van tijd tot tijd. eldcrs gevonden zijn. Door achtelöoslieid van dea
Opziener over het werk , werd het bestuur niet tijdig genöeg van bet
vinden dezer kist verwittigd. Men zegt, dat er niets anders, dan zeer
vermolmde beenderen en drie hersenpannen in gevonden zijn. De
kist is bij de opgraving gebroken. R e i s i e k S s o y ( 1 ) zegt dat de
H. W il l ib r o r d deze kerk op zijnen eigen naam zoude hebben inge-
wijd , hoewel dit door vah R b i j s en andere schrijvers tegengesproken
wordt. Zeker is het, dat W il l ib b o r d , nadat hij in deze landstreek
aangekomen was, albier het Evangelie heeft verkondigd, en ook daarom
geloovcn wij , dat hier al spoedig eene, vermoedelijk bouten kerk zal
zijn gesticht, misschien wel door W il l ib r o r d zelven. Toen deze kerk
later, zoo als de overlevering luidt, in 856, door de Noormannen of
Denen vcrwoest was , te gelijk raet den Leydscken bürg en de sloteu
van Noordwijk en Valkenburg, zal de kerk van steen opgebouwd en
aan hären Stichler; W il l ib b o r d , toegewijd zijn, misschien is dit ook
reeds vroeger, na den dood van dien Heilige, geschiedt. Al vroeg was
was de kerk van O e g s t g e e s t tot eene parochiekerk verheven, onder
welke de zoogenaamde Lievevrouwe-kapel, later de Vrouwe-kerk, te
Leyden behoorde , om dat die kapel in vroegere tijden buiten de stad,
in Marendorp, of het dorp aan de Maren, stond, dat onder O egstg
e e s t behoorde. Zij stond weleer ter begeving van de Abdissen van
Rhijnsburg , doch daarna van het bisdom van Haarlem. Er waren
in deze kerk ecnige broedersehappen, geestelijke gilden en stichtin-
.geo, -doch van weinig belang. In bet jaar 1312 vindt men als
Pastoor van O e g s t g e e s t gemeld J o h a h v a s d e s K e r k w e r v e . Welligt
behoorde hij tot een gcsfaclit van dien naam, welke ontleend kan
zijn aan eene toenmaals mogelijk bekend zijnde plaatselijke benaming
van een gedeefte dezer gemeente , ofschoon de naam van K e r k w e r v e ook
uit Zeeland afkomstig kan zijn. Het kerkgebouw, hetwelk voor den
Spaanschen oorlog alhier gestaan heeft, zal zeer waarschijnlijk veel
grooter en aanzienlijker geweest zijn, dan het tegenwoordige. Tijdens
de-belegering van Leyden door de Spanjaarden , in 1574 , werd deze
kerk hijna geheel verwoest. Het onderste gedeelte van den ouden to-
ren en een gedeelte van het oude muurwerk waren alleen overgebleven.
Het gebonw bleef eenigen tijd in zijne -puinen en bouwvallen liggen,
tot dat, in het laatst der zeventiende eeuw, een gedeelte daarvan met
riet gedekt en weder tot het houden der godsdienstoefeningen bruik-
baar gemaakt werd. De kerk en de toren werden langzamerhand uit
vrijwillige bijdragen van de leden der Hervormde gemeente weder opgebouwd.
Het liep echter aan tot in het jaar 1666, eer men haar
zag in dien toestand , waarin zij tot in het jaar 1825 is gebleven.
In dat jaar en gedurende eenige volgende hebben er aanzienlijke ver-
nieuwingen plaats gehad, zoo dat tegenwoordig weinig of mets meer
van de oude kerk is overgebleven. De toren , die in het midden van
den voorgevel voör de kerk aangebouwd was, als een voorportaal tot
den ipgang diende en van anderen, tot boven het kerkdak, vierkant
opging, alwaar hij met eene platte, vierkante Stomp eindigde, is
destijds weggebroken en vervangen door een klein torentje op het midden
der kerk. Zij is van eene langwerpig vierkante gedaante , niet zeer
hoog , maar van eene gescbikte binnenruimte , en heeft geen orgel.
De R. K. kerk, aan den H. W il l ib r o r d u s toegewijd, Staat aan bet
zuideinde van de Kerkbuurt, bij het begin van de Ley d s c h e - b u u r t .
