gclokt, doch niet ineer 200 veel als vroegcr len gevolge van de drodg»
makerij van den Zuidplas-polder.
Of er vöö'r de« tijd van de bouwing der tegenwoordige kerk, alhier
eene andere kerk of kapel geweest zij , is niet stellig bewezen ; on-
dertusschen is het wel te denken < dat zulks zal hebben plaats gehad.
De tegenwoordige kerk is van eene langwerpig vierkante gedaante.
Uit de overblijfsels der kerkglazen kan men bespeuren , dat zij voor-
heen zeer fraai moeten beschilderd zijn geweest. Het koor is slechts
met een houten hek afgeschoten ; daarin wordt het Nachtmaal gehouden.
Het dak -der kerk is met leijen gedekt, gelijk mede de spitsen toren ,
welke aan den ingang der kerk uit het dak rijst, en in welken een goed
mirwerk, hcneveris eene welluidende klok gevonden worden. Het kerk-
hof is net en zindelijk, met hoogopgaande boomen omzet, hetwelk een
aangenaam gezigt oplevert.
ln het Ambachtshuis wordt mede school gehouden , 00k wordt het
door den schoolmeester bewoond.
Men heeft er een Departement der Maatschappij : Tot Nut van ’t Al-
gemeen, dat den 1 Julij 1834 opgerigt is , en 38 leden teil.
Ook worden er twee paardenmarkten gehouden, als eene Dingsdags'
na Paschen , de andere 8 October. De kertnis valt in den derden
Zondag in September.
Nopens de gcschiedenis van Niehwerkerk-op-den-IJssel vindt men aange-
teekend,.dat het geheele ambacht, in het jaar 1400 en vervolgens, niet
weinig heeft. geleden door de Hoeksche en Kabeljaauwsche verdeeldheden.
In het jaar 1682 werd dit dorp , door de veel vermögende kracht
des waters, gruwzaam geteisterd, dat, wegens het doorbreken der dij-
ken, in ontzaggelijke vloeden daarop dit losbarstte.
Het wapen van Nieewerkerk-op-den-IJssel is een veld van zilver ,
met eenen leeuw van goud.
NIEUWERKEB.K.ER-POLDER, pold.in Kennemerland, prov. Noord-
Holland, arr. en kant. Haarlem, gem. ZuidSchalkwijk-Vijfhuizen-
en-Nieuwerkerk; palende N. aan het Lutkemeer , Z. 0 . aan Rijck,
Z. en W. aan het Haarlemmer-meer.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlaktc van
bijna 19 bund. Er Staat daarin een h., zijnde eene boerderij.
Op de kaart van Drogeham vindt men daarin een geh., Burg es-
weer, aangegeven , alsmede de plaatsen het Wormkerkhof en de
K.erkbof -van-Nieuwerkerk.
NIEUWERKERKER-POLBER , pold. in het eil. Wdickeren, prov.
Zeeland, arr. cn kant. Middelburg, gedeeltelijk gem. Arnemuide-
Nieuwerkerk-en-Mortiere , gedeeltelijk gem. Kleverskerke , gedeeltelijk
gfem. Nieuw-en-St.-Jooslanil; palende W. en N. W. aan het Arnemuid-
sche-gat, N. 0 . en 0 . aan de verdronken landen van Nieuwerkerk,
Z. 0 . aan den Rapenburg-polder, Z. aan den Polder-van-Oud-St.-
Joosland en aan de Middelburgsche-polder.
Deze pold., die in het jaar 1661 bedijkt is , beslaat, volgens het
kadaster , eene oppervlakte van .106 bund. 31 v, r.. 93 v. eil. Het
polderbestuur bestaat uit eenen Dijkgraaf, eenen Gezworene en eenen
Penningmeester.
NIEUWEROORD, buit. in het Overkwartier der prov. Utrecht, arr.
en 2-£ u. N. 0 . van Amersfoort, kant. en 3j u. Z. Z. 0 . van Wijk-
bij-Duurstede, gem. en 10 min. Z. Z. 0 . van Zeyst.
Dit buit. beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene .oppervlakte
van 89 v. r. 90 v. eil., en wordt thans in eigendom bezeten
door den Heer Ç o rn e lis H o o g e v e en , c . s . , woonachtig te Utrecht, a ls
erfpachter van den Heer F. N, van B e rn , te Zeyst.
