OUDKERK , Old k e rk of Oldekehk , eu in liet oud-Friesch A ld k e rre ,
d,, prov. Friedand, kw. Oostergoo , griet. Tietjerksteradeel, arr. en
2£ u. N. 0 . van Leeuwarden, kant. en 3 u. N. W. van Bergum,
nabij het Oudkerkster-meer.
Men telt er met de daartoè behoorcnde b. Indijk en Wran s ,
benevens een gedeelte van Bar t e l e h i e m , 470 inw., die nieest in
den landbonw en de veeteelt hun bestaan vinden. De landerijen, die
verre in bet Westen uitloopen, zijn scboone wei- en hooilanden en heb-
ben in de naburige Ee hunne uitwatering , door de watertjes de Oude-
meer en de Nieuwe-meer. In den oostelijken omtrek van dit dorp heeft
men vele goede bouwlanden , met geboomte omringd, en in het Zuid-
wcsten een meerlje, het Oudke rks t er-me e r genoemd.
De Herv., die hier wonen , behooren tot de gem. van Oudkerk-en-
Roodkerk, welke in dit dorp eene kerk heeft, zijnde een net. onderhouden
gebouw, met stompen toren , voorzien van fraaije banken
en gestoelten, eenen prächtigen predikstoel en een goed orgel. Nog
vindt men in deze kerk een grafsehrift, dat wegens zijnen hoogen ou-
derdom en kunstige bewerking zeer belangrijk is. Op eenen zeer groo-
ten steen is een krijgsman, met volle wapenrusting, uitgehouwen , doch
de familiewapens en het randschrift zijn door den tijd zoo onduidelijk
geworden, dat men slechts alleen meer lezen kan :
$(¡0. 1638* ♦ gterf te C. . . . ♦ (Porotijea
tftitgtna, Csßßrbt ÎBaïta taif.
Ook hangt er een bord met het wapen van het geslacht Sminia , en
het onderschrift : De welgeboren Heer Johannes Rb a la van Sminia , Me-
degeeommitteerde teil Landsdage. Obiit d. XIII. IX Ir. 1734 oud
mim XXIIII jaren en V II maanden.
Op het kerkhof vindt men een grafsteen, waarop het volgende te
lezen Staat :
Kent u seinen
0 mensch ! terwijl gy Mer wat wacht,
JVeemt doch eens op u seinen acht
Denkt of schroom dy nu nan m y ,
Dat ick noch onlangs was als ghy
En dat ghy worden suit als ick
Misschien noch denen oogenblick
En dan nolght Hemel ofte Hel.
Kiest eeuwigh qualick , ofte eeuwigh wel.
Bienheureux sont les Morts qui dorénavant meurent au Seigneur, car
ils se reposent de leurs travaux et leurs oeuvres les suivent. Apoc. 14 : 13.
(d. i. Zalig zijn de d'ooden , die in den Heere sterven van nu aan :
want zij ruslen van hunnen arbeid en hunne werken volgen lien na.
Openb. 14 vs. 13).
Anno 1674 den 22 Januarij is in de Heere gerust P itte h Annes,
ordinaris Bode der Ed. Mog. Heeren S taten van Friesland , old <55 ja a r ,
en leit hier begraven, verwagtende de zaliglie opstandinghe tat dut zijnen
Salighmaker onsen Iteven Heilandt en gekruisten Christus in de
Wolken sal verschijnen tot sijn ende aller yeloovigen verlossinghe. Amen.
Heere Jesus Amen.
De Roomsche Priester Sikke Wibes , moest in 1567 , wegens zijne
Hervoriude gevoelens , van hier vlugten.
Men heeft er eene dorpschool, en het fraai aangelegde huit, de Kli n se.
OUDKERK-EN-ROODKERK, kerk. gem., prov. Friesland, klass.
van Leeuwarden, ring van Bergum. Men heeft er twee kerken als :
¿ene le Oudkerk en ¿¿ne te Roodke rk, en telt er 620 zielen,
onder welke 120 Ledematen. De eerste, die in deze gemeente het leer-
aaramht heeft waargenomen, is geweest Hero Ulk e s , die in het jaar
1611 herwaarts kwam, cn in het jaar 1649 overleed. Onder de aldaar
gestaan hebbende Predikanten verdienen melding, P e trb s Brobwek ,
naderhand Hoogleeraar in de Godgeleerdheid te Dordrecht, die hier van
1755 tot in 1756 in dienst was , en Sambel Hendrik Manger , later Hoogleeraar
in de Oostcrschc talen , en daarna in de Godgeleerdheid te Era-
neker, die hier van 1757 tot 1760 gestaan heeft.
