
genoeg om zich overeind te houden, op een gewelf van luchtwortels,
dat het vee eene schuilplaats biedt in den sneeuwstorm.
Een merkwaardig voorbeeld van dergelijke luchtwortels zag men ook
bij Wassenaar. In eene der lanen in die gemeente bevindt zich een
oude holle wilgenstam, op welks kruin eene lijsterbes was ontkiemd
en gegroeid. Deze nam jaarlijks in grootte toe en zond zijne wortelen
langs den wilg naar den bodem. Toen nu allengs de wilgenstam gestorven
en vergaan was , stond de lijsterbes eenige voeten boven den
grond, rustende op zijne luchtwortels als op zoovele zuilen.
Bij de genoemde voorbeelden ziet men onze inlandsche boomen
wortels voortbrengen in de lucht. Maar al deze wortels waren eigenlijk
gebouwd om in den grond in te dringen. Geheel anders daarentegen
in de warme en vochtige wouden der keerkringsgewesten. Hier
ziet men wortels geheel gemaakt om in de lucht te verblijven, zoo
als de planten van daar in onze warme kassen overgebragt ons in
kleinen maatstaf vertoonen (fig. 8). Op onderscheiden hoogten van den
stam, gewoonlijk boven de oksels der bladeren, ontspringen luchtwortels,
die benedenwaarts afhangen en voortgroeijen, totdat zij den grond
bereikt hebben, en dan eene menigte zij wortels maken en aanzienlijk
in dikte toenemen.
Fig. 8.
Stengel en luchtwortels van eene Vaniljeplant in eene kas (naar pa y e r ).
Men vindt deze wortels bij allerlei planten uit de keerkringsgewesten.
Zoo b. v. de Lianen, klimplanten, die in de vochtige boschstreken de
boomen omslingeren en tot een digt vlechtwerk vereenigen. De talrijke
Orchideen met hare prachtige bloemen, op allerlei boomen gehecht,
en desgelijks de vele soorten uit de groote familie der Aroïdeen, die
zoowel door afwijkende bladvormen als door vreemde bloeikolven zich
onderscheiden, zenden gansche bundels van luchtwortels uit, welke
dikwijls nog een bijzonder anatomisch maaksel hebben.
Bijzonder magtig en sterk zijn de luchtwortels bij de meeste Pan-
daneen en evenzoo bij sommige Palmsoorten.
Aan den voet van den zuilvormigen stam , die slechts weinige takken
draagt, aan hun top met een kroon van stijve bladeren voorzien, komen
bij Pandanus odoratissima een aantal stijve , schuins naar onder gaande
luchtwortels voor , die bij hunnen groei den stam een geruim eind naar
boven dringen, terwijl zij zelve door hunne zijwortels opgestuwd worden.
Aldus staan die boomen , welke een kenmerkend voorkomen aan vele
koraal-eilanden der Zuidzee geven, als op een aantal zuilen van den
grond geheven.
Eene dergelijke ontwikkeling van luchtwortels komt bij de Vorsten
der plantenwereld voor. De Hoornpalm van Venezuela b. v. (Inartea
altissima) zendt uit den stam, op de plaats van het lidteeken der afgevallen
bladeren, luchtwortels uit, die, in den grond komende, elk
een tal van wortelvezels vormen en hierdoor den stam steun verschaffen.
De oudere sterven allengs af, en alleen die der jongste jaren, welke den
stam dakvormig omgeven, blijven dan overig. Het belangrijkste verschijnsel
der luchtwortels treft men echter aan bij den Banianen-vijgboom
(Ficus religiosa). Hier (z. fig. 9, volg. hl.) zendt elke tak van de weelderig
groeijende plant eene menigte van luchtwortels uit, die loodregt naar beneden
hangen en die, in den grond gekomen, zich veelvuldig vertakken
en dan niet alleen den pijler van den luchtwortel ras in omvang
doen toenemen, maar ook een aantal jonge uitloopers doen ontstaan, die
spoedig opgroeijende tot boomen worden, welke hetzelfde proces herhalen.
Hierdoor kan één boom een geheel bosch doen ontstaan, dat
als het ware op een onnoemelijk aantal palen staat, welke veelvuldig
ineensmelten, maar ook even veelvuldig zich weder splijten. Reeds
12