den landbouw en de veeteelt. Oostwaarts van het dorp komt Bien
in de läge hooilanden, die des winters onder water slaan. Hier heeft
men ook kleen- of veengrond. De rogge is er de voorname bouw,
wordende er insgelijks veel aardappelen aangekwcckt; ook is er veel
houtgewas. Men houdt hier geene schapen en weinig bijen. De
spraak, de zeden en de gebrniken der inwoners hebben veel van
het naburige Drenthe. De oogsttijd wordt onderling overlegd , en
de tijd van het beginnen en eindigen, hetgeen gelijkelijk geschieden
moet, wordt met de dorpsklok aangekondigd. Men begint ook geza-
menlijk, op den zelfden bepaalden dag, op de onderscheidene gemeen-
tegronden te maaijen.
De Herv., die er ruim 600 in getal zijn , onder welke 240 Lede-
maten , maken eene gem. uit, welke tot de klass. van Groningen,
ring van Hoogezand, behoort. Sedert de reductie der prov. Groningen
werden Har en en N o o r d l a r e n door eenen Predikant bediend,
tot dat beide kerkdorpen , bij staatsbesluit van 9 Maart 1644 , geschei-
den werden , als wanneer , in het jaar 1646 , W il i ie l m u s A l s t o r p h io s
alleen tot Predikant te N o o r d l a r e n beroepen werd. Hij vertrok in 1674
naar Deventer. De kerk is van een sierlijk orgel voorzien, betwelk
der gemeente geschonken is door den Heer Mr. C . H. T ja d e n
J u l ie n s t o t G l im m e n . Het prijkt met het familiewapen van J o l l e n s ,
waaronder dit bijschrift:
N O O R D L A R E N , D A T V E R H E H G D D I T L I E F L I J K S P E E L T D IG Z I E T ,
O W H A R T W O R D ’ D O O R Z I J N T O O N I N R E IN G E V O E L B E W O G E N ,
V E R G E B T G U , W I E N G I J ’ t D A N K T , D E N E D E L E N JÜLLENS N I E T ,
M A A R H O D D G O D S L O S V O O R A L , Z I J N H E IL IG S T D O B L V O O R O O G E N .
De kerk heeft eenen zwaren toren. Op de klok leest men :
®um. txaijor. aubitc.
©oca. bug. ab. jaubia, bitae.
(d. i. Luistert wanneer ik aangetrokken word j ik roep u tot de vreugde
des levens).
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van 80 leerlingen
bezocht. a
Op de wierde van dit dorp, welke wel een unr in omtrek heeft,
ziet men het overblijfsel van een hunnebed, dat aldaar uit den
alouden, voör-christelijken tijd nog overig is. Het bestaat uit ongeineen
zware en groote kei- of granietsteenen , en heeft oudtijds gediend tot
eene begraafplaats van aanzienlijke lieden,
Ook lag er weleer , nabij de Punt, het blokbuis ende schans
Bl ank ewe e r, welke F r e d e r ik v a n B l a n k e n h e im , de een en vijf-
tigste Bisschop van Utrecht, in het jaar 1400, tijdens de belege-
nng van Groningen, aanlegde. De sterkte We e rdenbras wierp
E d z a r d , Graaf van Oost-Friesland, in 1806 , er op. Men ziet hier nog
eenige overblijfselen der boiwerken , welke door den Bisschop van Munster,
in 1672, gemaakt zijn. Onder N o o r d l a r e n behoort ook gedeeltelijk
het vischrijke en aanzienlijke Zuid laarder-meer, dat oudtijds,
blijkens een brief van 1264, het N o o r d 1 a a r d e r - ro e e r geheeten werd.
In December 16l6 kreeg dit dorp en Z u i d l a r e n een bezoek
van eene bende allerslechtst volk, omtrent zeventien honderd man
]Peze mansehap, hoewel door den Hertog van Gelder gezonden,
meid alles voor vijands land en brandschatte van daar deerlijk het
omliggende land; daarna plaagde zij, in het Westerkwartier en omtrent
Kollum, den landman gruwelijk, schond de vrouwen en doch-
ters en beroofde, zonder onderscheid, bijzondere eigendommen en
kerken, tot dat ztj eindelijk naar Twenthe vertrok, alwaar zij geheel
Vfi NOORÜ-MEER, meerlje in Waterland, prov. Noord- Holland, | u.
