686 0 U D .
Zecdijk aangelegd, op ^cven honderd passen ten 0 . van het fo r t; zij ¡3
ongeflankeerd, in de keel open. Beide werken zijn van aarde, met natte
grachten en zonder gebouwen. Alle deze werken vormen eene ver-
sterkte legerplaats of kamp, zoo wel te r bestrijking der re ed e , als
to t het beletten eener landing, waartoe ook nog eene batterij heeft
gelegen, W . van de redonte op den Hoornsche zeedijk, het Höre
n t j e genaamd. Het gewigt echter dier positie is , met het volstrekt
ondiep worden van het daar längs stroomend vaarwaler, geheel verdwe-
nen. Men vindt daar dan ook thans nog slechts eene kleine barak,
welke door eenen oppasser wordt bewaakl.
OUDESCHANSER-ZIJL of B e l l i n g e w o l d e r - z i j l , voorm. sluis in Westerwolde
, prov. Groningen, gem. en 23 min. N. W. van Bellingewolde,
6 min H. van Oudeschans.
Deze A-zijl of slu is, welke door de landen van geheel Westerwolde
afstroomde, is later uitgespoeld en door de Zwijner-zijl, bij de Lange-
akkcr-schans, en eindelijk door de Staten-zijl vervangen. Ter plaatse,
waar de O d d e s c h a n s e r - z i j l gelegen h e e ft, ligt thans eene valbrug. De
waterlozing van Bellingwolde, enz. is in het ja a r 1704 op eenen ver-
wijderden afstand naar eene afzonderlijke sluis bij Finsterwolde geleid,
die den naam van Bellingewolder-zijl draagt , maar thans geheel on-
bruikbaar is.
OUDE-SCHILD , d. op het eil. Texel, prov. N oord-Holland, arr.
en lO j u, N. van Alkmaar, kant. en 2£ u. N. ten 0 . van den Helder,
gem. Texel, 5 u. Z. 0 . van den Burg.
De naam van dit dorp wordt verschillend gespeld , te weten Schilb
en Scbil. Het is niet gemakkelijk, zoo al mogelijk, te beslissen,
welke de juiste z ij; de meeste waarschijnlijkheid echter schijnt te pleiten
voor de juistheid der spelling van Schil , uit hoofde van de menigte
alikruiken en andere kleine schelpvisch, welke de zee hier in eea
nevens gelegen inhammetje aanvoert en welke schil genaamd wordt.
De officiele naam echter is Odde-Schild, overeenkomslig het algemeen
gebruik. Het had zijn ontstaan en opkomst te danken aan onze, in
h e t begin van de zeventiende eeuw, sterk toenemende scheepvaart,
daar de grootste koopvaardij- en oorlogsehepen destijds vlak voor dit
zeedorp geregeld voor anker kwamen , dagelijks eene groote menigte
levensmiddelen en andere behoeften van daar afhaalden* en alzoo leveu
en welvaart over die plaats verspreidden, alwaar dan ook alle de zoo-
genaamde binnenloodsen woonden , die. de schepen van de reede over
de Zuiderzee naar Amsterdam opbragten. Dit duurde to t in het begin
der negentiende eeuw. Sedert echter was de haven van Nieuwe-diep
van meerdere beteekenis geworden ; die zeehaven had zieh door den
aanleg van groote rijkswerven eensklaps verhazend uitgebreid. De
opening van h e t Groote-Noordhollandsch-kanaal stelde eene regtstreek-
sche communicatie daar tusschen die haven en de eerste koopstad des
Rijks, en van d a a r, d a t de binnenkomendc en afvarende zeesebepen
de veilige ligplaats in die haven verre verkozen boven de zeer gevaar-
lijke voor het Odde-Schild of ter reede van Texel , welke eerste dan
ook reeds lang voor groote schepen was verloopen. Daarhij kwam i*
1833 de organisatie van het loodswezen , en nu begon de verbiuzmj
van het meest welvarend decl der inwoners zoodanig toe te nennen i
dat , in plaats der 1300 of 1600 zielen, die het Odde-Schild nog >®
h e t jaar 1828 te ld e , thans (1846) dat getal naauwelijks 770 bedraagtj
terwijl de aanzienlijkste huizeh reeds zijn gesloopt en alles aan dat
dorp een nog grooter verval voorspelt, d a a r , met de zeevaart, de
0 Ü D . 687
meeste bronnen van bestaan zijn verloren gegaan. Men tc lt er thans
nog 870 huizen.
