tot de veertiende eeuw, wanneer eene versclirikkelijke pest in dit land’
en door geheel Europa woedde. In dezen nood namen de gelooviVen
bijzonder hunne toevulgt tot de voorspraak van dien H. Abt, en de
pestziekte werd zelf doorgaans het S t. Ant o n i s v u u r genoemd • ook
werd in de zelfde eeuw (in 1332) in Nederland de ridderorde van den
H. Abt Antonius ingesteld.
De beide van Nistelrode is met allerlei keisteentjes als bezaaid f
men vindt er vele vuursteenen onder , ook seboon geaderde marmer-
steenen en andere soorten. Zelfs zouden e r , zegt men, diamanten
gevonden worden , welke in alles met de Lochemsche diamanten , in
Gelderland, overeenkomen; ook liggen er enkele keisteenen, die eenige
honderde ponden wegen, ö
De Hertog van Gumberland hield , na het teekenen der voorloopige
vredesvoorwaarden (preliminairen) te Aken, in 1748, te Nistelrode
zijn hoofdkwartier; het leger der Engelscben en Hannoverschen, waar-
over hij het bevel voerde, lag op gemelde beide.
NITOE (DE), de Nitoo of W ay-Nitoe, dat is D divels- rivier , riv, in
Oost-Indie, . landv. Ambon, op het eil. Amboina, op bet schiereil.
Leylimor, bij de stad Amboina , bewesten het kasteel Victoria.
Deze rivier, welke uitmuiitend drinkwater oplevert, komt uit het
zuidelijke gebergte voort en loopt, met eene noordeliike rifftimr in
de Baai-van-Amboina uit. J 8 S ’
Nabij den oorsprong van deze rivier heeft men, op eenen heuvel,
eene zonderlinge grot, door welke het' water allengskens henen sijpelt
en met den lijd versleent. Ook is daar een uitnemend fraaije water-
val, waarin meu zieh we! gaat wasschcn, om de helderbeid en kocl-
heid van het water, alzoo het bosch daar over henen , zoo digt be-
lommerd is, dat men er op den middag in de open lucht , zonder eeni-
gen hinder van de zon , zitten kan. Als men eenigzins verder onder
de spelonk doorgaat, ziet men de kolk, die het water voor den wa-
terval oplevert en welke onpeilbaar sehijnt.
NITOE (DE), de Nito of Way-Nitoe, d. i. Doivels-water , riv. in
Oost-Indie, landv. Ambon, op het eil. Boero.
Het is eene fraaije groote rivier , die hären oorsprong neemt in een
groot binnenlandsch meer en met eene westelijke rigting in den Archipel
van-St.- Lazarus uitloopt.
NITOE (NOESSA-), naam , welken de Inlanders geven aan het Mis-
kiten- eiland , in Oost-Indie, lands. Ambon. Zie Meskiten-eiland (Het).
NITTEMA, voorm. eigengeerfde hofstede, pro\. Friesland, kw. Oos-
tergoo, griet. Oost-Dongeradeel, arr. en 6 u. N. 0 . van Leeuwarden,
kant. en 2 u. N. 0 . van Bochum, nabij Morra , waartoe zij behoorde.
NITTERSUM, voorm. h. in Fivelgo, prov. Groningen, arr., kant.
en 2 | u. N. W. van Appingedam, gem. en 3 min. 0 . van Stedum.
Dit huis, dat eertijds de gedaante van eenen bürg had en reeds
onder den naam Nittersum in stukken van 1396 voorkomt, sehijnt
in die jaren door den Proost te Stedum bewoond te zijn geweesl, en
had , zoo men wil, het regtsgebied over bet dorp Stedum. In het jaar
1762 is dezeheerl., uit de nalatenschap van den Heer Canter, gekocht
voor 73,000 gülden , door den Heer Mr. J an Herman Gerlacios , Raads-
heer in den Raad van Braband , wiens zoon Tjaart Antoni Gerlacios
overleden in 1817 , er de laatste bezitter van was.
