zoogenaamde Aspersche-Maalsluis, welke in den Zuider-Lingedijk ligt,
op de Linge, van het overtollige water ontlast. Het polderbestuur
is het zelfde als dat van de overige pold. in de heerl. Heukelum.
OOST-SLUIS, sluis in Delfland, prov. Zuid-Holland, aan de
Vijf-sluizen.
In plaats van deze sluis had men vroeger vijf sluizen , zijnde de
Vri j eba n s ch e - s lu i s , de Ho f -v an-De l f t s che - s lu is , de Pijn-
a ck e r s c h e - s i ui s , de Berke 1 s c h e - s l u is en de Ee the l s che -
s lu i s , welke in het jaar 1587 tot eene sluis vereenigd zijn , door
welke de volgende polders , op de Maas , uitwateren : Yri j eban , Bab-
b e r s - p o l d e r , H o f - v a n -D e l f t , P o o r t l a n d , Pijn a cke r ,
Acke r sdi jk, Be rk e l , S c h i e d am, Ke the l en Nootdorp.
OOSTSLUlS (DE), in de wandeling meestal de Hooge-slcis genoemd,
sluis in Staats-V laanderen, prov. Zeeland, distr. Sluis, liegende te-
gen de glacis der vestingwcrken ten 0 . van Sluis, aanhetZwin. Het
is eene sluis van twee kokers , ieder omtrent 2 ell. breed. Zij is gemet-
seld in eenen steenen beer, die echter sinds 1794 in eenen aarden dam
beslolen is. Op de sluis Staat aan weerszijden het wapen der Gene-
raliteit, met het jaar 1743, doch zeker heeft daar reeds vroeger eene
diergelijke sluis gelegen. Tot het indijken der Aardenburgsche haven
in 1813 , waterde alleen het oostelijk deel van Bewester-Eede-Benoorden
slechts 680 bund, grool daar door a f; bet is dus zeker dat de sluis op zulk
eene sc'haal meer tot inundalie , dan voor den gewonen afloop van het
water is aangelegd. Ook stond zij steeds onder militair gezag. Bij
Eoninklijk besluit van 16 Julij 1813, no. 8 , ging het beheer over deze
sluis van het Departement der fortificatien in dat van den waterstaat,
doch in 1816 aan het polderbestuur van Bewester-Eede-benoorden over.
Toen waterde daardoor reeds de Aardenburgsche-haven en Slippendamme
uit ; doch bovendien de Izabella-polder, den Sophia-polder en den Dio-
mede-polder. Bij Eoninklijk Besluit van 27 September 1816, no. 134,
zijn Gedeputcerde Staten van Zeeland geautoriseerd tot de repartitie der
toen reeds door den polder Bewester-Eede aangewende en voorts jaarlijks
aan te wenden kosten tot onderhoud der sluis. Deze repartitie heeft
echter altoos hezwaren gevonden en Iaatstgenoemde polder heeft, van
1816 tot heden, alle de onkosten, welke reeds meer dan zes duizend
gulden beloopen, gedragen ; niet zonder beklag der ingelanden , daar
deze van de sluis weinig nut trekken , niet alleen wegens het opslik-
ken van het Zwin , maar ook omdat het , uit Viaanderen afstroomend ,
water veelal hooger Staat, dan dat van den polder , en door trachels
helet moet worden den polder te overstroomen ; terwijl zelfs van 1831
tot 1839 de sluis weder onder mititair gezag stond en. tot inundatie-
sluis gebruikt werd. De aangelegenheden dezer sluis en uitwatering
zijn geregeld in de zesde afdeeling der overeenkomst tusschen Nederland
en Belgie van 20 Mei 1843, te vinden Staatsblad 1844, no. 11.
De direclie bestaat, ingevolge art. 28 dier overeenkomst, uit vier Leden
twee uit Nederland en twee uit Belgie; zij wordt voorgezeten door
een der Nederlandsche Leden en wordt geadsisteerd door eenen Penning-
meester-Griffier. Zulk eene directie is reeds geconstitueerd , doch de
Ingelanden van Bewester-Eede hebben tot nog toe niet kunnen beslui-
ten, om de sluis gewillig daaraan over te geven, ten zij de onkosten,
waarvan boven gemeld i s , door de betrokkene polders voldaan zijn of
daarvoor zekerheid zij gegeven.