W. van de stad Monnickendam, gedeeltelijk gem. Broek-in- Waterland-
Zuiderwoude-en-TJitdam, gedeeltelijk gem. Landsmeer-en-Watergang.
Dit meer , helwelk omtrent £ u. in omtrek zal hebben , beslaat, onder
Landsmeer-en-Watergang, eene oppervlakte van 18 bund. 69 v. r.
10 v. eil. Men vangt er meest baars en paling.
NOORD-MEER, geh. in Zalland, prov. Overijssel, arr. en 7 | u.
N. 0 . van Deventer, kant. en 1 | u. Z. 0 . van Ommen, gem. en
i u. N. W. van den Ham; met 33 h. en 180 inw.
NOORD-OEST, moeren en slikken, welke vroeger voör den polder
Hengstdijk in Staats- Viaanderen, in Hulster-ambacht, prov. Zeeland,
gelegen waren , en , later beverscht zijndo , thans een gedeelle van den
Stoppeldijks-polder uitmaken.
NOORD-OORD, voorm. vaarwater, prov. Zeeland, tusschen Wol-
phaarlsdijk en Oost-Beveland, in eene zuidelijke rigting uit de Zand-
kreek naar het Hondegat loopende.
Dit vaarwater is bij de bedijking van den Wilhelmina-polder afge-
damd en binnengedijkt.
NOORDOOSTER-HOEK of N o o r d e r - h o e k , het noordoostelijke punt
van den polder het Ruigezand, in het Westerkwartier, prov. Groningen ,
gem. en £ u. W. N. W. van Oldehove, met een huis, ten Ooslen ,
waarvan zieh de Kommerzijlster-rijt in het Reit-diep ontlast, zijnde het
een geprojecteerd punt voor het leggen van eene- nieuwe sluis , ter ver-
vanging van die te Kommerzijl.
. NOORDOOSTER-HOEK of N o o r d o o s t - h o e k , zandplaat in het noor-
den van de Zuiderzee, de noordoostelijke punt van het eil. Terschel-
ling , prov. Noord-Holland, uitmakende.
NOORDOOST-FORT (HET) of d e N o o r d o o s t - sc h a n s , voorm. fort
in bet eil. Zuid-Beveland , prov. Zeeland, gem. en J u. 0 . ten N. van
Krabbendijke, in den noordoostelijken hoek van den Nieuwen-polder
van Krabbedijke.
Dit fort moet, even als het weslelijk liggende JVoordwes t - for l ,
rceds in wezen zijn geweest voör dat de Monniken-polder bedijkt werd ,
dewijl de indijkers bezwaard werden met die te verleggen » op hunne
» nieuwen Dyck , — tot sulcken lenghte, hoochte, breette ende diepte,
»in grachten ende borstweeringen als die jegenwoordelyck is.”
Yan deze forten zijn nog de sporen der aarden wallen zigtbaar. Zij
hadden gemeenschap met het fort op ’t Reyzershoofd „in Valkenisse,
en moesten hier alle vijandelijke aanvallen afweren ; maar naderhand ,
de Oost-polder ook aangewonnen zijnde, werden zij onnut, nadat de
Munstersche vrede hier reeds alle vrees voor inval verdreven had.
Nabij het N o o r d o o s t - f o r t Staat eene hofstede.
NOORDOOST-HOEK, kaap in Oost-Indie, in de Zee-der-Moluk-
ken. Zie P e l a .
NOORDOOST-HOEK, kaap in Oost-Indie, in de Zee-van-Java. —
Het is de noordoostelijke punt van het Sundasche eil. Bali.
NOORDOOST-ZEEGAT, ook genaamd T o n n e - gat of B i id in v is c h - g a t ,
zeegat len noorden van de Zuiderzee, N. W. van Ameland.
Dit zeegat is betond met twee tonnen , als : eene roode of buitenlon,
in de peiling: de toren van Hollum ten Zuiden en de toren van Nes,
op Ameland, Z. 0 . Z., op eene diepte van 76 palm, water. Eene
I witte ton, in de peiling : de toren van Hollum, Z. 0 . | 0 ., merk:
VIII D eel. 19