Het wapen dezer gem. is een veld van zilver , met eenen dwarsbalk ,
die horizontaal doorsneden is, van keel (robd) en sabel ¡(zwart).
NATEWISCH , oudtljds N aatswijk, ridderhofst. in het Overkwartier
der prov. Utrecht, arr. en 4£ u. Z. van Amersfoort, karit. en 3 u.
W. van Rhenen, gem. en 1 u. W. Z. W. van Amerongen, aanden
Lekdijk.
Deze ridderhofst. was reeds in het jaar 1270 bekend. Men meent,
dat dit huis gestiebt, ten minste bezeten is gewecst, door de van
W ijken , uit het geslacht van de P roeissen. Het heeft zeer langen
tijd toebehoord aan de van Z bilens , zijnde D avid van Zeilen bezitter
daarvan , toen het, in het jaar 1336, bij de Statcn voor riddermatig
erkend werd. Het oude gebouw , hetwelk nog vele teekenen van zijn
vorig aanzien heeft , is in het jaar 1721 aanmerkelijk vergroot ,
met fraaije kamers en een binnenplein. De tuinen , welke fraai zijn ,
zijn ook in dat jaar met hooge, nieuw gebouwde muren omringd. Het
hehoorde, in het midden der vorige eeuw, aan den Heer J oost T aets
van A mErongen , beschreven in' de Ridderscbap van de provincie Utrecht
en Hoofd-Officier der stad Amersfoort, die er mede beleend was, in het
jaar 1736 , door de Staten van het graafschap Zutphen, waarvan het
leenroerig was. Sedert is het huis N atewisch steeds in het zelfde
geslacht verbleven , wordende het thans nog in eigendom bezeten en
bewoond door den Heer J oost Baron T aets van A merongen van N atewisch.
Het heslaat, met de daartoe behoorende gronden , eene op-
pervlakte van 63 bund. 83- v. r. 90 v. eil.
NATGAT, vooriii. plaat in het Arnemuidsche-gat, prov. Zeeland.
NATHALS (DE) of D erde-polder , pold. in het Land-van-Altena ,
prov. Noord-Braband, Tweede distr., arr. ’s Hertogenbosch, kant.
Heusden, gem. I)ussen-Munster-en-Muilkerk; palende N. aan de Post-
sloot en het Griend-poldertje, 0 . aan den Nieuw-Dussensche- of Zuid-
hollandsche-polder , Z. aan den Schiethoek-polder en den Groote-Ku-
ren-polder en den KleiDe-Kuren-polder, W. aan de Oostkil.
Deze pold., welke sedert onderscheidene jaren bedijkt is , beslaat, vol-
gens het kadaster, eene oppervlakle van 38 bund. 98 v. r. 80 v. eil.
hooi- en weiland, en 9 bund. 93 v. r. 26 v. eil. griend en rietgors,
en wordt door eene steenen sluis, gebouwd in 1808, voorzien van eene
binnen- en buitendrijfdeur, wijd 1 eil. 8 palm. 8 duim., op het Wijd-
vlietsche-Gat en vervolgens op het Oude-Maasje , van het overtollige water
ontlast.
Deze pold., tot de eigendommen van den Nieuwe-Dussensche- of
Zuid-Hollandschg-polder behoorende, strekt, even als den Tweede-
polder of Nieuw-ßoerenverdriet, tot boezem of bergplaats van het op-
gemalen water van dien polder, ingeval van belette uitwatering op
de Bleek. Daardoor watert ook den Schiethoek en Wijtvliet uit, Het
polderbestuur bestaat uit eenen Dijkgraaf, vjjf Hecmraden, eenen
Penningmeester en bode.
NATOENA (GROOT-), eil. in Oost-lndie, in de Zee-van-Carimata,
N.W. van Borneo, tot de Middel-Natoena’s behoorende, op 4° N. B.,
door ontelbare klippen omgeven.
Het beeft 14 mijlen lengte en is op cnkele punten half zoo breed.
Eenige h008e bergen maken het op grooten afstand uit zee zigtbaar.
NATOENA-EILANDEN (DE), d e N a t o e r a ’s of d e N a t r o en a ’s , cilanden
in Oost-lndie, in de Zee-van-Carimata, aan de Noordwestkust van
bet Sundasche eil. Borneo, tusschen 3» en 4° 48' N. B. en 126°54' cn
126° 46' O. L.