Wegens het opslikken van het Zwin hebben de Izabelle-polder, de
Sophia-polder en de Diomede-polder reeds elders uitwatering gezöcht.
De sluis dient dus thans tot outlasting des waters van bet oostelijk
d e e l van Bewestcr-Eede-Benoorden, van de Aardenburgsche-haven en van
. Uplwisrhe watering van Slippendamme (Eecloo en Lembeke) zijnde
fe zamen groot 2742 bund. 75 v. r. 21 v. eil., waarvan 1970 bund.
87 v r. en 3 v. eil. op Belgisch grondgebied.
OOST-STELLINGWERF, griet., prov. Friesland, kw. Zevenwou-
dtn Zie S tbllingwerf-O ostbihde.
OOSTÜM, oudtijds Oestüm , d . in h e t Westerkwartier, prov. Gro-
niniien a rr.’ en 2 u. N. van Groningen, k a n t. en 2 u . N. 0 . van Zuid-
hori, gem. en M u . Z. 0 . van Ezinge, n iet ver Van h e t Reitdiep ,
op eene wierde. .. .
Het is een gering dorp , dat vroeger onder den regtstoel van Adnarcl
behoorde en thans nog, wat de collatie en schepperij betreft, met Ga rn-
werd een geheel uitmaakt, zijnde de schepperij der beide dorpen
eene slaande schepperij en het eigendom der stad Groningen. Het is
een zcer oud dorp , dat reeds ouder de Achtkarspelen , waarvan een
charter van 1838 gewaagt, destijds behoorde. Men telt er bij de kerk
slechts twee huizen en eene boerderij , bewocnd door 20 zielen. In
het geheel worden tot dit dorp gerckend 9 boerderijen en 120 inw.,
meest landbouwers. In het naburige Garnwert wonen de visschers en
arbeidsiiedcn, die de schepen trekken, welke het Reitdiep bevaren.
Deze visschers houden, tot het pooren en fuiken der aal en het prik-
ken der bot, thans dertien booten. De zoo evengenoemde trekkers
verzamelen zieh op den dijk , en wachten er somwijlen den geheelen
nacht over. Zij zijn gewoon, er om te werpen of te speien , wie een
af- of opkomend schip trekken zal, en bedienen zieh daartoe van vijf
houten messen, waarvan de eene zijde wit en de andere zijde zwart
is * hij, die de meeste witte zijden heeft, is het eerst aan de beurt.
De inw., die allen Ilerv. zijn, bebooren tot de gem. Garnwerd-en-
Oostum. Eort na de Reformatie was Oostom eene afzonderlijke gem. ,
die tot Leeraar had P etros Groekoü. Nadat echter Marcos Marios , door
zwakheid des Verstands, tot het predikambt onbekwaam geworden was ,
werd aan Groenoü ook de bediening van Garn werd opgedragen, waar
hij in 1732 overleed en sedert zijn Garnwerd en Oostum steeds
vereenigd geblpven , wordende te Oostom iederen derden Zondag door
den Predikant, die te Garnwerd woont, dienst gedaan, bij welke de
schoolmeester van Garnwerd de post van koster en voorzanger waar-
ncemt vermits er te Oostom gecn school is , en de kinderen te Gavn—
werd onderwijs genieten. De kerk is een eenvoudig | langwerpig gebouw,
zonder orgel. De toren , die laagen stomp is , Staat aan het westeinde
der kerk terwijl d e . torenkap Zuid en Noord Staat. In dezen toren
hangt eene oude merkwaardige torenklok , welke van het-jaar 1466
schijnt te zijn en vol borstbeelden en opschriften is.
O ostcm wordt ten oosten door het Reitdiep en ten westen door het Adüar-
derdiep ingesloten. Ten zuiden van dit dorp heeft men , op de grenzen
van Öostüm- en Wi e rum , aan .den zuidkant van den weg, die naar
de Wierummer-schouw leidt, de oude Wierummer-afwatering naar het
Adüarder-diep.
00STVEEN , voorm. naam van het d. B laaowcapel in het Neder-
kwartierder prov. Utrecht. Zie B laaowcapel.
OOSTVEENSGHE-LANDEN , streek lands in het Nederhcartier der
prov. Utrecht.
Deze landen slrekken zieh van e e n weinig benoorden Utrecht, omtrent
drie uren gaans noordwaarts, voorbij het Gooische bosch en
VIII. D e e l . 36