Holland hadden hier mede hunnen toi. In 1420 ontstond in dit dorp
een zware brand, waardoor het te niet raakte. Later echter weder eenig-
zins opgekomen zijnde, werd het de K lundert geheeten. Zie dat woord.
De heerl. van N iervaart werd van die van S trijen afgescheiden , na-
dat er verschil ontstaan was over de opvolging of inbezitneming dezer
landen , tusschen Zweder van A rcodde , Heer van Gaesbeek, Putten
en Strijen, en J an vas P olanen , Heer van de Leck en van Breda,
en zijnen zoon J ar van de L eck, Deze laatste, geboren uit Oda
dochter van 'Willed van IIorne, Heer van Gaesbeek, en van Od a *
Vrouwe van Putten en Strijen, schijnt regt gehad le hebben tot
deze heerlijkheid, uithoofde van erfenis uit de nalatensehap zijner
oudmoeijen, B eatrix en A lijd van P utten en S trijen , die in den jare
1562 op hem, en zijne zusters, was vervallen. Dit geschil, verbleven
aan D iederik van H orne , Heer van Perweis, en aan D iederik van H orne,
Heer van Home en Altena, werd door hen uitgesproken ten voordeele
van J an van de L eck , die hierdoor de landen en heerlijkheden van N iervaart
verkreeg. Hij droeg deze heerlijke goederen, in het ja a r l5 9 0 ,
op aan Hertog A ibrecht van B eijeren , en ontving ze weder van hem
als een onsterfelijk erfleen. Na zyne dood en die van zyne vrouw Od ilia
van S olms, die door hem met de heerlijkheid belijftogt was, kwam
zij aan hunne dochter , J ohanna van P olanen van de L eck , die nader-
hand in huwelijk trad met E ngelbert van N assau. Hierdoor kreeg de
heerlijkheid gemeenschap met die van de baronie van Breda en den
stamboom der Prinsen van Oranje. Bij de verdeeling der nalatensehap
van W illem I I I , Koning van Groot-Britlanje, tusschen den Koning van
Pruissen en den Prins van Oranje, werd.zij in 1772 aan laatstgemelden
Vorst toegedeeld. Thans beboort zij tot de gedoteerde goederen van
Prins E rederik der Nederlanden, ingevolge de wet van 25 Mei 1816.
N iervaart werd door den St. Elizabethsvloed van het jaar 1421 een
eiland in den verdronken Zuidhollandsche-waard, hetwelk, door aanslib-
bing , met den zuidwal vereenigd is ; terwijl een ander klein gedeelte
aan den noordwal van het Hollands-diep, onder den naam van het St rif-
en s ch e - s a s bekend , vroeger ook tot de heerl. N iervaart behoorde:
doch dit maakt, sedert eenige jaren , eene afzonderlijke gem. uit.
Het wapen dezer heerl, is een veld van sabel (zwart) met drie St. An-
drieskruisen van goud.
NIERVAART (DE), naam, welken men wel eens geeft aan de Ro ode -
v a a r t , water in de prov. Noord-Brdband. Zie R o o d e -v a a r t
NIERVAART (DE GROOTE-POLDER-VAN-), pold. in de heerl. Nier-
vaart, prov. iVoord-Braband, Zie G r o o te -p o ld e r (De).
NIESENTBAL, geh. in de heerl. Heringen, grooth. Luxemburg,
arr. en 2 u. Z. ten 0 . van Diekirch, kant. en 2 u. W. van Echternach,
gem. Waldbillig, nabij de Zwartze-Erenz.
NIESLOOTER-ZIJL, voorm. sluis te TSiezijl, in het Westerkwar-
tier, prov. Groningen, gem. en 20 min. O. van Grijpskerk.
NIESWILLER of N ijswiller, d. in het Land-van-Valkenburg, prov.
Limburg, arr. en 4 u. 0 . ten Z. van Maastricht, kant. en i u. Ü. Z O
van Gulpen, gem. en j u. 0 . ten Z. van Wittern. Men telt er 63 h.
bewoond door 69 huisgez., uitmakende eene bevolking van 530 inw. ’
De inw., die allen R. K. zijn , hebben hier eene kapel, aan den
j Dwwsius lofgewijd, welke tot de par. van Mechelen behoort, en
door den Kapellaan van Walhwiller bediend wordt.
Men heeft er ook een kastcel, Ni e swi l le r genaamd. Zie het
volgende art.
