
II l 1 1 |
men en bevonden dat, niettegenstaande de tallooze schoten, de jagt
niet zeer voordeelig was gew eest; alleen een catinga-hert, verscheidene
boschhoenders en eene Simia israëlüa waren gedood. Deze aap,
die alleen in bet booger gelegen land en ook daar nog zelden voorkomt,
komt in grootte overeen met een capucyner aap of met eene kat;
gelaat, armen, buik en staart zijn zwart; de rug echter glanzend bruin.
Hij is merkwaardig door een schoonen , 3 duim breeden, onder de kin
doorloopenden bakkebaard, en door zijn fraai gescheiden hoofdhaar,
een echte modepop onder de apen. Omstreeks een uur boven onze
legerplaats, bij het eiland Anoso, wringt de rivier zich door 2 heuvels
heen , zoodat hare breedte dan' niet meer dan 5- tot 600 voet bedraagt,
hetwelk in den regentijd eene strooming veroorzaakt, die het bijna
onmogelijk maakt haar aldaar op te varen. — Den 18den kwamen wij
bij eenen tweeden aanmerkelijkeren waterval der Maroni; eigentlijk
slechts eene menigte watervallen, die zich met eene breedte van ongeveer
twee uur over de geheele rivier uitstrekken. Ontelbare eilanden
en zandbanken vullen het wijde bekken der rivier, zoodat zelfs de
Bonni-negers aarzelden, welken weg zij moesten kiezen. Hier vindt
men voor het eerst de schoone Erythrinen, boomen met donkergroene
bladeren, vlindervormige bloemen en hoogroode, zwart gespikkelde
boonen. Hoe verder men de rivier opvaart, des te menigvuldig«
komen deze boomen voor.
Wij bezigden den geheelen dag om dezen waterval over te komen,
die, behalve die van de Polygoudou, de grootste is van de Maroni.
Snelvlietende plaatsen en watervallen werden van nu af aan veel
menigvuldiger, en wij kwamen op den 20sten in de nabijheid dier
watervallen, welke de Lava en de Tapanahoni verder ééne rivier doen
uitmaken. Het bekken der rivier, aan wier beide oevers zich bergen
van 1500 tot 2000 voet hoogte verheffen, is wel een uur breed, doch
zoo ondiep en met klippen en zandbanken opgevuld, dat in het drooge
jaargetijde zelfs kleine booten dikwijls hier niet kunnen doorvaren.
Tusschen eene menigte rotsachtige eilanden en klippen storten zich
verscheidene armen der Lava in de Maroni uit en vormen watervallen
van 18 tot 20 voet hoogte, die nu echter voor het grootste gedeelte
van geringe beteekenis waren. In het hoofdkanaal der Maroni liggen
1
de watervallen van de Poligoudou, die de grootste zijn van allen, die
gevormd worden door de vereeniging van een gedeelte der Lava en
de geheele Tapanahoni. Boven deze door beide rivieren gevormde
watervallen woont op de landspits een derde negerstam, bestaande
uit nakomelingen van een troep zwarte soldaten, die in het jaar 1804
op verscheidene Nederlandsche posten in Suriname hunne officieren vermoord
en zich in deze rotsstreek genesteld hadden, Ook zij werden
door de Nederlandsche regering onder toezigt der Aukaner-bosch-negers
gesteld, welker dochters zij tot vrouwen namen.
Aan den voet van een dezer watervallen sloegen wij ons leger op
en gaven door eenige schoten aan de Poligoudou-negers kennis van
onze aankomst. Na korten tijd verschenen dan ook 6 mannen om ons
over de watervallen te helpen. Met lange , tot dit doel medegenomen
touwen werden de booten langzamerhand over den eersten val getrokken
, onder zulk een geschreeuw en rumoer, dat zelfs het brui-
•schen van het water niet meer gehoord werd. Nu hadden wij den
grooten waterval voor ons en wilden de gezamenlijke goederen ontladen
en over de rotsen dragen, doch gelukkig kenden de Poligoudou-
negers een klein kanaal, dat zich met verscheidene bogten en eenige
kleine watervallen, langs eenige kleine eilanden slingerde , zoodat wij
tegen den middag den top van den waterval in de Tapanahoni bereikten.
De vlaggen werden thans weder geheschen en het statige
eskader van 10 booten landde aan het dorp der gewezen rebellen,
terwijl de geheele bevolking aan den oever was gekomen om ons te
verwelkomen. Het dorp ligt 100 voet van de rivier verwijderd en
telt ongeveer 40 ellendige hutten, waarin de nakomelingen dier zwarte
soldaten wonen, want van hen zelven is slechts één overgebleven.
Het zijn op zijn hoogst 40 zielen, waaronder niet meer dan 6 of 8
tot den arbeid geschikte mannen. Wel een vijfde deel van hen lijdt
aan de verschrikkelijkste aller ziekten, de melaatschheid, waarvoor
geen geneesmiddel bestaat. Hunne hutten zijn vervaardigd uit vierkant
gehouwen palen en bedekt met de bladeren van den Comow-
palm. Ieder huisgezin heeft er verscheidene, om in te koken, te
slapen of om hunne fetischen in te bewaren; de wanden bestaan gewoonlijk
uit latten van den Pina-palm, terwijl de bodem zamengesteld