680 O ü D.
De naamsoorsprong kan niet met zekerheid bepaald worden , er zijri
er die uieenen, dat de stichter zoude geheeten hebben A d r ia in Ouddorp
en bet dorp naar hem Odddorp zoude geheeten zijn , terwijl anderen
van gedachten z ijn , dat het zijnen naam verschuldigd is , aan den
polder Diepenborst, en alzoo den naam van dien polder bekomen heeft
en dat na de bedijking van eenen anderen polder , (waarschijnlijk den
ouden Oostdijk), de polder Diepenhorst, als de eerste en oudste , ter
onderscheiding van den nieuwen bedijkten polder , bet 0«</e/anc/geriaaind
geworden is , en diensvolgens ook aan het dorp den naam van Ouddor;
is gegeven. Als eene andere reden zon men kunnen bijbrengen , dat
het dorp D iep en b o r s t of Ouddorp , betwelk vroeger aanwezig is geweest
dan Goedereede , bij de bouwing van Goedereede , het Odde-dorp , in
tegenstelling van bet later gebouwde Go e d e r e e d e , zal genaamd geworden
zijn, even als het dorp Stellendam , bij zijne Stichling den naam
van het Nieuwe-dorp heeft bekomen.
De lijd der stiehting van Ouddorp ligt almede in het duister , den-
kelijk is bet reeds vroeg aanwezig geweest , mogelijk rekent zieh
zijn begin van de zevende eeuw, althans in het ja a r 1170 werd de
polder Diepenhorst, waarin bet dorp lig t , overstroomd en was zeker
veel vroeger aanwezig.
Ofschoon Ouddorp bij het onlbreken van eene haven en door zijne ver-
wijdorde ligging van het buitenwaler , thans niet zeer geschikt is tot
de uitoefening der sebeepvaart, is die echter in vroeger jaren aldaar
sterk gedreven. Aan den zuidwestkant had men een hoofd , het
Westersche-hoofd genaamd. Van hier voeren, voör het ja a r 1418, kleine
scheepjes , slabbers genaamd , ter baringvangst ; de daarmede gevan-
gene haring werd e c h te r, to t dien tijd toe , niet gezouten , maar ge-
droogd en alzoo verkocht. Na het gemelde ja a r begon men den ha-
ring te kaken, te zouten en in tonnen gelegd te vervoeren, zelfs
wil men, dat het haringkaken het eerst te Odddorp zoude uitgevonden
zijn , door zekeren Jan M ich ie l D ü f f e l , wiens grafzerk, waarop een
vischneten kaakmesis uitgehouwen , in de kerk te Odddorp gezien wordt.
Dit strijdt echter met het algemeen gevoelen , als of W illem Beukelsz.
van B i e r v l i e t , die in het ja a r 1397 overleed, de uitvinder of liever
de verbeteraar van het hariDgkaken zoude geweest zijn. Het komt ons
echter niet onwaarschijnlijk voor, dat J a n M a cd ie l D d e f e l , te Ouddorp
gehoord hebhende van de uitvinding te Biervliet, waarvan waarschijnlijk
in den beginne een geheim gemaakt werd, door eigen nadenken,
op de gedachte gekomen is , om daarvan proeven te nemen en er
in kan geslaagd zijn. Tegenwoordig vaart van de Val^, geregeld een
beurlschip längs Dordrecht op Rotterdam , waardoor de ingezetenen
niet meer , zoo als vroeger , genoodzaakt z ijn , om hunne voortbreng-
selen te Goedereede scheep te doen.
De kerk stond vöor de Reformatie ter hegeving van de Graven van
Holland. De vaste renten beliepen vijf ponden. De Pastoor buiten wonende
, beurde jaarlijks negen ponden , (84 guld. ), in zijne pastorie wonende,
trok hij twee en twintig ponden (132 guld.). Het kostersebap,
hetwelk ook ter vergeving van de Graven stond , bragt aan jaarlijksche
inkomsten op , zes Rijnsche guldens (8 guld. 40 cents). V it een privilegie
van den Cure en P a r o cb ie van Ouddorp, gegeven den 29 Junij 1480,
door F ra n k van B o r s s e le , b lijk t, dat , vöor het gemelde ja a r , de Pastoor
van O d d d o rp , die bet hestuur had over de kerk van Goedereede, op
welke plaats hij door eenen Kapellaau de dienst liet verrigten , en dat,
om de toenemende bevolking te Goedereede, op hun verzoek is toegestaan,
Oü D. @81
■seif eenen Pastoor en Kapellaan te hebben , waarvoor Kerkmeesters.
van Goedereede aan den Pastoor te Ouddorp , alle jaren , moesten ba-
talen , drie lood fijn zilver , Trooisch gewigt. De eerste kerk te Ouddo
rp , van welke men vindt gewag gemaakt, was in het ja a r 1348 ge-
sticht. Zij schijnt grooter geweest te z ijn , dan de tegenwoordige, en
tot aan den toren , van welke zij nu eenige voeten gescheiden i s , ge-
reikt te hebben , zoo als uit eenige merkteekenen nog blijkbaar is.
