en liet geheele leger stortte ter stad in. Daar ging het op een raotrr-
den, zonder kunne of jaren te ontzien. Ook raakte de brand, bij
ongeluk of uit moedwil, in de huizen, die bijna alle vernield werden.
De kerk en het klooster bleven eehter staan. De Nederduitsche Pre-
dikant, J a s J a rszoor , ofsckoon voor vijf honderd gulden gerantsoend ,
werd opgehangen. De Predikant der Waalsche bezetting gaf zieh voor
eenen soldaat uit en kwam voor honderd kroonen los. De Baljuw
der Stad , G e r r it v a s K r a a ije s te ik , een paar dekens , als wäre het bnit
geweest, om het lijf geslingerd hebbende , school onder het vijandelijk
krijgsvolk, nam eerlang zijnen slag waar en ging door. Omtrent
twinlig burgers , op hooger losgeld gesteld dan zij betalen konden ,
werden in koelen bloede doorregen. Eenige vrouweu en maagden,
voor drie of vier Rijksdaalders verkocht. In het stormen waren er
ruim honderd van de belegeraars gesneuveld , veel meer gekwest.
In het jaar 1380 geraakte O o d ew a te r weder uit de magt der Span-
jaarden en onder het gezag van den Prins van Oranje.
In de godsdienslige gcschillcn , welke in het begin der zeventiende eeuw
geheel Nederland beroerden , had O o d ew a te r mede haar deel. De Con-
tra-Remonstrantsche Predikant Joasnes L y d io s had zieh in 1617 afge-
zonderd van de klassen , zonder zieh door de Wethouderschap, door
de Staten of door hunne Afgezondenen te laten bewegen tot hereeni-
ging. De opschudding, die hieruit onlstond, was op het lievigst ten
tijde der gewone verandering der Wethouders, welke men genood-
zaakt werd te doen, naar den zin der ijveraren, die L yd io s zijde hidden.
Desniettegenstaande werd ook te O o d ew a te r , even als in andere sieden
van Holland, na het aflodpsn van het Nationale Synode te Dordrecht,
in September 1619 , de liegering veranderd.
Bij den inval der Franschen , in het jaar 1672, in den hereenigden
Staat, zagen die van O o d ew a t e r , onvoorzien van alle behoorlijke te-
genweer, den 13 Junij in den namiddag, vele vlugtelingen, met zak en
pak„ vrouw en kind, uit de Betuwe en het sticht van Utrecht, door
hunne <stad naar andere Hollandsche steden trekken. De Regering
zond nog dien zelfden avond, reeds vrij laat, eenige Gedeputeerden
naar de Staten van Holland , om hun den siechten toestand te toonen
waarin zij zieh bevond, en om bijstand en orde te verzoeken, maar
kregen eenen siechten troost, en tot antwoord , dat O o d ew a te r niet
wel beschermd kon worden, vermits Utrecht en andere steden van
het Sticht alreeds sauvegardes ingenomen hadden, dat daarenboven het
leger van den Vereenigden Staat, onder den Prins, was afgezakt en
zieh beneden hunne stad , aan de Goejanverwelle-sluis , Nieuwer-
bruggeenz., nedergeslagen had. Zij dus afgesneden van de andere Holländische
steden, zonden daarop , den 23 Junij, Burgeraeester Trom-
peb , nevens meer anderen, naar de Stalen van Holland, om het ge-
vaar der stad , door een smeckschrift schriflelijk, voor te stellen , en
advies te verzoeken wat den Regenten , ten beste der ingezetenen , te
doen slond. Zij kregen geene apostille, en bij mondc werd hun het
innemen van sauvegarden noch af- noch aangeraden, doch daarbij
gezegd , dat de Stuten O o d ew a te r in dezen tijd niet konden helpen.
