1798,
een gat te graven tot ontlasting van die inundatie-waleren. fiet
zomerpeil is 0,80 eil. boven A. P. Hel maalpeil is 1,80 eil. boven
A. P. De hoögte der dijken is bij de sluis 4,50 palm. boven A. P.
ln de nabijheid van meergemelden watermolen, vindt men twee stee-
nen en een hauten wachter; die ten Oosten van den molen , wijd
1,48 eil., is voorzien van eene drijfdeur , en die beneden dien molen,
ter plaatse waar de kleine molen gestaan heeft, wijd 2,47 eil., een
paar buiten- en binnenpuntdeuren heeft , terwijl aan de honten wachter
, mede aldaar gelegen, eene drijfdeur i s , wijd 1,95 eil. Deze
sluizen of wachters dienen , na het afbreken van den kleineu molen ,
hoofdzakelijk om , bij inlating van versch water uit het oude Maasje,.
de verschillende panden des polders, naar gelang van hunne ligging ,
meer of minder daarvan te voorzien. Nog vindt men een steenen
sluisje , in de boezemkade van dezen polder, nabij de sluis in den
zeedijk, wijd 1,07 eil., voorzien van eene drijfdeur, strekkende voor-
namelijk , om het overtollige water van den polder, bij windstilte en
läge ebbe, zonder behulp van den molen , at te loozen. Wijders is ,
bij het regiement op het steken van hulpgaten in de dijken van Heusden
en Altena , ingeval van nood en overstrooming, de plaats voor
het hulpgat no. 1 bepaald, in den zeedijk, even ten Noorden of beneden
de uitwatering-sluis van dezen polder, ter wijdte van 20 roe-
den (7,32 eil.). Aan den Noordoostkant van dezen pold. ligt het d.
Oud-Heusden ; van het kasteel van dien naam is , in de nabijheid van
het Oude-Maasje, nog een gedeelte aanwezig, en aan het benedeneinde
van dezen polder heeft, bniten den zeedijk , oudtijds gestaan het kasteel
de N ieuwe- Kooij. Hij wordt bestuurd door het Gemeentebe-
stuur van Oud-Hensden-en-Elshout.
OUDHEUSDENSCHE-SLUIS of Elshootsche-slois sluis in bet Land-
v a n -Heusden, prov. Noord-Braband, gem. Oud-Heusden-en-Elshout,
-i u, W. van Oud-Heusden.
Zij is 2,60 eil. wijd , voorzien van eene drijfdeur en dient tot ontlasting
van het overtollige water uit den Polder-van-Oudheusden-en-Elshout.
OUDHEUSDENSCHE-ZEEDIJK-’SLANDS-VAN-HEUSDEN ,e dijk in
i k e t Land-van-Heusden, prov. Noord-Braband, ten N. van den Pol-
der-van-Oud-Heusden-en-Elshout , zieh uitstrekkende van even ten noor-
den de Drunensche-sluis noordwestwaarts to t nabij de sluis te Doe-
veren. Hij is 5408 eilen lan g , de kruin ligt 4,30 eil. boven A. P .
Hij Staat onder het bestuur van eenen Dijkgraaf en eenen Penning-
m e e ste r, die tevens Secretaris is.
Den 14 en 15 November 1775 stroomde het water zoo geweldig
over dezen dijk , dat men algemeen den geheelen ondergang van het
Land-van-Heusden te gemoet zag , terwijl op sommige plaatsen Jiet
water drie voeten hoog op den dijk stond, en den 22 Februarij 1/99
ontstond daarin eene dijkbreuk , waardoor onderscheidene menschen op
de Haarsteeg het leven verloren.
OUDHOF, voorm. state, prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet
Tietjerhteradeel, arr. en 3'- u. 0 . ten Z. van Leeuwarden, kant. en
| u. Z. van Bergum , 5 min. N. van Suameer.
OUDHUISTRA , voorm. state, prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet.
Oost-Hongeradeel. Zie Hooghüistra.
OUDHUIZEN, gem., in het Nederlewartier der prov. Utrecht, arr.
Utrecht, k.ant. Loenen, {2 k. d., 4 m. k., 4 s. d.); palende N. 0 . aan
de gern* Vinkeveen-en-Waverveen, Z. 0 . aan het Noordeinde-vau-
Portengen , Z. aan Kockenge en Kamerijk-en-de-Houtdijken , W. aan
Wilnis.
Dezegem. bestaat uit den Pol d e r -b ewe s te n- he t- Byl eve l d en
uit den Po ld er -b eo os t en -he t- By le ve l d en bevat het d. Oud-
huizen , benevens het geh. de Geer. Men telt er 82 h., bewoond
door 84 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 410 inw., die
van Mydrecht gerekend. — Men heeft in deze gem. eene school, tevens