gewetf men m de tuinen afklom. De plantaadjen waren, in vorgolij-
k i n g van andere lusthoven der Prinsen v an O r a n je , niet zeer groot
van omtrek, maar zcer fraai om de vergezigten, inzonderheid aan het
eindo van den tuin, van waar men over een terras, uit de middeldeur
▼an het huis, regt op den toren der nieuwe kerk te Delft zag.
Hit Hiiis-te-Rijswijk was vermaard door den vrede, aldaar in het
jaar 1697 gesloten, tusschen de Köningen van Spanje, Frankrijk en
Engeland, het Duitsche rijk en de Vereenigde Nederlapden. Men had
te dier tijd , behalve den gemelden ingang, in het middel-paviljoen
van dit gebouw, [nog twee andere gemaakt, in ieder der zij-paviljoe-
nen. De Afgezanten der bemiddelende Mogendheden traden door den
middelingang in ; die der verschil hebbende Mogendheden door de nieuw
gemaakte deuren, ieder naar den rang, te voreu bepaald.
Dit huis is in het jaar 1783 geheel afgebroken en opdengrond, waar
het heeft gestaan, een bosch aangelegd, in hetwelk men, in het
jaar 1792, een zuil heeft opgerigt, onder het opzigt en hestuur
▼an den bekwamen Bonwmeester S chenk te ’s Gravenhage. Op den
grond, eerst daartoe behoorlijk heheid, heeft men eenezware fundering
gebragt, om een ligchaam van zulk eene aanmerkelijke zwaarte, als
de naald zoude wezen , te dragen. Het gezegde fundament werd op-
getrokken tot eene hoogte van omlrent drie of drie en een halve voet
boven den beganen grond der lanen, en daarop een voelstuk van blaauwen
steen aangebragt, zijnde de fundering, aan ieder der vier zijden,
zeven en halve voet breed en aebttien duim hoog. Het gebeel is een
Hjstwerk; aan iedere zijde is daarop een blaauwe steenen zerk gesleld,
zes voet breed en een balve voet hoog. Op de voorzyde staat, met
groote kapitale letters:
D. M. 0 .
F A C I F E R 0
S.
P A C I R Y S V IC E N S I ,
I R I P S O
R U I N 0 S A B A E D I 3
SOIO
H. M. P.
GUILIELMUS V.
N A S S A U -A U R A E U S ,
A. D.
CIDIDCCLXXXXII.
(d. i. Ter eere van den grooten goeden God, die den vrede aan-
brengt, toegewijd. Ter gedachtenis van den Rijswijkschen vrede , heeft
Wuxeb V, Prins van Oranje-Nassau, op den grond van het verval-
len huis , dit gedenkteeken opgerigt, in het jaar onzes Heeren 1792.)
Op de drie andere staande zerken zijn geene opschriften of zinnebeeiden
geplaatst. Het geheele voetstuk wordt verder gedekt met een
blaauw steenen lijstwerk, van gelijke breedte en hoogte , als waarmede
op de fundering begonnen is, doch met eenige verandering in de wijzc
van bewerking. Het geheele voetstuk heeft derhalve eene hoogte van
veerlien tot vijftien voeten , namelijk van den beganen grond der lanen
af gerekend. Op dit voetstuk is de naald geplaatst, geheel vän
trassteen opgebouwd. Op de voorzijde, boven het reeds gemelde op-
schnft, staat het wapen van den Prins van Oranje, als oprigter van het
Monument. Het is zeer kunstig in trassteen uitgehouwen, van boven
oor lof- en bijwerk omvangen, en van onderen door een afhan-
gend sink- en lintwerk gesloten, ook is het door eene alleriraaiste
keizerinke kroon gedekt. Weder boven dit wapen ts de staf van Mercb-
mus afgebeeld, omslingerd van twee van onderen dooreengevlochten
slangen en eenig bijwerk meer, alles op den koophandel toepasselyk.