Daarop nam de llegering, den 24 dier maand , een besluit , om even
als Woerden , Utrecht enz. sauvegarden te verzoeken. Te dien einde
zonden zij den Burgemeester C. de L a r g e , nevens den Oud-Burgemeester
P. var d e r H o r s t enz., den 23 af , om die van Koning L o d ew ijk XIV
af te smeken , op zulk een verdrag , als die van Utrecht, Woerden
enz. bekomen hadden. Dit werd hun terstond toegestaan , en de sleutels
werden daarop aan den Marquis de Germs overgegeven. Zij hadden
deze inlegering evenwel niet langer dan tot den 11 Julij , wanttoen de
Koning van Frankrijk , die met zijn leger te Zeyst lag, hoorde, dat
de Prins van Oranje Stadhouder van Holland enz. geworden was,
vond hij goed van daar op te breken en zijn volk uit OüdeWater te
trekken. De GraafvAR I Io o r r e , die zijn kwartier aan de Goejanverwelle
sluis had, dat vernemende, kwam dadelijk met zestig of zeven-
•tig man voor O o d ew a te r , waarop de burgers de overgeblevene sauvegarden
de sleutels afnamen en de poorten voor den gedachten Graaf
openden , die er vervolgens, zoo als na hem zijn broeder J a n , Gouverneur
van werd. Nu, werd ook deze stad, als eene uiterste grens,
tegen den vijand geslerkt, alle de landen op de toegangen onder water
gezet, en met eene Sterke bezetting , zoo van burgers uit de hoofd-
steden van Holland, als van ’s Lands bezoldigden , voorzien.
In Augustus 1730 werd te O o d ew a te r de Regering buitengewoon
veranderd. Er, was reeds sedert vier jaren, onder de Regenten , ver-
schil ontstaan , ter gelegenheid , dat eenigen den Lutherschen Predikant
van Woerden veroorlooftl badden, voor eenen enkelen keer, in de Her-
vormde kerk van O od ew a te r , te prediken en het .avondmaal aan zijne
geloofsgeaooten , welke hier in bezetting lagen , uit te deelen , hetwelk
anderen voor onbetamelijk hielden en zöchten te beletten. Het was echter
geschied ; doch eenen dei Predikanten woog dit zoo zwaar , dat
bij er opzettelijk tegen predikte, niet zonder de Regenten , die het ge-
doogd hadden , te beschuldigen, als badden zij hierin ’s Lands plakka-
ten overtreden. Doch deze, de gelegenheidwaarnemende, dat eenige
Leden der Regering, die de zijde des Predikants hielden, afwezig waren
, besloten den Onder-Baljuw te bevelen , dat hij den Predikant
geregtelijk aansprak. Maar de Baljuw zelf oordeelde , dat het besluit
biertoe niet, wettig genomen was. Middelerwijl gaf dit verschil aan-
leiding tot eene aanhoudende tweedragt onder de Regenten. Zij,
dip den Lutlierscben geene vrijheid geven wilden , om somtijds in de
Hervormdc kerk te prediken , sedert de sterksten geworden zijnde ,
weigerden bet , toen het hun naderhand wederom verzecht werd. Doch
deStatCnzel.ve gaven een daarmede strijdig bevel, waarnaar de Wethouderschap
zieh moest voegen. De oneenigheid in.de Regering en in den
kerkeraad bleef echter duren , tot in Maarl 1730, w;anneer de Baljuw
en eenige Vroedschappen , gcen genoegen scheppeude in de nominatieder
Wethouders, den Stadhouder vermochten , dat daarin verandering mögt
gemaakt worden, hetwelk ook een der benoemden begeerde , en wel
rin bet bijzonder, dat hij er ufgelaten werd. ..De Prins .hesloot, hierop1,
Gcmagtigden naar O o d ew a te r le zenden , om van den Staat der zaken
yerslag te doen. Die.het minste getaL uitmaakten in de Vrqedschap, en
voor de vrijheid der Lutlierscben gestemd hadden , stelden hunne ambten
len believe van deft Prins, en begeeiden er zelfs ontslag van; de .anderen
volgden hun voorbeeld. De Gemagtigden , verslag aan den Prins
gedaan hebbende, en in Augustus te O o d ew a te r zijnde wedergekeerd,
ontsloegen de geheele, Regering uit hare dienst, en stelden ,■ nevens
elf uit dp oude , zeven nieuwe Vroedschappen aan , waarmede de rust
in de, Regering hersteld werd. Ook raakte de kerkeraad in stilte,
sedert dat de Gcmagtigden, die voor de vrijheid der Lntherschen gestemd
hadden., de meerderheid in de Vroedschap verkregen hadden.
. , H e r r y B a l n e a v i s , Luitcnanl Rolonel bij het regiment van S t a a r t ,
e.en, krijgsma.n, ruini zeventig ja;ren oud , door de Slaten van Holland
huiten dienst gesteld, omdat hij weigerde. zieh naar hunne bevelen te