(4) Lib. rer. Bat.
o eg:
Het is een fraai en Richtig gebouw, met een orgel en eenen kleinen ,
spitsen klokketoren , met slaguurwerk. De zeer fraaye pastone is aa
de kerk verheeld, en ter zijde van het kerkplein is in he tJaar18^ ’
ten dienste van de R. K., eene zeer goed mgengte begraafplaats , met
kl Vöör d 7 llerTOrming3 w e rd en h ie r vie r g e e s te lijk e g e s tic h te n , n a™e ,9 k
een M o n n ik e n k lo o s te r , h e t S t . H i e r o m y n u s - k l o o s t e r ook wel
T 0 n s e n p-cnoemd, en drie vrouwenkloosters gevonden ; onder deze
w a r e n S t S A g a t h a - k l o o s t e r , het St. Mar i a - Mag dal e na
kloost er , die beide naderhand , bij de vergrootmg of mtslag der
stad Leyden , binnen hare muren getrokken zijn , gelijk daarna nog het
Monniken-kloester zulks mede gedaan is. Het derde vronwenklposter
was dat van Marienpoel .
Het Raadhni s der gemeente Oegstgeesl-en-Poelc/eest slaat op den
Achterweg, in de Kerkbuurt. Te voren was er een Armhui s aan
verbunden. hetwelk ook wel eens het We e sh u i s werd genaamd en
waarin, zoowel de weezen als de arme en behoeftige liedcn, onderhou-
den werden; doch sedert omtrent vijftig jaren is d,t "PSehevcn . ¥ en
meent, dat de stichting van' dit gebouw, u.t bet alb,er in het jaar
1568', aanwezig geweest zijnde, Heilige Geesthuis zoude zijn voort-
^InTen’ oud kerkboek van O e g s t g e e s t Staat een brief van Herlog A lb
r e c h t v a s B e h e b e « , van het jaar 1398 , om e e n e dmgbank te houden
binnen O e g s t g e e s t , voor beide de ambachten van O e g s t g e e s t en Po e l geest
. Die van O e g s t g e e s t en Poelgeest zijn ook voormaals gehouden
geweest tot het maken en onderhouden van de Vischbrug te Leyden ,
bh te drapen hetwelk hun, den 8 Junij 1532 door Burgemeesters
en Schepenen en den Raad dier stad is kwijtgescholden. Nog zijn die
van O e g s t g e e s t , in het jaar 1612, van den Wassenaarsehe toi bevrijd
geworden, door den bovengemeldeD Lamoraal , Pnns v a s - L i g s e , toenm
Dit dörp heeft in de Hoeksche en Eabeljaauwsche twisten alsmede
tijdens de belegeringen van Leyden, in de jaren 1420 en 1573, zeer
veel moeten uitstaan. . j - .l „„„
De kermis valt in den laatsten Zondag in Augustus , doch is van
ireeo de minste beteekenis. ,
S Het wapen van O e g s t g e e s t is een-schild van goud, met een zwevend
en gepattecrd kruis van keel (rood). „ J , , 7 ..AA
OEGSTGEEST-EN-POELGEEST, gem. m Rynland prov.
Holland, arr. Leyden, kant. Noordwijk (2 k. d ., 21 m. k . ,
palende N. W. aan Rijnsburg en voor een klein gedeelte aan d^J?in‘ '
Katwijken-en-het-Zand, W. aan de gem. Sassenheinv en Yoorhout,
N. 0 . aan Warmond, O. aan Leyderdorp, Z. aan Leyden Z W.
en W. aan den Rijn, die haar van Soeterwoude, ^ oorseboten en
v t ; b, z ed Ä i » en bestaat meest inligteklei, alsmede uit eenen zavelach
grond , goed doormengd met klei, veen en zand. De kleilanden lg
Jen meest aan de west- en noordwestzijden en volgen den loop va
den ouden Rijnoever. Het middelste gedeelte bestaat grootendeels mt
voormalige geestgronden , waarvan verreweg de mees e zijn a g .
Het oostelfjke en zuidoostelijke deel is laag land , bestaande ,le bodem
uit drooggemaakte voormalige poelen en nioerassen , j Ho
dering vruchtbaar zijn gemaakt. De namen der po ers y