De Herv., die er 830 in gctal z ijn , onder welke 290 Ledematen ,
maken eene gem. ui t , welke to t de klass. van Alkmaar, ring der
Eilanden, behoort. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft
waargenomen , is geweest Antonius Dahbrogge of Danbdbg , die hier in
het ja a r 1680 kwam en den 11 Junij 1681 overleed. De kerk, die
kort voor het ja a r 1630 gebouwd is, is niet groot en heeft aan de
eene zijde een kruiswerk en eenen houten toren , doch geen orgel.
Een der koperen lichtkroonen in deze kerk wordt gezegd van den Ad-
miraal de Roiter afkomstig te zijn ; men vindt althans de wapens van
dien zeeheld op de Schilden , welke op de kroon geplaatst zijn , met
het jaarcijfer 1 6 7 8 , du, twee jaren na zijn overlijden De bewijsstnkken
schijnen te hebben bestaan , doch zijn in de papieren van de kerk
niet te vinden. Een tweede kroon prijkt met de wapens van den
Admiraal Trohp en het jaarcijfer 1677 , waarvan almede geen ander
bewijs voorhanden is.
Dit dorp heeft sedert 1838 een eigen R. K. kerk en Pastoor , zijnde
alstoen de reeds vele jaren vroeger bestaan hebbende kapel daartoe
nitgebreid. Deze kerk is aan Onze Lieve Vrouw en den H. M a r t i n d s
toegewijd. De R. K. zijn thans nog geen 230 in g etal, onder welke
180 Communikanten.
De dorpschool wordt alsnog gemiddeld door een getal van 120 leer-
iingen bezocht.
Ook is op dit dorp geplaatst het distributiekantoor der brieven van
het geheele eiland; terwijl ook de beide postschippers met hunne
vaartuigen, ingerigt to t dagelijks vervoer van brieven en passagiers
van en naar het Nieuwediep , aldaar te r plaatse gevestigd zijn.
In de herberg de Zeven Provincien vindt men nog de zoogenaamde
R u i t e r s - k am e r , in welke de Admiraal M i c h i e l A d r i a a n s z d e R u i t e r
meermalen overnacht heeft. Digt bij d it d. liggen ten Z. W . het fort
de Ou d e s c h a n s en andere verdedigingswerken. Zie O o d e s c h a n s .
Even benoorden het dorp liggen de zoogenaamde We e z e nwa t e r -
p u t t e n , zijnde eene wel aan den voet van eenen uitgestrekten heu-
vel, welke altoos rijk voorzien is van zulk uilmuntend versch water ,
dat sedert 1600 alle onze oorlog- en koopvaardijschepen zieh daarvan
voor de uilreis voorzagen , en op die wijze aan den eig en a a r, h e t a lgemeen
weeshuis van Texel, een goed inkomen verschaflen. Sedert de
groote verandering e ch te r, die het Noordhollandsche kanaal en de
daarstelling van het Nieuwe-diep hebben te weeg g eb rag t, heeft ook
deze leverantie bijna geheel opgehouden , en slaat het te voorzien , dat
die weldra geheel zal te niet loopen.
Een kwartier uurs bewesten deze p u tte n , aan den overgestelden voet
dier zelfde hoogte, vindt men eene kolk van zoet water in een stuk
l a n d , welke kolk reeds in de Chronyk van Meedemblik door D i r k B o r g e r
van S c h o o r l als zeer opmerkelijk vermeld wordt, dewijl die noch bij de
meest aanhoudende droogte vermindert, noch bij de zwaarste regens
toeneemt.
Ten Oosten van d it dorp heeft men ook eene haven voor binnen-
vaartuigen , welke in 1778 aangelegd op eene oppervlakte van ruim
2 hunders, vroeger voor h e t te O d d e - S c h i l d te huis behoorend groot
aantal loods- en andere vaartuigen diende, behalve voor menigen kleinen
koopvaarder, die daarvan des winters gebruik maakte. Op het
emde van het oostelijkste havenhoofdje, brand een klein lamp of