die in eene lange reeks en orde de Romeinsche Keizcrs vertooncn •
nog^ andere zoogenoeinde nummi bigati, serrati en ra titi; beeiden ’
graf- en allaarsteenen , vloersteenen, tegels en tegelpannen, met de
namen der legioenen bestempeld ; lijkbussen, lampen , aarden vaten
gesnedene edelgesteenten , ringen , gespen , naalden , huisraad en andere
aloude overblijfsels en zeldzaamheden der genoemde volken. Als eene
bijzonderheid mag aangemerkt worden , dat men nog hedendaags
eene memgte stukken van Romeinsch aardewerk ziet bloot liggen
längs den oeverkant der Waal, tusscben de stad en het fort Kravcn-
hoff, hetwelk uit den bodem der rivier wordt aangespoeld.
In lateren tijd kwam N i jm e g e n , alwaar in 692 de eerste cbristenkerk
rtuiten de stad , gebouwd werd , onder de Fränkische Köningen en Duil-
sche Keizers, en was, na Aken, de mcest geliefdkoosde verblijfplaats
van K a b e l den Groote, die er een prächtig paleis, het Va lkho f
deed bouwen. ’
Nijmegen.^ van ouds onder de Fränkische Köningen gestaan hebbende
werd, in de elfde eeuw , als eene vrije keizerlijke stad bestierd ; doch
omtrent twee eeuwen later, door Willem, Roomsch Koning en Graaf
van Holland, aan zijnen bloedverwant O t t o III , Graaf van Gelte
in pandschap gegeven, mits dat de stad altoos als eene rijksstad aan-
gemerkt zou worden , en onder de bescherming des Keizers blijven zou
doch werd, ten tijde van Wenceslaus, in het jaar 1584, wederom in
nare oude voorregten hersteld.
De Graven en Hertogen van Gelder hebben , tot zelfs de laatste,
Koning F il i p s I I , plegtig beloofd , deze voorregten te zullen eerbie-
digen en m waarde Louden, terwijl die ook door de stad bij de toe-
treding tot de ünie van Utrecht, in het jaar 1579, wel uitdrukkeliik
zijn voorbehouden.
. sia<* ,’s meer ^an eens en ■> voor de laatste maal, in het iäar
1447 mtgelegd. De Waal, die haar voorbij stroomt , is voor deze
stad het diepst, bedragende 5 eil. 2 palm., met eene breedte voor de
otevenspoort tot tegen de uiterwaarden , bij 3 eil. pijl 364 eil en
op hare grootste breedte 380 ell. Men komt met paarden en rijtuigen
over de rivier , door eene gierbrug (zie het art. L e n t ) . Het bruggevak
aan de Lentsche zijde is m December 1844, met al zijne ponten, wacht-
huisje en verderen töestel, door het drijfijs medegevoerd en was den
19 van die maand lot in het gezigt van Tiel genaderd, waar het, tot
in het laatst van Maart des volgenden jaars, bleef vastzitten. De schade,
daardoor veroorzaakt, was echter niet groot, daar het ijs toen, buiten
verwachtmg, zeer zacht uit de rivier wegschoof. Aan de landzijde is
N i jm e g e n door wclig groenende weiden en vruchtbare akkers omgeven.
