OEDJONG-GLAP (d . i. bet D uister- einde) , k a a p in Oast-Indie ¡n
d e Zee-van-Java, a a n d e Noordkust v a n het Sundasche e il. Java, rcsid
Cherihon, a d s . res. Indramayo.
OEDJONG-GOENONG (ÜE), riv. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Java, resid. Pekalonyang, welke met eene noordelijke rigting in
de Zee-van-Java uitloopt, en sleckts voor kleine schepen bevaar-
baar is.
OEDJONG-KASSIE, kaap in Oost-Indie, in de Zee-van-Java, aan
de Noordkust van het Sundasche eil. Sumatra.
Na de uitbarsting van den Tambora, welke den 5 April 1815 plaats
had, was het zeestrand , nabij deze kaap, als overstroomd met zware
boomen. Op die boomen zag men klipsteenen liggen, welke afgebro-
ken stukken van rotsen schenen te zijn, waaruit de geheele hooge
kust aldaar bestaat, en waarin men ook hier en daar groote scheuren
ontdekte, mitsgaders boomen , welke twee man naauwelijks omvade-
men konden, en die zonder twijfel, met wortel en tak, van het
gebergte in zee en van daar , door geweldige zeeberoerten en
hooge vloeden , weder hoog op de kust geworpen waren. Ook scheen
de geheele zee in den omtrek met drijvende puimsteen overdekt
te wezen.
OEDJONG-KLANG, oud geh. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, resid. Banjoemus, op den oostelijken oever van de baai Segara-
Anakan.
OEDIONG-LAJAN , kaap in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
aan de Noordkust, resicL Tagal.
OEDJONG-LEGAN , kaap in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
aan de Noordkust, resid. Rembang.
OEDJONG-MENTING, landg. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, resid. Batavia, in de Bataviasclie-Ommelanden.
OEDJONG-NEGORO, bosch in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Jara, resid. Pehalongang, distr. Bandar. — Het levert djatiehaut op.
OEDJONG-PANDJANG (KIJKHOEK-), naam, welken deMakassaren
geven aan het fort R o t t e r d a m , op het Sundasche eil. Celebes. Zie
R o t t e r d a m .
OEDOE, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Rembang, reg. Blora.
OEFFELT, gem., voorheen tot het hert. Cleve behoord hebbende,
thaiis prov. Noord-Braband, Berste distr., arr. ’s Hertogenbosch, kant.
Boxmeer (2 k. d., 22 m. k., 5 s. d. 1 afd.); palende j-N. aan de
gem. Ciiyk-en-St.'-Agatha, 0. aan de Maas, Z. aan Beugen-en-Rijke-
voort, W. aan Haps.
Deze gem. bevat niets dan het d. Oe f f e l t , en beslaat, volgens
het kadaster, eene oppervlakte van 944 blind., waaronder 889 bund.
95 v. r. 55 v. ell. belastbaar land; telt 151 h ., bewoond door
181 huisgez., uitmakende eene bevolking van 930 inw., die meest
hun bestaan vinden in den landbouw. In deze gem. zijn genoegzaam
geene gronden meer, die nog woest en onbebouwd liggen. Ook heeft
men er eenen graanmolen, eene bierbrouwerij en eene leerlooijerij.
De inw., die, op 2 na, allen R. K. zijn, onder welke 680 Com-
munikanten, maken eene par. uit, welke tot het apost. vic. gen. van
’s Hertogenbosch, dek. van Cuyk, behoort. —■ De 2 Isr., die er wo-
nen , worden tot de ringsynagoge van Cuyk gerekend. — Men heeft
in deze gem. eene school, welke gemiddeld door een getal van 90 leer-
lingen bezocht wordt.