Deze eilanden maken de drie groepen uit, welke door da namen de
N o o r d - N a t o e n a ’ s , de M id d e l-N a to en a ’s en de Z u id -N a to e -
n a’s pnderscheiden worden. Zij zijn niet groot, maar wel bewoond,
hebben eene Maleische bevolking en weinig landbouw. . .
NATOENA’S (DE MIDDEL-), groep eil. in Oost-lndie, in de Zee-
van-Carimata, Z. W. van Tandjong-Batoe, op de Noordwestkust van
het Sundasehe eil. Borneo. I .
Deze groep bestaat voornamelijk uit G r o o t-N a to e n a , terwijt do
overige daartoe behoorende eilanden onbewoond zijn. _
NATOENA’S (DE NUORD-), groep eil. in Oost-lndie, in de Zee-
mn-Carimata, N .W. van Borneo, N. van Groot-Natoena, op4 43 N.B.
De tot deze groep behoorende eilandjes zijn laag en klein.
NATOENA’S (DE ZUID-), groep eil. in Oost-lndie, in de Zee-
mn-Carimata, N. N. W. van Tandjong-Apie, op de Noordwestkust
van het Sundasche eil. Borneo, Z. 0 . van Groot-Natoena, op 3 N. B.,
126° 4M 0 . L. , 7 7. *i
NAU, d. in Oost-lndie, resid. Ambon, op het Moluksche eil.
Amboina, op de kust van Ilitoe, gesp. Oeli-Nau-Binau.
NAU-B1NAU, Oeli-N ad-B inad , gesp. in Oost-lndie, resid. Ambon,
op het Moluksche eil. Amboina, op de kust van Ilitoe, Z. 0 . van Cevt.
Het wordt ook N egri-L ama genoemd , omdat het uit vijf bij elbander
liggende dorpen bestaat, als: N a u , B in a u , H e n n eh e lo e ,
H en n e la ie en Hen n o la -T o ew a . Tusschen Hila en N au-B inau
zijn elf riviertjes.. Het land is hier zeer geschikt om te jagen en
heeft veel wild ; ook is het rijk aan nageleD.
NAUFBURG (DE), beek in het grooth. Luxemburg.
Zij ontspringt in de gem. IFellenstein, en valt bij het d. Bous In
den Ausburg. .
NAUTILUS-STRAAT (DE), zeeengte in Oost-lndie, in den Moluksche
Archipel, L. van Nieuw-Guinea, tusschen het Rulofs-eiland en
lict Wessels-eiland.
NAYALIA, een der rivieren van , in of aan het Land-der-Batavie-
ren, waarvan T acitcs gewag maakt. Zie N abalia.
NATLAKRE, klein schiereil, in Oost-lndie, op het Bandasche eil.
Rhun. 1 ....
Op deze landtong , welke zieh, bij hoog water, als een afzondmijk
eilandje voordoet, bouwden de Engelschen , omstreeks het jaar 1612,
een forlje, dat met negen slukken gesehnt voorzien werd. In 1621
werden zij van daar verdreven , en werd hun fort gesiecht, omdat zij
niet alleen de bewoners van Rhun hadden bijgestaan, maar zelfs die
van Lonthoir, met drie kanonnen en een vijttigtal hunner mansebap-
pen , tegen de Nederlanders hadden gebolpen.
NATLOI, d. in Oost-lndie, op het eil. Timor, eene der Zuidmes-
ter-eilanden-vaihrBanda.— De Nederlanders hebben er eenen Posthouder.
N A Y O E , N ayoo o f N ayo; gro ep k le in e e i l . in Oost-lndie, m de
Zee-van-Celebes, voör d e Baa i-v an -M en ad o , in h e t N . v a n Ce leb es. Zij
z ijn v ie r o f v i j f in g e ta l.
NAZARETH , voorm. kloost. in het balj. van Blois, prov. Noord-
Ilolland, te Beverwijk, aan de westzijde der plaats , alwaar nog tj de
Bcg gij n en s t r a a t , de K lo o s te r s tr a a t en het P a te rw e g je ,
liunne namen daarvan behouden hebben. -
Het werd bewoond door Reguliere Kanonnikessen van de orde van
den H. A bgüstinus cn was, tot het jaar 1430, een Zusterhuis van de
orde van den II. F ranciscbs..gewecst, bekend onder de benaming