OUDKERKSTER-MEER (HET) of h e t O b d k e r k e r m b e r , prov. Friesland,
kw. Oostergoo, griet. Tietjerksteradeel, Z. W. van Oudkerk,
in de Murk, en dat door de Ni jemeer met de Dockume r - t rek-
v a a r t. in verbinding Staat.
OUDKERKSTERVAART (DE), water, prov. Friesland, kw. Oostergoo
, griet. Tietjerksteradeel, welke bij Oudkerk een begin neemt en
met eene westelijke rigting naar de Doclcumer-trekvaart loopt.
OUDLAND (HET), pold. in het Land-van-Arkel-beneden-de-Zouwe,
prov. Znid-Holland, arr. en kant. Gorinchem, gem. Uoog-Blokland;
palende N. aan de kom der gem. Hoog-Blokland, 0 . aan Arkel, Z. aan
Kort-Scbeiwijk , gem. Hoog-Blokland, W. aan Hoornaar.
Deze pold., heslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
154 bund. 86 v. r. 19 v. eil., alles schotbaar land ; telt 6 h., waar-
onder 3 boerderijen, en wordt, gemeenschappelijk met het L a n d - v d n -
A r k e l- b e n e d e n - d e -Z o u w e , opdeGiessen, van het overtolhge water
ontlast. Het polderbestuur bestaat uit eenen Schout en zes Polder-
heemraden, die tevens ak zoodanig fungeren over alle polders , welke tot
de gemeente Hoog-Blokland behooren.
OUDLAND (HET), pold. in het markgr. van B erg en-op-Zoom, prov.
Noord-Braband. Zie Stand-daar-bbiten (ObdEiand-van-)
OUDLAND (HET), pold. in het Land-van-Heusden, prov. JVoord-
Braband, Tweede distr., arr. ’s Hertogenbosch, kant. Heusden, gem.
Meeuwen-Hill-en-Babylonienbroek; palende N. aan den Mostaarddijk, tegen
het Nieuwland, 0 . aan den Polder-van-den-Biesheuvel, Z. aan de
Broeksche-straat en de Gier-kade, tegen den Polder-van-Eethen en den
Polder-van-Meeuwen ,. W. aan den Ouddijk, tegen den pold. den Hill.
Deze pold., die eigenlijk het ztjidelijke gedeelte van den Babylomenbroek-
sche-polder uitniaakt, wordt van het overtollige water ontlast, door
eenen houten watermolen, genaamd den Broeks ch e-molen , welke
23 eil. vlugt heeft, en waarvan het scheprad, over het kruis 5,08 eil.
en de schoepen 0,38 eil. breed zijn. Deze molen brengt het water op
den Br oek sch e- bo ez em, en vervolgens door de in den Zeedijk
gelegen Broeks che - s lui s , wijd 2,32 eil. en voorzien van eene drijf-
deur, op de rivier het Oude Maasje. Ter zijde van genoemden molen,
op den boezem, vindt men een schutsluisje, strekkcnde voor de
vaart naar Bahylonienbroek met kleine aken ; eerstgemelde sluis is wijd
2,42 eil., voorzien van twee drijfdeuren tot keering van het boezem-
of buitenwater , alsmede eene ebdeur, aan de binnenzijde. Die molen
maalt, behalve het water van dezen polder, ook dat van den
zoogenaamden Broe k s c h e - h o e k en de zoogenaamde Be emden,
onder Gendcren , nit. Het water van het Ocdeand loopt, tussehen
twee kaden besloten, dwars door den Polder-van-Meeuwen , waardoor
echter , uithoofde van den bestaanden duiker onder door dezen boezem ,
geene scheiding in de uitwalering van dien polder wordt te weeg gebragt
« Het zomerpeil is 0,05 eil. beneden A. P. Het maalpeil is