Den 16 Mei 1856 werd aldaar, van wege en in naam der Handel*
maatscliappij, de eerste stcen gelegd aan het établissement, dat
voor harc rekening, door den Heer T h om a s A in sw o r t h werd opge-
rigt, en strekken moest, om de gelcverde .goederen aldaar in ontvang
le némen en na te zien. Een ander gebouw, voor rekening van den
Heer T. A ih sw o r t h gestiebt, dient voor modelweverij , en verstrekte
onder zijne direclie, om de noodige inlichtingen aan fabrijkanten *
tot verbetering en uitbreiding der fabrijkaadje, te geven , wagrin
met ondersoheidene soorten van goederen proeven worden genomen,
en de fabrijkanten het vereischte onderrigt kunnen bekomen, in de
vervaardiging van zulke stoffen, waarvoor ergens debiet voor ben
te vinden is. Tot uitoefening dezer modelweverij is de westervleugel van
het gebouw bestemd. geworden ; terwijl in den oostervleugel eene ver-
beterde wijze van kettingsterken is ingevoerd geworden, helwelk bestaat
in de schering voor het handweefgetouw te bereiden. Het middenge-
bouw, tot een zeer nuttig en hoogst belangrijk doel ingerigt, (namelijk
tot eene vlasspinnerij, door stoomkracht in werking gebragt, len einde
de albier verachterde vlasbouw en kwijnende linnenfabrijken weder op
te beuren), is echter door den dood des opzigters niet in volle werking
gekomen, en de machinerie der vlasspinnerij naar elders verplaatst.
Deze plaats scheen eenen tijd lang bestemd om eenen hoogen trap
van belangrijkheid te bereiken. Möge de hoop daartoe nog niet ge-
heel verloren zijn. Thans telt men er 17 h. en 160 inw.
NIJWENDAEL, oud adell. h., prov. Utrecht, binnen de stad
Utrecht, aan de westzijde van de Oude-gracht, tusschen de Bakkers-
brug en de ßezembrug.
NIKLAASGA, d., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet. Domawarstal.
Zie N ic o la a sg a .
NILA , eil. in Oost-Indië, een der Zuidooster-eilanden-van-Banda.
7° 12' Z. B., 147° 20' 0 . L.
Het is vier nur lang en drie uur breed, en heeft aan de noordzijde
eene legplaats voor kleine vaartuigen. Het bestaat uit eenen hoogen,
ronden berg , en is door een gering aantal Heidenen bewoond, die
jaarlijks in . den kentertijd der moessons, met hunne vaartuigen naar
Banda oversteken, om aldaar varkens, hoenders en kokosnooten te
verhandelen, zijnde de eenige voortbrengselen, welke dit eiland schijnt
op te leveren.
NILA (DE), Wai-Niea , riv. in Oost-Indtè, op het Ambonsche eil.
Boero, aan de Oostkust, welke zieh, met eenen oostelijken loop in
zee uitslort.
NIMMERDOOR, verl. suikgrplant. in Nederlands-Guiana , kol. Suriname
, aan de Boven-Commewijne , ter linkerzijde in het afvaren •
palende bovenwaarts aan de .verl. suikerplant. Carawassibo , beneden-
waarts aan de suikerplant. Wayampibo.
NIMMER-DOR , buit. in het J\ederkwarticr der prov. Utrecht, arr.,
kant., gem. en 20 min. Amersfoort, aan den Arnhemschen straatweg!
Dit buit. wordt thans in eigendom bezeten door den Heer Mr. S . v an
W a ic h e r e n .
N1MMER-RUST, verl. houtgr. \n Tiederlands-Guianu, kol. Suriname y
aan de Maarschalks-kreek, ter linkerzijde in het afvaren j palende bovenwaarts
aan den houtgr. Temeraire, henedenwaarts aan den verl.
jioutgr. Curaçao j 2000 akk. groot.
NIMWEGEN , naam , welken men in de wandeling veelal geeft aan
de st. Nijidegen, prov, Gelderland. Zie Nijhegeh.
