
Acclimatisatie van alpacas in Australië, door D. L................................Biz. 192.
lets over vuurbollen in het algemeen en dien van den 4 Maart in het
bijzonder, door F. W. C. Kr e c k e ............................................ . . » 209.
Iets over het water. Wat het is, waar het is en wat het doet, door
M. van Lissa..................................................................................... . . » 225.
Het plantenleven in den winter, de lente, den zomer en den herfst,
door Th. H. A. J. Abeleven................................................................. » 257.
De truffels, door v. H............................................................................. . » 285.
Meikevers , door v. H.................................................................................... » 288.
De bekerplanten, door C. A. J. A. Oudemans........................................ ■> 289.
Betel, door v. H............................................................................................ » 318.
Eene merkwaardige bron, door Ho........................................... . . . » 320.
Magie, door Dr. D. Lübach......................................... » 321.
De stormen op den Noord-Atlantischen oceaan , door E......................... » 347.
Een toon-telegraaf, door Ho........................................................................ » 351.
De oudheid der bloemenkoningin , door Betsij Pe e k ........................ » 375.
Nog iets over den vuurbol van 4 Maart j.1., door Ho. . . . . . » 383:
LI JST DER A F B E E L D I N G E N .
STEENDRUKPLAAT.
Kaart voorstellende de baan van den vuurbol van 4 Maart j.1. . . . Blz. 383.
HOUTSNEDEN.
Het rendiermos (Gladonia rangiferina) . . . . . .................................... Blz. 25.
Verschillende m ossoorten............................................................................. » 26.
Een grove den, waarvan het zand 8 voeten diep onder de kroon van
den wortel is weggewaaid en die toch nog in leven gebleven is . » 29.
Voorstelling van eene zonsverduistering . . . . . . . . Blz. 35, 36, 37, 38.
Verhevenheden der corona van de z o n .......................................Blz. 48, 49, 50.
Verschillende standen van de planeet Mercurius ten opzigte van de
aarde . . . . . • .................................................................................. Blz. 135.
Schijnbare grootte der planeet Venus in hare verschillende standen
ten opzigte van de a a r d e ........................................................................ „ 143.
Vlekken van de planeet Venus, volgens de afbeelding van Bianohini » 146.
Afbeelding hoe de aarde zich op de planeet Venus vertoont. . . . » 150.
Jonge raapplant............................................................................................... » 164.
Tritioum repens (kweek- of puingras) . ..................................................... » 164.
Gekiemde eikel................................................................................................. » 168.
Wortelstok van I r i s ....................................................................................... » 169.
Ronde en handvormige knol van O rchis.................................................... » 170.
Bol van Colchicum autumnule (herfst-tijdelooze) overlangs doorgesneden » 171.
Bollen van een H yacinth............................................................................. » 172.
Stengel en luchtwortels van eene vaniljeplant in eene ka3 . . . . » 176.