
boomen waren, om hunne vruchtbaarheid te vermeerderen, boschjes
haar, schalen van schildpadden of dergelijke gehangen, hoewel de
vruchten bij duizenden nutteloos op den grond lagen te verrotten; ook
de vrouwen en kinderen, — want mannen waren hier weinig,
hadden aan den hals of aan de knie kleine afbeeldsels hunner góden
of andere dergelijke dwaze dingen, als gedroogde huiden, tijgertanden,
stukken been , gehangen, die den eigenaar voor ongelukken moesten
behoeden.
In eene afgelegen hut kwam mij een klein wangedrogt te gemoet,
zoodat -ik op klaarlichten dag bang begon te worden. Het was eene wel
zeventig jaar oude , ter naauwernood 2è voet hooge vrouwelijke dwerg,
die mij met eene stotterende stem begroette. Zij had kromme beenen,
naar voren gebogen armen; haar gang was gelijk aan dien van een
schildpad. Hare bloedverwanten vertelden ook, dat zij de dochter was
van een zeeschildpad (Kalpé), die hare moeder in den slaap een bezoek
had gebragt, en dat, zoodra zij van Guidappou werd weggevoerd,
het dorp door een grooten watervloed zou overstroomd worden. Een
ander wonderlijk schepsel was een tienjarig meisje, wier ligchaam gelijk
dat van een tijger gevlekt was, en die op het voorhoofd een groote
vlok sneeuwwit haar had. Allen die iets buitengewoons hadden, zoo
als kreupelen, idioten, enz., die bij de negers volstrekt niet zelden,
doch bij de Indianen nooit voorkomen, werden voor heilig gehouden
en kinderen der Godheid, Gadapitin , genaamd.
Wij overnachtten te Manlobbi, van welk dorp het opperhoofd,
Janki, ons zeer veel voorpraatte van zijne genegenheid en hoe alles
bereidvaardig zou zijn om ons in onze verdere reize behulpzaam te
wezen.
Daar, waar in hare bedding geene eilanden liggen, heeft de Tapa-
nahoni meestal eene breedte van 700—1000 voet en komt uit het
Z.W. Hare vallen zijn van geringe beteekenis en kunnen zonder bijzondere
moeite worden overgegaan; de oevers zijn meestal hoog,
terwijl op een afstand van ongeveer 2 uur zich in westelijke rigting
eenige schoone, wel 2000 voet hooge gebergten verheffen. Den 3den
October kwamen wij des avonds in het dorp Piket, aan den voet van
den waterval Granholle aan, alwaar wij het groot-opperhoofd moesten
afwachten, die ons de noodige bosch-negers tot voortzetting der reis
zou verschaffen.
Hadden wij reeds onderweg op de dorpen, die wij voorbij kwamen,
avontuurlijke gestalten gezien, des te meer vond dit plaats op Piket,
waar de gezamenlijke adel van Auka bijeengekomen was om met
den Granman de gewigtige gebeurtenis onzer aankomst en de nog
veel gewigtigere onzer verdere reize te bespreken; ter naauwernood
aan land gekomen, werden wij ook door verscheidene kapiteins,
vicekapiteins, majoors en andere personen van aanzien omringd, die
zich voor dit bezoek op alle mogelijke wijzen hadden opgeschikt.
Eenige dezer heeren waren in slaapjaponnen van gebloemd sits, andere
in soldatenrokken gekleed ; deze droegen regenmantels van slaven der
plantaadjes , andere weder grijze hemden der Fransche gedeporteerden ,
met het teeken der kolonie voor misdadigers op den rug; de meesten
waren zonder broeken, maar hadden fraai geverwde windsels om het
lijf, die, als zij goed gewasschen zijn, hen beter kleeden, dan eenige
Europesche kleeding; ook vrouwen waren in grooten getale toegestroomd
; bij haar was de kleeding uitgelezener dan bij de mannen ;
daar de Aukaner bosch-negers op de plantaadjes goed geld verdienen
en gewoonlijk mild genoeg zijn om hunne vrouwen fraaije stoffen
en opschik te verschaffen , komt bij zulke gelegenheden te voorschijn,
wat men jaren lang gespaard heeft.
De geheele onderhandeling , die ons zeer verveelde, draaide natuurlijk
om het doel onzer reis, dat ieder voor zich afzonderlijk en dan
weder allen gezamenlijk wilden weten. Men verwachtte den Granman
den volgenden morgen , wanneer dan in eene algemeene vergadering
over de zaak zou geraadpleegd worden.
Wij sloegen dus onze tenten op in de nabijheid van het dorp aan
den oever der rivier, die hier omstreeks 150 voet breed is. Eene
reeks van rotsen gaat halvemaansgewijze door de rivier heen en vormt
de watervallen van Granholle , wier breedte hoogstens een klein uur
bedraagt, maar uit zoovele afzonderlijke vallen bestaan, dat het boven
den val gelegen dorp Drie Tobbetje , waar de Granman zich ophoudt,
wel 80 voet hooger ligt dan Piket. De afzonderlijke vallen, meest
tusschen eilanden verscholen, hebben tot 18 voet hoogte; in den
7 *