Heer van Drongelen, Besoijen, Gansoijen enz., verbindende , is de be-
leening overgegaan op haar overledene tweede mans zuster. A n?a van
» es B ongaard , eerst weduwe van Kornelis van Mathenesse , Heer van
Hazerswoude, Lockhorst, Mijdrecht, enz., en laatstelijk van J ouan
van Uaesveldt , Heer van Dojenweert, Aangezien deze echter bij geen
van beide kinderen naliet , is haar in de bezitting van N ijenrode op-
gevolgd bare nicht, Maria van.W ijhe, Vrouwe van Berne , liuisvrouw
van Gérard .van B heede , Heer van Saesveldt, die in het jaar 1664
met N ijenrode beleend werd , en , in het jaar .1669, opgevolgd door
baren kleinzoon Gérard A driaan , Baron van R heede van S aesveldt.
Het Sterke slot Nijenrode, in 1673, verwoest zijnde, werd twee ja-
ren later met de heerlijkheid Breukelen door laatstgemelden bezitter,
aan den Heer J ohan Ortt verkoebt, die bet wederom opbouwde in
den staat waarin men het , opeenige weinige veranderingen na , tbans nog
ziet. Bij zijne huisvrouw , A nna P ergens, geene kinderen verwekt heb-
bende , maakte hij, bij uiterste wilsbeschikking, aan haar bei vrucht-
gebruik , en den cigendom aan J ohan Ortt , zijn broeders zoon, die er
ook, na het overlijden van zijnen oom in 1702, mede is beleend geworden.
Deze laatste is gehuwd geweest met Constantia Hop , die, na het
overlijden van baren man, eenige jaren als weduwe op dit goed hecft
geleefd , hetwelkin bet jaar 1771 is overgegaan aan baren zoon J ohan ,
die in 1721 geboren was , en in 1749 gehuwd met A driana H otde-
coper , na wier overlijden hij met W ijnanda Eyk in den echt trad.
De ondste zoon uit het eerste bed, mede J ohan genaamd, is hem
opgevolgd , en in het jaar 1783 met N ijenrode beleend geworden. Hij
werd in 1733 geboren , en huwde in het jaar 1793 , voor de eerste.
maal, met Margareta F eitema , en na haar overlijden , in het jaar 1809
mpt Gijsberta W ilhelmina S chroijenstein. Bij uitersten wil maakte
hij deze ridderhofstad aan zijne docbter uit zijn eerste huwelijk , dan
deze, bij zijn overlijden in 1814, dit goed niet verkiezende te aanvaar-
den, werd het geveild , en door zijne weduwe ingekocht, die er tot
op heden bezitster van i s , en het reeds twintig jaren bewoont, met
bare twee dochters J ohanna A driana en W ilhelhina A gnes, van welke
de eerste vermoedelijk erfvrouwe zal worden.
ln het jaar 1481 werd dit slot , tijdens de oneenigheden tusschcn de
stad Utrecht en D avib Van B oubgondie , den vijf en vijftigsten Bisschop van
Utrecht, belegerd, en den 8 September, op Mariageboortedag, stor-
menderhand ingenomen , dewijl de eigenaar, Heer J an van N ijenrode, de
zaak van den Bisschop was toegedaan. De geheele bezetting, die zieh
manmoedig had verdedigd, doch voor de overmagt moest zwichten,
werd gevangen genomen en naar Utrecht gevoerd, en bet huis, na
voorafgaände plundering, in de asch gelegd.
Nadat dit slot, even sterk als te voren herbouwd was , werd het
door de Gelderscben en Utrechtenaren , op den 26 Maart 1811 , ingenomen
en ten gronde toe gesiecht, terwijl met de bruikbare steenen,
die daarvan kwamen, de vervallen muren van de Weert weder her-
steld werden. De eigenaar zelve, W illem T orck , werd gevankelijk
hinnen Utrecht gebragt. Het werd , na het stillen der beroerten , weder
opgebouwd, was toen en vroeger oneindig sterker dan thans , en,
even als het tegenwoordige, met breede grachten omringd. De ge-
bouwen zelven waren veei zwaarder en minder tot een aangenaam
buitenverblijf, dan wel tot eenen versterkten bürg ingerigt. Ter
halver wege van de gracht lag eene zware steenen brug, over welke
de toegang was naar den hoofdtoren van het slot, door middel eener
ophaalbrug van dien tijd ; de beide uitsprlngende vleugels waren zeerver-
S : en de muren van transen , met worpgaten, voorz.en. De kluizen
welke thans nog onder het huis en gedecltelijk onder den ouden stal
en op het voorhof aanwezig zijn , bewijzen , doof bare 1 eil. 6 palra.
dikke muren, van welke sterkte dit slot eenmaal moet geweest zyn.