NIEUWERSLUIS , vesting in het Nederkwartier der prov. Utrecht,
arr. en 3 u. N. ten W. van Utrecht, kant. en u. Z. Z. W. van
Loenen, gem. Stichts-en-Kroonenburgs-Loenen, in een bij uitstek aan-
gename streek, wegens de menigvuldige lustplaatsen, die men aldaar,
aan beide de zijden , tot aan Loenen en Breukelen vindt, wordende ,
ter oorzake van het betooverend schoon der wandeldreven aan den
weg en der gezigten längs de Vecht, zeer veel, door de inwoners va«
Amsterdam en Utrecht, in den zomertijd, bezocht. Men telt er 53 h.
en 240 inw., die meest hun bestaan vinden in den doortogt, welke
hier nog al vrij druk is. Ook is er eene station der paardenposterij.
Deze vesting ontleent hären naam van eene schulsluis, welke hier
ligt, en tusschen welker deuren de trekschuiten en andere kleine vaar-
tuigen , die van Amsterdam naar Utrecht varen , aanleggen en door-
schutten moeten. Door deze sluis komen de vaartuigen uit de Vecht
door den Regte-Angstel naar den Kromme-Angstel. De Regering
der stad Utrecht verpachtte en onderhield vroeger de sluis en betaalde
ook den sluiswachter, die uit dien hoofde onder het regtsgebied van
Utrecht behoorde.
In het jaar 1700 werd aan A braham van der D essen , bij eene over-
eenkomst tusschen de Gecommitteerden van het zandpad en hem, toe-
gestaan het .maken en onderhouden van eene nieuwe honten brug over
de Vecht, aan de Nieuwersluis, voor den tijd van twaalf jaren, onder
voorwaarde , dat hij gedurende dien tijd het tolgeld trekken zou , hetwelk
hij tot nog toe genoten had van alle de koetsen, wagens, ebaisen
en andere voertuigen , welke met de schouw overvoeren , en dat hij
jaarlijks voor de tollen op de brug , mitsgaders aan het zandpad , zoo
aan de Nieuwersluis als aan den Voetangel, eene som van zeven dui-
zend gulden zou uitkeeren y de eene helft aan den Renlmeesler van
de Dorheinen des Lands van Utrecht en de andere’ helft aan de The-
saurie der stad Amsterdam, op voorwaarde , dat na verloop van de
gemelde jaren het eigendom van de brug komen en blijven zou aan de
provincie Utrecht en de stad Amsterdam.
Deze vesting wordt door de rivier de Vecht in bijna twee gelijke
deelen verdeeld, waarvan het Wcstelijk gedeelte door den Regte-Angstel
of vaart, weder in twee deelen verdeeld wordt. De vestingwerken
bestaan op de beide oevers der Vecht uit een onregelmatig hoornwerk,
die door eene houten brug gemeenschap hebben , en zijn omgeven door
een hoofdgracht en bedekle weg met voorgracht, zonder verdere bui-
tenwerken. Alles is vau aarde en met natte grachten. Alle de ge-
bouwen in het oostelijk gedeelte zijn militaire en bestaan uit eene
groote Kazerne met bijgebouweu ; het westeüjk gedeelte bevat het
Ar s ena a l , eene Af fu i t lo o t s , twee Wa c h th u i z e n , benevens
zeventien particulière huizen. De vesting heeft geene poorten maar
vijf uitgangen , als : twee ten Oosten, eene ten Noordwesten I eene ten
Westen en eene ten Zuidwesten. De rijweg van Utrecht naar Amsterdam
loopt er door , längs den linker Vechtoever, over twee houten
bruggen , waarvan de eerste over de gracht der vesting de tweede over
den Regte-Angstel ligt.
In het jaar 1673, toen de Franseben de geheele provincie Utrecht
in hjmne magt hadden , was men bevreesd, dat zij zieh te N ie b w e r s lb is
zouden versterken, om van daar eenen aanslag op Amsterdam of op andere
steden van Holland te ondernemen. Om den vijand derhalve voor
VIII. D e e l . 10