
kleinste korjaal te bevaren waren. De rigting van de hoofdkreek was
doorgaans noordwest.
Wij begonnen nu den 21sten November de terugreis. Hevige regen-
buijen hadden de Lava iets doen zwellen, zoodat onze reis naar beneden
pijlsnel voortging en wij den 26 op Providence aankwamen.
Na een oponthoud van 2 dagen om den Bonni-negers eenige rust te
verschaffen, zetten wij onze reis voort en kwamen allen den 3den December
welbehouden te Albina en St. Louis aan.
Zoo was de expeditie zonder eenig ongeval ten einde gebragt en
het vraagstuk omtrent de grensscheiding ten voordeele van het Neder-
landsche gouvernement beslist. Of dit nu daaruit eenig nut kan trekken ,
doet niets ter zake. De topographen hebben eene kaart der Maroni,
Lava en Tapanahoni vervaardigd en de geographische ligging van
sommige punten astronomisch bepaald ; om echter de duizende eilanden,
watervallen en snelvlietende plaatsen juist op te geven, zou men evenveel
jaren als ons weken waren toegemeten, noodig gehad hebben.
Voor de overige wetenschap is bijna niets verrigt; wel werden van
rotsen en gerolde steenen in de rivier stukken afgeslagen en medege-
bragt, doch onderzoekingen in het binnenland of opdelvingen bleven
achterwege, deels bij gebrek aan tijd, deels wijl niemand geologische
kennis bezat. Hetzelfde geldt van de botanie; wel verzamelden de
Fransche geneesheer en ik planten, die wij met veel moeite droogden ,
doch wij hadden geen van beiden voldoende kennis der botanie om haar
wetenschappelijk te beschrijven of onderscheid te maken tusschen bekende
en onbekende.
Hoe rijk nu ook aan schatten de vegetatie van het binnenland is ,
zoo is toch de zwarigheid om die te genaken te groot en het
praktisch belang te gering om deze te beloonen.
Werden rotsen doorgehouwen en een waterweg daargesteld, dan
zou in het drooge jaargetijde zeker elke gemeenschap gestremd worden
, daar door een bevorderden afloop der wateren een groot deel van
het hooger gelegen land, waar de rivieren zich meermalen in den
vorm van een meer uitbreiden, droog wordt gelegd. Alleen de watervallen
verhinderen, dat de door de natuur gevormde bekkens boven deze
geheel leeg loopen. Mineralogische schatten alleen zouden aan het binnenland
waarde verleenen, en om deze uit te vorschen, moesten deskundigen
het land meer op hun gemak kunnen onderzoeken. Dergelijke
reizen zijn niet zoo bezwaarlijk als men denkt. Een gezond ligchaam,
niet verwend door de levenswijze in eene kolonie, ijver en liefde
voor de natuur, vermogen zeer veel en ik betreur het van harte, dat
ik niet tien jaar jonger en door betrekkingen verbonden ben , anders
zou ik op eigen kosten eene tweede reis ondernemen; dan zouden
noch regentijd, noch levensmiddelen mij afschrikken om het Tumucu-
maque-gebergte te overschrijden.
(Naar Petermann’s Geographische Mütheilungen , 1862, N o.V en VI.)