
Wij noemden zoo even een woord, door ons met voordacht tot nog
toe niet gebezigd ; wij spraken van de stoomkracht! — Welk een oneindig
veld breidt zich eensklaps door dat tooverwoord voor onze
oogen uit! -— Stoom, het magtwoord onzer dagen! — Stoom , de
groote drijfveer van alles wat thans op den naam van machine aanspraak
maakt!
Gewis niemand zal het wraken, als wij dat gedeelte van ons onderwerp
(want stoom toch is water — wat stoom dus doet, doet water)
geheel ter zijde laten en ons bij deze enkele vermelding bepalen;
het is zoo algemeen bekend, het is zoo uitgebreid, het is zoo ge-
wigtig, dat eene schets in algemeene trekken tot niets zoude leiden;
en dat van den anderen kant eene eenigzins uitvoerige bewerking niet
slechts de grenzen van dezen arbeid, maar al ligt die van eenen jaargang
van dit Album zoude overschrijden. Genoeg dat wij hebben
herinnerd, dat stoom eigenlijk slechts een andere vorm van water
is ; dat dus, waar wij van stoomkracht, van stoommachines spreken,
wij eigenlijk slechts de werkingen van het water op het oog hebben,
en dat wij dus wel niet te veel zeiden , toen wij het water de drijfveer
der industrie noemden.
Brand! brand! •— akelig weerklinkt die noodkreet in het nachtelijk
uur langs de straten , en brand! brand! bauwt de echo het geroep
na, dat weldra door duizende keelen herhaald, de burgerij op de been
heeft geroepen om met vereende krachten den gevreesden vijand het
hoofd te bieden; en terwijl het klokgebrom het heinde en ver
verkondigt, dat de roode lucht onheil teekent, komen de brandspuiten
in ijlende vaart aangerold om uitdoovende waterstralen in den vuurgloed
te werpen.
Wat ware hier ons vermogen zonder de hulp van het water!
Straks zagen wij vuur en water hun geweld vereenen om onder de
leidende kracht des menschen het wonder onzer eeuw, de stoomkracht
te scheppen; hier zien wij door dezelfde leiding beiden elkanders
geweld beteugelen. Maar alsof dit nog niet genoeg ware om des
menschen beheerschende magt over de elementen te doen uitblinken,
gaat hij in de stoute vlugt zijner uitvindingen nog verder en doet
hij het water door het vuur, dat het moet blusschen, dubbel heil
aanbrengend werken door de weldadige stoom-brandspuiten , die niet
meer enkele waterstralen, neen, die waterstroomen in de vlammen
uitbraken en wier uitblusschend vermogen onbegrijpelijk en bijna
onberekenbaar is.
Dat wij niet te veel zeggen, staven wij daardoor, dat er in Engeland
zulke stoomspuiten bestaan, die per minuut ongeveer 800 Ned.
kannen water geven kunnen.
Nog eene andere, zij het dan ook meer beperkte aanwending van
het water in de kunsten moeten wij hier vermelden, ofschoon daarbij
de werking ontstaat door de zamenstellende deelen en niet door het
water zelf. Wij bedoelen de zoogenaamde hijdro-oxygeenvlam en het
Drummondsche kalklicht.
Wanneer toch zuurstof en waterstof, uit afzonderlijke openingen op
een stuk krijt te zamen komende, daar verbranden, ontstaat er een
zeer helder licht, zoo scherp, dat het bloote oog het slechts zeer korten
tijd kan verdragen en dat de vlam eener kaars, voor dat licht gehouden,
eene duidelijke schaduw op den wand der kamer werpt. Men
heeft van dit licht partij getrokken voor vuurbakens, enkele malen ook
bij het des nachts arbeiden aan groote werken, maar meer algemeen
ter verlichting van mikroskopen, geheel op de beginselen der zon-
mikroskopen gegrond, waar dan deze lichtbron in de plaats der zon
gebezigd werd. De meeste dezer toepassingen echter zijn tegenwoordig
door de eenvoudigere, en vooral meer te temperen photo-elek-
trische verlichting vervangen geworden.
Het is ons onmogelijk het vele en velerlei gebruik, dat nog van de
eigenschappen van het water' in de techniek gemaakt wordt, op te
sommen. Bijna geene kunst of handwerk toch, die er niet in meerdere
of mindere mate nut van trekt. Zoo herinneren wij nog slechts als
voorbeeld, dat de glasblazer de eigenschap van water om bij hoo-
gere temperatuur zich tot damp uit te zetten benuttigt om op eene
gemakkelijke wijze holle voeten aan glazen voorwerpen, b. v. aan wijnglazen,
te maken, door namelijk eenen groenen boomtak in den gloei-
jenden, massieven , glazen tap te steken, waardoor eene peervormige