
IN BENE NED. KAN WATER Ü1T ONDERSTAANDE ZEEËN IS BEVAT IN WIGTJES:
Bestanddeelen. Noordzee *). I Zuiderzee *). Middell, zee §). J Atl. Oceaan J).
CChhlloooorr--scoadlciuiumm .. .. .. .. Chloor-magnesium. .
225,,000475
2,300
8,605
0,454
0,153
30,182
3,302
I2 07 ,623605 Zwavelzure kalk. . . 02,,440012 0,046
- 9 RQ9. Zwavelzure magnesia. 1,118 27,,534912 04 ,39,1150 Koolzure Zwavelzure soda . . . 0*225
nesia . kalk .
en mag- IJzer-oxyde............T
0,262 0,275 0,003 0,118 0,325
Broom-sodium . . . .
Organische stoffen . . — ' 0,052
Totaal................. 32,417 10,651 38,108 35,905
Wanneer wij nu deze opgaven vergelijken met die van het Rijnwater,
dan valt het ons al dadelijk op, dat wij nagenoeg dezelfde
bestanddeelen er in aantreffen, doch in verschillende hoeveelheid; het
meest in het oog loopend verschil is gelegen in het keukenzout, dat
bij het zeewater bovenaan staat, en alleen ongeveer f der vaste be-
standdeelén oplevert, terwijl het in het rivierwater geheel onder aan
de reeks staat en slechts voor -j-j-g- in de verhouding komt. Uit die
omstandigheid zien wij dan ook al dadelijk den naam van zout water ,
aan zeewater algemeen gegeven, gebillijkt; hoewel, strikt genomen,
keukenzout in bijna alle waters voorkomt, trouwens veeltijds slechts
tot één millioenste gedeelte.
Dat groote zoutgehalte maakt dan ook het zeewater ten eenen male
ongeschikt voor drank of voor huishoudelijk gebruik, en slechts in den
laatsten tijd is men er toe gekomen om, ten behoeve der schepelingen,
het zeewater door destillatie tot drinken geschikt te maken;
dat overgehaalde water moet dan echter nog, alvorens te kunnen
worden gebruikt, met lucht en zouten worden voorzien; — gedestilleerd
water toch is zwaar en moeijelijk te verteren en veroorzaakt
*) G. j. mulder, Verhandeling over de wateren en de lucht der stad Amsterdam
en der aangrenzende deelen van ons Vaderland, 1827.
§) Michel L é v ï, T raité de hygiëne publique et privée, 1857.
ligtelijk kolijk, terwijl in het algemeen water met lucht moet bedeeld
zijn om drinkbaar te wezen; — wij zagen reeds, dat regenwater 0,04
van zijn volume aan lucht bevat; — rivierwater bevat daarvan gemiddeld
0,0287; — ook zeewater bevat noodzakelijk lucht, daar anders
geene visschen er in zouden kunnen leven 1), en die lucht wordt door
het destilleren er mede uit verdreven. De verschillende wijzen,
waarop dit kan geschieden, behooren alweder niet tot ons onderwerp.
Evenmin kunnen wij in nadere beschouwingen treden over de
technische aanwending van zeewater tot het winnen van keukenzout
daaruit, — alle zaken, die, ieder op zich zelve, ruime stof tot uitgebreide,
afzonderlijke verhandelingen zouden opleveren, en welke wij
hier dus slechts ter loops vermelden kunnen.
*
Wij hebben dan nu den water-cyclus, door onë bij den aanvang
onzer schets op den voorgrond gesteld, afgehandeld. Uit de zee hebben
wij de waterdampen zien opstijgen en ze als wolken zich zien verzamelen;
wij zagen die wolken zich in regen ontlasten; dien regen
op en in de aarde voor een groot gedeelte verzameld worden, en wij
hebben dat water op zijnen loop gevolgd, tot wij het weder aan zijnen
oorsprong, de zee, hebben wedergegeven. Zoo wij daarbij eenige
punten schijnbaar hebben verzuimd; zoo wij b. v. geen bijzonder
gewag hebben gemaakt van het sneeuwwater, dan bestaat dat verzuim
toch eigenlijk niet; dê sneeuwvorming toch is een kristallisatie-proces;
bij kristallisatie worden alle ongelijksoortige bestanddeelen of bijmeng-
selen buiten gesloten ; sneeuw is dus van zelve een hoogst zuiver water,
dat met gedestilleerd water is gelijk te stellen; dat dan ook , om
goed drinkbaar te zijn, eveneens eerst met lucht en zouten moet bedeeld
worden, terwijl het bespreken van sneeuw en ijs als massa niet
hier , maar eerst later in deze schets zijne plaats behoort te vinden.
Na dan nu al het water beschouwd te hebben, dat als zoodanig
voor ieder herkenbaar op de aarde voorkomt; na gezien te hebben,
') De hoeveelheid lucht, die het water bevat, vermindert met de hoogte boven
de oppervlakte der zee. Zoo kunnen in de meren, op de toppen der Cordilléras,
die 3600 ellen hoog zijn, geene visschen meer leven, omdat het water te weinig
lucht bevat.