Dit gebouw, door ouderdom zeer bouwvallig geworden zijnde, kon alleen ,
door jaarlijks zware kosten , in eenen bruikbaren Staat gehouden worden
, en is eindelijk in den ja re 1791 geheel vernieuwd. Voor het
jaar 1 7 4 4 , zag men aan het gewelf dezer kerk nog onderscheidene zinnebeeiden
en gewijde afbeeldingen , welke den tijd herinnerde , toen de
R. K. godsdienst nog de heerschende was, dan bij de vernieuwing of
verbelering zijn die allen met eene dünne laag verw overdekt. Bewesten
de kerk Staat de dorpstoren , die almede in het ja a r 1348 gebouwd is.
Deze toren gaat van onderen vierkant o p , tot boven de hoogte van
hetkerkdak, alwaarmenden zoogenaamden omloop vindt , boven welke
eene fraaije acblkante spits rijs t, pronkende deze toren van buiten met
uur- en windwijzers, en van binnen met uurwerk en klokke»-. Of hij
in den beginne hooger opgetrokken geweest zij , is niet zeker te bepälen ;
het kan zeer wel z ijn , dat het volk van Jonker F r a n s van B r e d e r o d e ,
toen het in den jare 1490 de kerk gedeeltelijk a fb rak , ook schade aan
den toren heeft toegebragt, zoodat men genoodzaakt is geweest een gedeelte
af te breken ; althans bet spitsje, dat ernuop Sta a t, schijnt in lateren
tijd daarop gebouwd te zijn. Ofschoon deze toren geene aanmerkelijke
hoogte heeft , is hij op eenen verren afstand zigtbaar, hetwelk toe te
schrijven is , aan de hooge ligging van het dorp. Ook dient hij to t
een baken in zee , en wordt door het Rijk onderhouden. Vroeger was
de spits, om te beter gezien te worden , w it , thans is zij rood geverwd.
Het k e rh o f, liggende nevens en rondom de kerk , is met eenen steenen
muur omgeven, en binnen dien muur stonden vroeger oude lindeboomen
, welke thans door kastanje- en andere boomen vervangen
zijn. Het kerkhof is van de vier zijden door straten omgeven , aan
welke de meeste en voornaamste huizen van het dorp gebouwd staan.
Er moet aan den westkant van den polder het Oudeland vroeger
eene kapel gestaan hebben , in welke een collegie van Kanunniken
gevestigd was. ln deze kapel was een beeid der / / . Maagd, wer-
waarts zieh de zeelieden en visschers in bedevaart begaven , wanneer zij
eene ongelukkige reis gedaan badden ; de laatste bedevaart had plaats
in den jare 1824 , door D ir k van d e r M eere , welke voor Goedereede
schipbreuk geleden had. Van deze kapel is niets meer aanwezig, alleenlijk
herinnert zekere streek lands onder O d d d o rp , de P r e e k h i l o f P r e e k -
wer f genaamd, nog aan haar bestaan. Zie voorts liet a rt. P r e e k h i l .
In den kring, rondom het kerkhof, Staat ook de kerk, in welke de.
Doopgez. hunne godsdienst verrigten , zijnde een voor die gemeentc
zeer gesebikt gebouw. De tijd der stiehting van deze kerk is onbe-
kend , vöor 1638 kan zij reeds bestaan hebben , warit in gemeld ja a r
was aldaar een Predikant dicr gezindte aanwezig.
Men heeft te Odddorp een Gasthuis, dat in het ja a r 1899 gesticht
is. .— Het Raadhuis Staat mede in den kring op den kerkhofgrond.
Het is gesticht in het ja a r 1779 en zeer geschikt to t het houden der
vergaderingen van het Gemeeute Bestuur. — Er bestaat hier mede een
distributiekantoor der brievenposterij. — De dorpsehool is in het jaar 1825
vernieuwd en doclmatig ingerigt.