Bii dit slot stond mede eene kapel, waarin eene vikary was gestiebt,
tfannde ter verpevinff van de Heeren van ]Sijenrode.
In het iaar 1634 werd dit huis door B eernt van den B ongaard zeer
vertimmerd en verbeterd ; een vierkante toren, yporzien van een acht-
lnnt oopaand spits, prijkte midden op het slot. Het werd toen reeds
onder de prächtigste ridderhofsteden van het Sticht Se^ e'd > 1doch “
het iaar 1672 deden deFranschen, die er zieh in genesteld hadden , oin
de vaart längs de Yecht, tusschen Amsterdam en Utrecht, te belemmeren
het door buskruid , in-vaten in den kelder aangebragt, m de
lucht springen , zoodat er niets van overbleef dan eenige brokken der
muren. In dezen Staat ging dit goed, zoo als reeds vroeger gezegd is ,
door koop over aan den Heer J ohan Or t t , die het in het jaar 167o
weder geheel nieuw en prächtiger dan immer herbouwde. Ten proeve
van den stevigen bouw diens tijds, ziet men op de zolders nog de kap-
irebindten , allen van eikenhout, hetwelk krom gegroe.d is en das uit
fdn sluk vervaardigd, dat zelden gevonden wordt. Tegenwoordig ver-
toont het zieh aheen zeer aanzienlijk gebouw , ^te enepradi t ige
voorpoort, waartoe men over eene ophaalbrug nadert. Het ligt m
eene ruime gracht, en nevens het huis heeft men fraaye lusthoven en
plantaadien. Ook prijkt dit slot met eenen toren , welke met kopei
eedekt is. Het beslaat, met de daartoe behoorende gründen, eene
oppervlakle van 113 bund. 39 v. r. 70 v. eil. (1).
Het wapen van N ijenrode was een fasce van keel, op een scliiid van
goud , met een baarstel met vijf pendanten , tot dat die van Nmenrode
haar wapen gekwarteleerd hebben met dat van Velsen (zynde een schild
Kcstukt in zes fasces van goud en azuur , hebbende op de gouden iasces
negen kruizen van keel, gesteld vier, dne en twee), wanneer zy de
baarstel uit haar wapen gelaten hebben. . . . '
NIJENRODES-BREUKELEN , heerl. in het Nederkwartier der grov.
Utrecht. Zie B r e u k e l e n - N i j e n r ü d e s . „
NIJENSLEER of N u e n s h k , geh. i | Dteverder-dmgspil, prov. Urenthe,
arr en 64 u. Z. W. van Assen, adm. en judic. kant. en 3 u. N. W.
van Meppel, gem. en . u. Z. W. van Vledder ; met 60 h. en360mw.
Een weinig ten N.O. van dit geh. loopt het kanaal yan Erederiks-
° NIJENSTEDE, ook N ieowstede, zooveel als N iedwstad , plaats , met
eene kerk, waarvan men dikwijls gewag gemaakt vindt in het perka-
mentboek van Utrecht, als gelegen tusschen Hardenbergh en Gramsbergen
(inter Durum et Dirum montem), dus m Zalland, prov. Over-
^Zii’ lair oostwaarts van en even buiten Hardenbergh, waar heden
noff de begraafplaats is. Het was eene door de Bisschoppen yan Utrecht
pestichtte plaats, waarvan het tijdstip der stiehting onbekend is. Men
zept dat W illebrand van Oldenburg, den vijf en dertigsten Bisschop
haar* omtrent 1228, tot eene stad zoude verheven hebben , en zy komt
ook kls zoodanig voor in 1240. Van het overoude kerkje, tusschen
111 Men zie voort» over dit slot het Tijäechrift vom Gesehieienia, Ouiheden en StatUtiek wy.
Utrecht, 8e Jeargang , 1837 , b l. 897-112 , wawaan w« dit artikel groolendeela ontleend hebben.