Deze Berti heeft vroeger tot het Nederambt-yan-Cuyck behoord, doch
moet aan de Heeren v a s G e n n e p afgestaan zijn , onder anderen , op
voorwaarde, dat men zieh van hunne gewijsden zou mpeten blijven
beroenen op de hoofdbank van Cuyck, dat Uien haar anders het
„enot of pebruik van de gemeente zou benemen. Later echter is men
aan het hof van Cleve in beroep gekomen. Nog later is zij door de
Heeren v a r G e k r e p aan den Hertog v a n Cleve afgestaan, en hei was,
als deel van dit hertogdom, dat de Koning van Pruissen het tot op
onzen leeftijd bezeten heeft. , . , „
Het d. O e f f e l t ligt 9 u. 0 . van ’s Hertogenbosch , .4M.- «• va,‘
Boxmeer, 1 u. Z. 0 . van Cuyck, 10 min. W. van de Maas, oyer
welke het een pontveer heeft. Door dit dorp loopt eene beek. Het
iiedeelte, ten Z. van die beek, naar den kant van Beugen gelegen,
werd oudtijds Oe f f e l t of Uf f el t , en het gedeelte naar de zijde van
Guvk Belegen, waar de parochiekerk Staat, Brake i genoemd. Op
laatstwenoemd gedeelte heeft een merkwaardig gebouw of kasteel
bestaan, genaamd Kl eppenburg, waarvan de bouwvallen geheel
^ L ^ e r k 1,1” ^ den H. Naam J e zo s toegewijd, is een klein gebouw,
met eenen toren en van een orgel voorzien. «
De -kermis valt in Zondag na den 9 October.
De inw. dezer gemeente leden bij den watervloed van 172/, 1/4U,
1799 en Januarij 1820 groote schade.
OEGEKLOOSTER of ü g o k l o o s t e r , voorm. kloost., prov. triesland,
kw. Westergoo, griet. Wonseradeel, niet ver van Bois ward , aan de
Hartwerdervaart, onder het dorp Hartwerd. __
Het werd, volgens sommigen, bewoond door Augustijner-Nonnen ,
volgens anderen door Graauwe Beggijnen , en werd ook wel de Abjhjv
a w - S c h i l l a a r d genoemd.
J o h a n B o n g a , een Friesch Edelman, den 17 Augustus 1572, met
eenige schepen en Soldaten, van Enkhuizen naar Friesland gevaren
zünde , kwam den 20 met 300 man voor Boisward en cischte de stad,
uit naam van den Koning van Spanje en den Prms v a s O r a n j e , als
G o u v e r n e u r der Nederlanden , op. Mr. H o b b e O t t e s , Burgemeester van
Boisward, gaf ten antwoord, dat men het den Stadhouder en Kolonei
had geweigerd, en dat men dat ook hem wel doen zoude. B o n g a
vraagde: » Wie is uw Stadhouder?” H o b b e zeide : * De Kolonei van
» Groningen.” B o n g a barste daarop uit : » De Kollonel is een schelm .
H o b b e daartegen : . drt biste zelf een schelm!” B o n g a daarover toor-
nig, toog van Boisward naar Sneek, stak eerst het O e g e k l o o s t e r m
brand , en gaf het ten prijs , om het af te breken en de bouwstoffen
weg te halen, aan degene, die kon of wilde. Ter plaatse, waar dit
kloosler gestaan heeft , ziet men thans nog dne partikuliere huizen ,
en daar onder het huis Te r -Le t . rr j
OEGSTGEEST, v o o r m . afzonderlijke heerl. in Rijnland, prov. Auid-
Ilolland, arr. Leyden, kant. Noordwijk, gem. Oegstgeest-en-Poelgeest;
palende N. apn de heerl. Voorhout, 0 . aan Poelgeest, Z. aan Voor-
schoten, W. aan Rijnsburg en Valkenburg. _
Aangezien echter die heerlijkheid reeds sedert hetj aar 1398 “ toen
A l b r e c h t v a n B e i j e r e n , Graaf van Holland, de dingbank van P o e lgee
st met die van O e g s t g e e s t yereenigde — met H °e lg e e s t eeno
heerl. scliijnt te hebben uitgemaakt, zijn sedert beide heerlijkheden
zoodanig ineen gesmolten , dat de juiste grensscheidmg daarvan met meer
bekend en de afzonderlijke groolte dus niet meer op te geven is.
VIII. D e e l . , 23