Aan de regterzijde ziet men bet roer van een schip, hetwelk in het
midden met eenige zamengevoegde korenaren omslingerd is, zijnde dit
een zinnebeeid van den rijkdom, welke door zeevaart en landbouw
wordt aangebragt. Aan de achterzljde is de Nederlandscbe pijlbundel,
mede van eenig lofwerk voorzien, afgebeeld. Op de linkerzijde is de
hören des overvloeds uitgehpuwen, weder met korenaren omslingerd;
wordende door alle deze zinnebeeiden zamengevoegd aangewezen, dat
door handel, zeevaart en landbouw, gepaard met y rede en een-
dragt, het vaderland overvloed geschonken wordt. Alles is door lol-, .
strik- en lintwerk veel verfraaid en rijkelijk met festoenen ver-
sierd. De top der naald is zes en twintig voeten hoog boven den be-
panen grond, van boven eindigt het in een stoinp spits. De grond is
legen het voetstuk opgaande en met graszoden bclegd, hetwelk een
heuvelachtig aanzien geeft. Yödr deze zoden is rondom de naald
cen stoep gelegd van blaauwe zerken , welke men door middel van drie
trappen beklimt. De bouworde en uitvoering van. dit overheerlijk
gedenkstuk wordt door alle kunstkenners hoogelijk geroemd. Het is
over het algemeen, zoo door zware ijzeren doken , als door eene kun-
stige zamenstelling der steenen , ongemeen sterk gemaakt. Achter de
naald liggen nog twee vischrijke vijvers , zijnde alle de overigen ge-
dempt, aangeboogd en beplant, zöodat men nu, in plaats van eenen
overgebleven’ bouwval te vinden, zieh kan verlustigen in een aange-
naam welbeplant bosch, doorsneden met bevallige lanen en wandeldre-
ven en pronkende met eene gedenjinaald, welke het nageslacht zal
bekend maken, waar het vermaarde H ois- xe-R ijswuk gestaan heett.
NIEUWBURG, voorm. kast. in het Land van 's Hertogenrade , prov.
Limburg. Zie N ebborg.
NIEUWBURG of Nyenbürg, mede Nienbürg geschreven, voorm. kast.
in het balj. van de Nieuwburgen, prov. Noord-Holland, arr., kant.
e n ju . Z. 0 . van Alkmaar, gem. en i u. N. W. van Oudorp , nabij
de Halvemaansbrug en den weg die van daar naar St.-Pancras loopt,
tegen het Yroonermeer. , r
Het was een der vijf kasteelen , omtrent het jaar 1287 door ri.oris V,
Graaf van Holland, ler bedwinging van de Westfriezen gesticht, doch
werd in 1426 door den Kennemerloop geplunderd en in 1491 door het
Kaas- en Broodvolk afgebroken. Het sebijnt echter later weder opge-
houwd te zijn, dewijl ipen vindt opgeteekend, dat de zoogenaamde
Zwarte hoop het in 1317 door brand vernield heeft.
In het jaar 1439 is het kasteel N iebwbbrg zekerlijk een van sGraven
sloten geweest, die ter bewoning van gerangenen gediend hebben, want
in eene sententie van den Hove van Holland van dat jaar, wordt den
Dijkgraaf van Kennemerland de keuze gegeven van balling te zijn voor
twee jaar of veertien dagen te water en te brood te zitten in den stok
op die N eyenborg. De daartoe behoord hebbende gronden worden thans in
eigendom bezeten door den Heer N. B reebaart, woonachtig teAlkmaar.
Den 27 Maart 1296 sloeg Jan I , Graaf van Holland, de Westfriezen
in de nabijheid van dit kasteel , in welk gevecht van ’s Graven zijde
de dappere J an van A rkel het leven verloor.
• NIEUWBURG (HET HUIS-VAN-DEN-), voorm. adell. h. te Helfland,
prov. Zuid-Holland, te ’s Gravenhage. Zie IJ sseestein (Het-H uis-van- ) .
NIEUWBURGEN (HET BAIJUWSCHAP-VAN-DE-) voorm. balj.
in Noord-Holland, hetwelk bestond in eene uitgestrektheid van hoog