NINIVE of N in o v e , voorm. plaats in Staats-Flaanderen, prov. Zee
land, welke door sommigen vermeld wordt onder de in 1577 verdronkene
dorpen en kloosters. •
NINNI, strand in Oost-Indie, op het Ambonsche eil. Leram , aan
de Noordkust van Groot-Ceram. ’ TB
NINTOEPA (DE) riv. in Oost-Indie, op het Ambonsche eil. Le-
ram, aan de Noordkust. - Zij stört zieh, met eenen noordelyken
loop, in de Straat-van-Gilolo uit. . ■' ,
NJOENGRON , naam , welken de Negers geven , a a n de koilyplant.
N i e b w g r o n d | in Nederlandsch-Guiana , kol. Suriname. Zie N i e i jw g r o n d .
NIPA (HOEK-), kaap , in Oost-Indie , in de Straat-der-Molukkos ,
op de Oostkust van’ het eil. Celebes.
NIPA-NIPA d. in Oost-Indie, op het Sundasehe eil. Celebes,
gouv. Sar, op’ de Zuidelijke-Landtong, gouv. geb. Boelekomba-en-
Bonthain, lands. Boelekomba. I ioan
Dit d. werd door de waterberoenng , welke den 20 üecember 1820
^NIPEL^(DE)kof W a y - N i p e l , riv. in Oost-Indie, in het Moluksche
^'zij komt aan het noordelijk strand van dit eil. uit het gebergte
voort , stroomt eerst noordwaarts aan , tot z.j zieh met de Roang
vereenipt van waar zij eene noordwestelijke ngtmg aanneemt, om zieh ,
eene miil van het strand, in de Way-lla te ontlasten.
NIRVEN peh. in het Land-van-Fallcenburg , prov. Limburg, distr.,
arr en 3 u N 0 . van Maastricht, kant. en ■ u. N. W. van Heerlen,
pem. en 4 min, N. W. van Nuth; met 23 h. en 130 inw
NIS (DE) r eil, in Oost-Indie , in de Zee-van-Java, voor den mond
Achter*dit eiland, een weinig ten Zuidoosten , ligt nog een edand,
dat door zeer gevaarlijke droogten omgeven is , en waardoor de Uja-
parasche reede zeer vcrkleind wordt. ” „ ,
NISPEN, eertijds N is i p a , d. in de bar. van Breda , prov. Noord-
Braband, arr. en 5J u. W. van Breda, kant. en 5* u, Z. W. van
Oudenbosch, gem. Roosendaal-en-Nispen, 1 u. Z. van Roosendaal,
omtrentj u. van de Belgische grenzen. Men telt in de kom van het
d. 67 IN bewoond door 92 huisgez., uitmakende eene bevolking van
490 inw., en met de daartoe behoorende geh. Bor t e ldonk en
Rietgoar, 154 h., bewoond door 200 huisgez., uitmakende eene be-
volkinp van ongeveer 1000 inw., die meest in den landbouw hun be-
staan vinden, ook heeft men er twee bierbrouwenjen en twee korenmolens.
Het is eene zeer oude plaats, welke echter hären luister vecloor,
zoodra men begon te bouwen , waar nu Roosendaal ligt. Voortijds was
het eene afzonderlijke heerlijkheid, waarvan het beroemde geslacht
v an N is p e n zijnen naam ontleende. In het jaar 1387 werd echter N i s p e n ,
benevensGroot-Zundert, Klein-Zundert, Sprundel en de helft van sPnn-
cenhape, door J o h a nn a , Hcrtogin van Braband, in pandsebap aigestaan
aan J an v an P o la n en , Heer van de Leck en Breda , voor eene som van
1000 Fransche guldens (ruim 1165 guld.), d.e zy hem schuldig was,
onder voorwaarde , dat deze dorpen, voor gelijke som, weder zouden
kunnen gelost worden. Diensvolgens deed K a r e l II Komng van Spange,
die zieh als Heer van het grootste gedeelte van Braband , daartoe ge-
reptipd meende , deze som in 1664 aan den toenmal.gen bezitter dezer
dorpen, den Prins van O r a n je aanbieden , maar in s Gravenkage wei-
gerde men die som teontvangen , op grond , dat de Algemeene Staten,