oude vrouwen van de R. K. godsdienst, vrije woning, jaarlijks eenige
tonnen turf en wekelijks 50 cents genieten.
Men heeft er mede een Diakon i ehui s , aan de K erleg rächt, en
sedert 1824 een huis met elf vertrekken, aan den Molendijk , ter huis-
vesting van behoeftige Lederaaten.
Het Raadhui s is een zeer schoon , wel aangelegd gebouw , in alles
der beschouwing ovenvaardig. Aan de eene zijde van het Raadhuis
vindt men de Dorpswaag, welke voor de waag van geheel Grijsoord
dient, daarop worden jaarlijks, het eene jaar door het andere gere-
kend , drie bonderd vaten meekrap gewogen , en zij wordt voor de
grootste en aanzienlijkste waag van het platte land gehouden. Aan
de andere zijde van het Raadhuis is het Ge-vangenhuis van Grijsoord
, dat mede een aan zijn oogmerk voldoend gebouw is. Boven
deze gebouwen, welke in het jaar 1742 onder eenen gevel zijn opge-
trokken , is een klokkentorentje'geplaatst. Een breede , met drie treden
opgaande, hardsteenen trap geleidt -tot den ingang, en inwendiges het
gebouw zeer doelmatig ingerigt.
Het gewezen Ambacht she e r enhui s is een der fraaiste gebouwen
en beboort thans in eigendom aan den Burgemeester Cornehs
Anehaet.
Men beeft er een d i s t r ibut i ekantoor van de brievenpos-
terij en een Depar t ement der Maat schappi j : Tot Nut van
’ t Alyemeen , dat den 10 Januarij 1817 opgerigt is en 20 Leden telt.
Het, in het jaar 1842 nieuw gestiehte , sch ool gebou wa a n de
Nieuwstraat, strekt door zijne fraaije bonworde het dorp tot sieraad.
Het is in drie ruime vertrekken afgedeeld en van genoegzame grootte,
ora alle de schoolpligtige kinderen der gemeente te kunnen bevatten.
Op eenen keurig bewerkten steen leest men :
DE EERSTE STEEN VAN D IT SCHOOLGEBOUW IS GELEGD DOOR SIMON ELAND
ANEMAET , oudsten zoon van den E del Achtbaren Heer GORNELIS
ANEMAET Pz., OP DEN GEDENKBAG VAN DESZELES 25jARIG BESTUUR , ALS
BuRGEXEESTER VAN OuDE-ToNGE, DEN 1 ApRIL 1 8 4 2 .
In het achterste lokaal is een zeer groote regenbak gebouwd , die
acht duizend emmers water kan bevatten , eene weldaad, die vooral
door bewoners van brakke gronden op hooge waafde kan geschat worden.
De eerste steen daarvan is gelegd door Adrianus J acobus Gornelis Anemaet ,
jongsten zoon van den voornoemden Heer Burgemeester, den 26 September
1842.
Voorheen hebben hier twee schuttersgilden bestaan, dat van S t. Jor
is en van St. S eb as t i aa n, welke echter beide in 1679 en 1680 ver-
nietigd zijn. Almede bestond hier eene kamer van R ed er ij ke r s , waar-
van in het jaar 1607 nog overblijfselen gevonden werden. De leden
waren gewoon ’s jaarlijks eenige zinnebeeidige speien , bij wyze van
comedien le vertoonen. De laatste inaal, datzulks werd gedaan, werd
door hen de doop van Christus vertoond , waarbij door een der leden
de persoon van J esus en door eenen anderen die van J ohannes werd
verbeeld , dan daar dit veeltijds meer stof tot spotternijen , dan wel tot
stichting gaf, werd hierover geklaagd ; met dat gevolg , dat er een ver-
bod kwam , ora dergelijke vertooningen te geven , en eindelijk is deze
kamer der Rederijkcrs ook geheel vernietigd.
