
gezondheid der werklieden, daar het niet, als dat van gas of olie, veel zuurstof
verbruikt en daarvoor koolzuur in de plaats geeft en veel warmte ontwikkelt
, of misschien wel juist daardoor, heeft men nog bemerkt, dat bij
gelijken prijs het elektrische licht den arbeid der werklieden in denzelfden
tijd van 15 tot 20 procent grooter deed worden. (Les Mondes, II, p. 121).
Ook is dezer dagen een belangrijk rapport bekend geworden, door den
Directeur du service des phares, den heer REYNAUD, gerigt aan den minister
van handel, landbouw en openbare werken in Frankrijk, welk rapport door
de commissie voor de kustlichten te Parijs na een rijp onderzoek ten volle is
goedgekeurd. Het bevat de uitkomsten van proefnemingen, gedaan met een
magneto-elektrisch werktuig van 56 magneten in zeven schijven of kransen
gerangschikt. Het maximum der werking werd verkregen als de daaraan verbonden
stoommachine aan de inductorschijven eene snelheid van 350 a 400
omgangen per minuut gaf, waarbij het licht, tusschen de koolspitsen ontwikkeld,
gemiddeld gelijk was aan dat van 180 a 190 carcellampen. Ue uitkomsten,
waartoe de berigtgever geraakt in dit rapport, dat wij hier niet in
zijn geheel kunnen overnemen (het is onder anderen te vinden in les Mondes,
1, p. 692) zijn zeer gunstig voor de toepassing van het elektrisch licht voor
kustlichten. Het blijkt daaruit, dat de jaarlijksche onderhoudskosten voor een
kustlicht van de eerste klasse bij het gebruik van dit licht 29 °/0 hooger
zouden zijn dan de gewone bij het gebruik van olielampen, maar dat de licht-
kracht daardoor ook vervijfvoudigd zou worden. Bij heldere lucht zou deze
meerdere kracht geen aanmerkelijk voordeel opleveren, maar bij nevelachtig
weder wel, en dan een zeer groot. Bij dikke mist, zoo dik dat hij zelfs dit
licht belet op genoegzamen afstand zigtbaar te zijn, zoude het daarbij werkende
stoomwerktuig kunnen gebezigd worden om hoorbare signalen te geven,
veel verder dragende dan de gewoonlijk gebruikte klokken.
De minister heeft, ten gevolge van dit rapport, den aankoop gelast van
twee magneto-elektrische werktuigen, die binnen kort zullen geplaatst worden
op den lichttoren van kaap la Hève. Ln.
Iodiumdamp als herkenningsmiddel voor vervalsching van geschriften. — Voor
vele jaren reeds heeft niepce de ST. victor , de zoon van den medeuitvinder
der daguerréotypie, aangetoond, dat, wanneer men een bedrukt of beschreven
papier aan den damp van iodium of zwavel blootstelt, deze damp zich veel
sterker condenseert op de zwarte dan op de witte gedeelten daarvan, zoodat
men hierdoor b. v. van gravuren afdrukken maken kan op gestijfseld papier,
als men iodium, of op eene zilveren plaat, als men zwavel heeft gebezigd.
De heer coulier berigt thans (les Mondes, II, pag. 170), dat wanneer men
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD. 95
den damp van iodium op eenig papier wat langer laat werken dan dit voor
de proeven van niepce noodig is, men daarop een aanslag verkrijgt, die door
ongelijkheid van tinten de minste physische verandering, welke de oppervlakte
van het papier heeft ondergaan, zeer duidelijk zigtbaar maakt. Wat men b. v.
met eene nieuwe en drooge veeren of stalen pen op papier heeft geschreven,
wordt duidelijk leesbaar, nadat dit aan iodiumdamp is blootgesteld geweest.
Plaatsen op papier, waar dit is gekrabt of gewasschen geworden om iets uit
te wisschen, worden op dezelfde wijze volkomen zigtbaar; somwijlen komen
zelfs de uitgewischle letters of cijfers op nieuw daarbij te voorschijn.
Zelfs de vlekken, voor het oog anders volkomen onzigtbaar, die voortgebragt
zijn door de aanraking van het papier met den vinger, wanneer deze niet
vooraf met eene alkalische vloeistof gewasschen en dus vetvrij is gemaakt,
worden op deze wijze aan het licht gebragt. Als de vinger daarbij slechts op
het papier gedrukt is geworden en niet daarover gegleden heeft, dan geven
de iodiumteekeningen met eene verbazende getrouwheid de afbeelding der
papillae van den vinger. Daar deze van den eenen persoon tot den anderen
zeer verschillen, zou men dit herkenningsmiddel in sommige gevallen kunnen
bezigen om een bewijs te verkrijgen of althans eene aanwijzing der identiteit
van den persoon, die eenig papier op deze wijze behandeld had. Ln.
Gevolgen van huwelijken tusschen bloedverwanten, enz. — »De feiten” — dus
lezen wij in de Gomptes rendus de V Académie des Sciences, (Tom. LVII, pag.
512) — »vermeld door den heer GUIPON in zijn opstel »over de gevolgen der
bloedverwantschap, van de syphilis en van de dronkenschap in eene en dezelfde
familie opgemerkt,” en door hem zeer zorgvuldig waargenomen, hebben
hem tot de volgende conclusiën geleid:
1°. De bloedverwantschap oefent eene neêrdrukkende werking op de levenskracht
uit, en vooral op de reproductie of instandhouding der soort.
2°. Zoo de onvruchtbaarheid niet waargenomen wordt bij de bloedverwanten
, neemt men haar toch waar bij hunne nakomelingen.
3°. De bloedverwantschap doet de dierlijke verrigtingen en de zintuigen
zelve aan, zooals het gehoor, de spraak, zoo als verschillende waarnemers hebben
bewezen, gelijk ook het gezigt, zooals aangetoond wordt door de door mij
waargenomen feiten na andere door anderen opgemerkte gevallen.
4°. Ondersteund door oorzaken, die met haar in de uitwerkselen eenige
overeenkomst bezitten, kan zij diep ingrijpende stoornissen der innervatie veroorzaken,
zooals verlamming en van zelf ontstaande versterving.
5°. De verstandelijke vermogens kunnen aan deze ontaarding deel nemen,
en onnoozelheid of een zekere graad van idiotismus kan daaruit voortspruiten.