NIESWILLER of NyswtiiEB, kast. in het Land-van-Valkenbirg ,
prov. Limburg, arr. en 4 u. 0 . ten Z. van Maastricht, kant. en 5 u.
0 . Z. 0. van Gulpen, gem. en § u. 0 . ten Z. van Wittern.
Dit kast. beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene opper-
vlakte van 59 bund. 40 v. r. 1 v, eil., en wordt thans in eigendom
iezeten door den Heer von Coels L andraad, woonachtig te Aken.
NIET-ALTIJD-WINTER, voorm. buit. op het eil. Walcheren, prov.
Zeeland, distr., dir. en 20 min. N. van Middelburg, kant. en 40 min.
Z. ten W, tan Veere, gem. Vrouwe-polder-Zanddijk-Buiten-en-Schel-
lag, I5 u. Z. van Vrouwe-polder, in de heerl. Schellag.
NIET-AtTIJD-ZOMER, voorm. buit. op het eil. Walcheren, prov.
Zeeland, distr., arr. en 20 min. N. ten 0 . van Middelburg, kant. en
40 min. Z. van Veere, gem. Vrouwe-polder-Zanddijk-Buiten-en-Schel-
lag, I5 u. Z. teil Ö. van Yrouwe-polder, in de heerl. Schellag.
Op deze buit. overleed, den 24 Mei 1719, de Hoog-Baljuw en Rent-
meester-Generaal Beweslcr-Schelde, A lexander de Muinq , die zieh ook
als een beoefenaar der Nederduitsche dichlkunst heeft doen kennen.
NIETÄP, geh. in het dingspil Noordenveld, prov. Drentlie, arr.,
adm. en judic. kant. en 5 u. N. N. W. van Assen, gem. en 1 u.ten
N. W. van Roden; met 28 h. en 190 inw. — Er wordt hier eene
jaarmarkt gehouden , welke op den tweeden Pinksterdag invalt, en
waarop bijna geen ander vee, dan varkens, aangebragt Wordt.
Deze plaats, onmiddellijk gelegen aan het.Groninger dorp de Leek ,
is niet onaanzienlijk. Zij schijnt haar ontstaan en opkomst te danken
te hebben aan den sluikhandel , die vroeger daar gedreven werd ,
toen de provincien nog verschillende belastingstelsels volgden. De
h. staan er ten Noorden en ten Zuiden van eenen niet geplaveiden
zandweg. De omtrek is boschrijk , en levert, door schoone buiten-
plaatsen, aangename wandelingen op.
NJETTO, d. in Oosl-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid. en
7 of 8 palen Z. van Djocjokarta.
Den 7 Mei 1827 trof de Kolonei O o c h ic s de muitelingen, ten getale
van ongeveer duizend man, onder welke vier honderd man Bulkios ,
die wel gekleed waren, bij dit dorp aan. Deze hielden zieh voor
twee gele vaandelen geschaard en lieten, zonder een schot te doen,
een op hen afgezonden peloton Amboinesche Soldaten , dat ook zonder
vuren tot dien afstand genaderd was , op honderd passen na, naar hen
toekomen. Als toen werd een vrij hevig vuur geöpend, waardoor al
dadelijk aan onze zijde twee man zwaar gewond werden. Dit werd door
onze Amboinesche Soldaten, voordeelig ondersteund door twee veldstuk-
ken , met stoutheid beantwoord , hetwelk ten gevolge had, dat de Bulkios
op de vorige muitelingen terugtrokken, die alstoen allen, met achter-
lating van eenige dooden , in overbaasting, längs het met dessa’sbezaaide
ravijn , door de rivier Winangb gevormd, naar de zyde van Seme af-
trokken , zonder dat hun zulks kon worden belet, noch door de ka-
vallerie , welke cen paal links , ten Zuiden van de in bataille staande
colonne, op eene schoone vlakte, eene voordeelige standplaats had
ingenomen, noch door een tweede peloton Amboinezen, dat in
eene zuidelijke rigting van de dessa Njetto was gezonden, om dat het
terrein voor den vijandelijken terugtogt voordeelig was , doch voor onze
troepen , daareritegen , zoo veel moeijelijkheid aanbood , dat de colonne
van alle vervolging moest afzien.
NIEUBURCH (HET HCIS-VAN-DER-), oud adell. h. in Delfland,
te 's Gravenhage. Zie IJsselstkin (Hbis-van-).