De ligging van N i jm e g e n maakt de stad uitnemend geschikt voor eene
vesting en tot den sleutel des lands. Zij ligt rivier opwaarts slechts drie
uren van de grenzen, alwaar de Waal, na zieh te Pannerden van den
iujn gescheiden te hebben, hären zuidelijken loop in eenen westeliiken
verändert. In vroegeren tijd, toen de loop der Waal, van Schenken-
schans at , vlak westwaarts was , was N i jm e g e n een nog beter verde-
djgingspunt.(
De vestingwerken van N i jm e g e n zijn dikwijls en nog vöör weinige
jaren aanmerkelijk veranderd en verbeterd. De oude muur dezer stad
is nog wel in wezen, en voorzien van zeer hooge en dikke rondeelen ’
naar den vorigen tränt der vestingbouwkunde, maar wordt gedekt door
zeven groote boiwerken (bastions) ; genaamd : Kronenbur g, Pes t -
h u i s , Na s s au , Or a n j e , Z i e k e p o o r t , I I e e r s t e e g p o o r t e n
t a J e u n e s s e . B b v e n d i e n heeft men er twee hoornwerken ; h e t een Gel-
d e l a n d geheeten , aan de oostzijde, liggende op d e r.H u n e n b e rg ,
en b e t andere H e z e l p o o r t g e n o em d , ten westen bmten de Ile-
zel poort en een ravelijn vóór de Moleirpoort. Alles is omgeven
van grachten en bedekte weg m et glacis en reduits in de wapen-
L a a ts en . De hoofdwerken zijn van den ouden r.n gm u u r afgescheiden
Soor smalle g r a c h te n , behalve bastion N a s s a u d a t daarmede ver-
bonden is. Deze werken zijn allen van aarde en hebben drooge gra eh -
t e n , alleen die van bastion K r o n e n b u r g en van he t boornwerk
H e ; 500°of 330'eilen van den hoofdmuur wordt de vesting ingesloten
door een v e rsle rk t k am p , da t u it v ijf hoofddcelen bestaat ; a ls : K r o o n -
w e r k B o t t e n d a a l , de Ni e u w e - w e r k e n , het S t e e n e n - k r u i s
en H o e n d e r b e r g , zijnde he t eerste een kroonwerk en drie lu n e lten
en de vier overigen ieder zamengesteld u it d n e lu n e tte n ; zij zijn allen
van grachten voorzien en door eenen bedekten weg met g lad s , met elkander
verbonden, zijnde h e t bastion Z e e a n d en de lu n e tte U t r e c h t
van genoemd k ro o nw e rk , de eenigste werken de r v e s tin g , d ie b e k le e -
dingsmuren en kanonkelders hebben. Buiten he t glacis van d .t Lamp
en omstreeks 200 eilen vóór h e t Steenen-krms , l.g K i j k - . n - d e -
P o t , bestaande u it twee lu n e lten m et g ra chten bedekte weg en glacis
de vleugels van d it kamp worden gedekt door de forten Kr a i -
i e n h o f f en S t e r r e s c h a n s . Zie die a rt.
Aan.de overzijde der rivier de Waal lag vroeger de schans Knodsenburff.
Zie dat woord. , ,
In het begin der vorige eeuw had men , tegenover N i jm e g e n , doch
een weinig hooger en aan den rand der nvier, eene andere schans
aangelegdf welke zou dienen, om de stads werken beneden den
Hunenberg te bestrijken en te verdedigen. Deze werd Ho Han d ia
genoemd. Doch in het jaar 1740 is zij door eenen zwaren ijsgang ge-
noegzaam geheel weggeraakt en voorts, in het volgende jaar gesiecht.
ife stad heeft tien poorten , zes aan de water- en Vier aan de landzijde
Die aan den wa terk an t of ten Noorden zijn, van h e t Westen n a a r h e t
O o sten g e rek en d : de S t. S t e ven s - p o o r t, overwelfd, m et eene won.ng
erboven; d eM e i - p o o r t , die overwelfd eni d e rumaste van allem i s , h e t
St. J a k o b s - p o o r t j e , zijnde een breede doorgang onder door de
liu iz en ; de K r a a n - p o o r t 0 f G r o o t e -Wa t e r - p o o r t zijnde slechts
eene b a rriè re ; h e t B e z i e n d e r s -p o o r t j e , van ouds O n z e - L i e v e -
Y r o u w e - p o o r t of enkel V r o u w e - p o o r t genoemd zijnde mede
eene breede doorgang onder door de huizen , en de V e e r - p o o r t ,
van ouds de V e h r p o i r t , een overwelfd gebouw , m et eene wo-
n ing er op. Die aan den lan d k a n t zijn : ten O. de H u n n e r - o£
H u n e n - p o o r t , van ouds de H o n r e p o r t of H o i n d e r p o i r t ,
th an s bij verbastering de H o c n de r - p o o r t genoemd zijnde eene
overwulfde p o o rt, m et woning daarboven ; ten L. U. de Ue r t o g -
s t e e g s - of H c e r s t e e g s c h e - p o o r t , bij verbastering veelal d e
H a r t s t e e g s - p o o r t , mede overwelfd en m et woonhms er op , ten
Z. de Mo l e n - p o o r t , ook overwelfd; m e t eene woning e r o p , en de
H ez e l - of H e e s s c h e - p o o r t , zijnde ongetwijfeld éene der oudste
en sterkste punten van deze stad , bestaande u it twee poorten eene
b u iten - en eene b in n en p ö o rt, zijnde in 1824 geheel vermeuwd. In
den b u ilenm u u r de r binnenpoort v in d t men nog eenen steen , in e t d it
o p sc h rift: Hoc vsoivs s t a h r i e , beteekenende, volgens h e t meest waar-
schijnlijke gevoelcn ,. tot hiertoe strebt zieh het stuurregt utt ; h e t reg t