Oude-T onge is in het jaar 1479, door Hertog Karel van Bourgondie *
met eene vrije weekmarkt bevoorregt, welke des Dondcrdags gehouden
wordt. Op deze wilde hij dat ieder zijn koren , hoenders, ganzen,,
boler, cijeren , kaas en alle andere gewassen zou brengen , alvorens.
die buiten het dorp te mögen voeren en verkoopen , waarbij hij nog
eenige bcvelen voegde , rakende de gemeene rust, gedurende het hou-
den van den marktdag.
De kerrnis valt in in de maand September.
Onder de mannen, die vöör den lijd der Hervorniing Oude-T onge
tot eer verstrekten , behoort ook genoemd te worden I mannus Ortzenius,
bijgenaamd Zeelandus , en , wegens de nabuurschap van Zierikzee,
Ziericzeus. Deze werd te Oude-T onge geboren in het jaar 1505. Hij
was een zeer geleerd man , die zieh op de beoefening van vele weten-
schappen , niet slechts in bet vaderland, maar ook daar buiten,
zelfs te Rome , had toegelegd. In bet eerst behoorde hij tot de orde
der Augustijnen , naderhand woonde hij , als Mercenarius Papae , te
Middelharnis ; daarna is hij , na nog veel te hebben rondgezworven,
uit overtuiging, tot de belijdenis der Lulherschen overgegaan. Hij
was de eerste Leeraar van die belijdenis te Wezel , in het jaar 1539.
Naderhand werd bij met zijne ambtgenooten van de dienst ontzet,
omdat bij weigerde het door Keizer K abel Y ingevoerde interim aan
te nemen. In het jaar 1560 is hij herroepen en te Matena in dienst
gesteld, waar hij den 1 Junij 1571 overleed.
Oude-T onge is dikmaals door storm en watervloeden geteisterd : zoo
woedde er den 26 September 1477 een hevige storm, welke acht uren
aanhield. Het water rees zoo hoog, dat hierdoor O ude-T onge in-
vloeide, benevens vele seboone polders, die alle bedorven werden.
Kort daarop werden deze echter op nieuw bedijkt en beverscht.
Den 5 November 1530 woedde weder een hevige storm j des mid-
dags ten twaalf ure liep het water op sommige plaatsen over de stra-
ten en dijken , en leed Oude-T onge groote schade , door het inbreken
der dijken : doch met onvermoeiden ijver wrerden deze weder hersteld
en de landen beverscht.
De hooge watervloed van 26 Januarij 1682, die zieh over Holland
en Zeeland uitstrekte , deed ook hier groote schade. De Suisen-polder
vloeide in door drie groote gaten , en het grootste gedeelte van den
dijk spoelde weg. Het zelfde lot trof den Zuiderlandsche-polder, welke
invloeide door vijf gaten. Hier ontdekte men eene oude sluis , van
welke een groote steen opgeworpen en ver heen in het land gedreven
werd. De Heeren-polder vloeide in met vijf gaten in den Spuidijk ,
een aan den bavendijk en een aan den zeedijk. Eene vrouw, benevens
honderd schapen en lammeren , kwamen in dezen walersnood
om het leven.
Door den hoogen watervloed van het jaar 1825 werden weder on-
derscheidene polders door het zeewater min of meer bezet. De Suis-
en Lodewijks-polders vloeiden in ; doch in dit zelfde jaar zijn zij
weder herdijkt en tot vorige vruchtbaarheid lerng gebragt. Bij deze
herdijking is tevens eene kostbare hardsteenen sluis in den dijk van
den Suisen-polder gelegd. In dit zelfde jaar zijn door de gemeente
aanzienlijke kosten besteed, om, door het daarstellen van middelen
tot doelmatige afkistingen, deze plaats tegen hooge vloeden te beteiligen.
Eene andere ramp heeft dit dorp den 21 en 22 Julij 1647 getroffen
, toen er een hevige brand uitbarstte, welke omtrent honderd
en vijflig huizen en schüren, gelegen op den Molen-dijk , den Oost-
dijk, ter wederzijden van de Voorstraat en de Mekhoven, tot aan da
predikantswoning, met meest al het huisraad van de bewoners, ver-
melddc. Het dorpshuis en hetgasthuis werden insgelyks eene prooi der