N it t e r s ü h w a s l a a t s t e l i j k e e n f r a a i h e e r e n h u i s , m e t t w e e v l e u g e l s ,
i n e e n e n m o d e r n e n s m a a k g e b o u w d , h e t w e l k l a n g e n t i j d i n h e t b e z i t
i s g e w e e s t v a n h e t a a n z i e n l i j k g e s l a c h t v a n C l a r t , h e b b e n d e a l d a a r ,
ondfer anderen , gewoond A d b ia a n C l a n t , die in 1648 Afgevaardigde
bij den vredehandel te Munster was. Bij het huis waren fraaije tai-
nen en boschrijke wandeldreven , met een hertenkamp. De laatste bezitter
overleden zijnde , zijn de.behuizing en schalhuizen op afbraak,
de gronden bij stukken , en de heerlijke regten bij gedeelten , in Janu-
arij 1818, bij uitveiling in het openbaar verkocht. Ter plaatse, waar
het huis gestaan heeft, ziet men thans bouwland. De daartoe behoord
hebbende grouden besloegen eene oppervlakle van nageooeg 3 bund.
NIUTLO, plaats , welke men op het jaar 833' vermeld vindt, als
gelegen te hebben in het distr. Felua van het graafs. Hamelande,
doch thans geheel onbekend is.
NIVEL, naam, welken de landlieden meestal geven aan het d.
Nieowaal, in het 11 enedendistrikt, prov. Gelderland. Zie Nieowaal.
NIWEL-TETOE , d. in Oost-Indie, op het Ambonsche eil. Ceram,
onder den Radja van Schomi-it staande.
NOÄM, voorm. d. in Oost-Indie, resid. Ambon, op het eil. Ceram,
schiereil. Iloewamohel, aan de westkust, nabij de Pas-van-Tanoeno ,
aan een talaga of binnenwater.
Dil d. plagt zeer volkrijk te zijn , doch er is niemand meer te vin-
den, alzoo de inw. zieh genoodzaakt hebben gezien, wegpns de onge-
zondheid van het land, die plaats te verlaten of uitgestorven en ver-
smolten zijn.
NOAMBGUL , eil. in Oost-Indie, in den Archipel-van-St.-Lazarus,
resid. Ambon, W. van Boero.
NOBA , eil. in Oost-Indie, in den Molnksche-Archipel, tot de Achterwals
eilanden van de Aroegroep behoorende.
NOBELAAR , voorm. ond kast. in de bar. van Breda , prov. Noord-
Braband, Vierde distr., arr. en 2 u. W. van Breda, kant. en 2 u.
0. van Oudenbosch, gem. Elten-en-Leur, in het dorp litten.
Dit kasteel was gesticht door J ostüs de Nobelaar en had daarvan.
zijnen naam bekomen. Het was een treffelijk gebouw, met ruime
zalen , eenen aangenamen hof en groote vijvers en kwam , met eenen
laan van voren , op de markt uit, waar die laan, tusseben de huizen,
met muur en hof was afgesloten. Men had er eerie kapel , waarin
vroeger door eenen Huiskapellaan van de Heeren de Nobelaar dienst
gedaan werd en achter het huis eenen grooten koepel, waaruiL men
zeer fraaije gezigten had.
Ter plaatse , waar het gestaan heeft, ziet men thans eene hofstede.
De daartoe behoord hebbende gronden , beslaande eene oppervlakte van
13 bund. 7 v. r. 77 v. eil., worden thans in eigendoin bezeten door
den Heer J. M. G. Baron d ’O s t , woonachtig te Brussel.
NOBELAAR (HET HUIS-VAN-), oud adell. h. in Delfland, prov.
Zuid-Holland, te ’s Gravenhage. Zie Helmond (Het Hois-van-de-
Vroow- van-).
NOBELE-WAARD (DE) , bekade uiterwaard , Z. W. van Amerongen r
längs den Rijn, vroeger uitgemaakt hebbende een gedeelte van den
Geldersche-waard, en destijds tot Gelderland, thans tot het Overkwar-
tier der prov. Utrecht, arr. Amersfoort, kant. Rhenen, gem. Amerongen
behoorende.
Deze uiterwaard beslaat eene oppervlakte van 19 bund. 3 v. r.
70 v. eil., enkel weiland , en watert door een sluisje op den Rijn uit j:
zij maakt met de Am eron g sch e -w a a rd en een geheel uit.
NOBRESSART (PETIT-), d. in hetbalj. van Arlon, grooth. Luxem-
bürg, voorm. kw. en 2^ u. N.tenO. van Arlon, arr. en 7 u. Z .W -