
verschillende koolwaterstof-verbindingen daaruit afgescheiden; zij hebben er
nu nog 5 andere in gevonden. Petroleum is dus een mengsel van 12 verschillende
dier verbindingen, die zich vooral door hunne meerdere of mindere
vlugtigheid van elkaar onderscheiden. De vlugtigste van alle kookt reeds bij
5° C., terwijl de minst vlugtige eerst bij 260° a 265° C. kookt.
Is het petroleum uit steenkolen afkomstig of niet? De bovengenoemde onderzoeker
en met hem elie de beaumont meenen van neen. Regnault en
BALARD hebben in dezelfde zitting der Académie dit tegengesproken.
Ln.
Drukking op den Bodem van diepe zeeën. — Met het doel om te beslissen, of,
zooals sommigen meenen, waarlijk enkel daardoor telegraafkabels kunnen bedorven
worden, heeft men onlangs in het entrepot van Wharfroad te Londen
met behulp van een zeer sterke hydraulische pers een aantal proeven genomen
(Les Mondes , I I , pag. 8).
Een stuk telegraafkabel, zooals' die in de Perzische golf is gebruikt, rood
koperdraad met eene 1 centimeter dikke laag gutta percha overdekt, werd gedurende
een uur in water blootgesteld aan eene drukking, gelijk staande met
die van eene kolom zeewater van 2^ Engelsche mijl of 3621 meters hoog.
Na het ophouden dier drukking bleek het geleidingsvermogen van den kabel
verbeterd te zijn en vertoonde hij geen spoor van beschadiging. Men zal deze
proeven binnen kort herhalen. Om ze beslissend te doen zijn, zal dan de
drukking veel langer tijd achtereen moeten werken.
Aan dezelfde drukking werden ook blootgesteld eenige goed gekurkte fles-
schen, sommige gevuld met pale ale en met gemberbier, andere ledig; van
een der laatste was de kurk nog ondersteund door een houten cylinder, die
op den bodem der üesch rustte. Van alle zonder onderscheid werd de kurk
meer of min ingedrukt, zoodat de eerste aangevuld werden, terwijl het bier
overigens onveranderd bleef, en de andere, ook de allerlaatst genoemde, geheel
met water werden gevuld.
Karpers, alen en kreeften, levend in het water gedompeld en aan deze
drukking blootgesteld, werden na een uur dood en geheel verstijfd daarin
gevonden. ^N.
WETENSCHAP PEL IJK BIJBLAD.
Spectra der planeten. — Secciii heeft met eenen kleinen spectroskoop, gevoegd
aan eenen grooten aequatorialen kijker van merz , de spectra van de planeten
Jupiter, Saturnus, Venus en Mars onderzocht, voornamelijk met het doel om
daaruit te besluiten tot het bestaan van eenen dampkring rondom deze planeten
en van zijne zamenstelling. Aan dit onderzoek was een ander voorafgegaan
, namelijk van den invloed van den dampkring der aarde op het spectrum.
Het was S; daarbij gebleken, dat, al naar gelang de zonnestralen een dikkere
dampkringslaag doorgaan, en vooral al naar gelang eene grootere hoeveelheid
waterdamp in den dampkring bevat is, de strepen van het spectrum niet
alleen eene meer of minder duidelijke verbreeding ondergaan, maar dat er zich
ook bijzondere strepen vertoonen , welke vroeger niet zigtbaar waren. S. besluit
uit dit eerste gedeelte van zijn onderzoek, dat het vooral de waterdamp
in de atmospheer is, die deze verandering te weeg brengt. Daar hij nu dergelijke
spectra van de genoemde planeten waarnam, waarin die strepen, welke
hij »atmospherische” noemt, duidelijk herkenbaar waren, zoo leidt hij daaruit
de gevolgtrekking af, dat derhalve die planeten niet alleen een dampkring
bezitten, maar dat deze ook geheel of voor een deel uit waterdamp moet bestaan.
Het spectrum van de maan daarentegen vertoonde hem geen spoor
van atmospherische strepen, zoodat het ontbreken of althans de zeer groote
ijlheid van den maansdampkring daardoor op nieuw bevestigd werd. (V Inslitut,
1863, p. 234.) Hg.
Opmerkelijke hagelwolk. — Den 3 Julij j.1. nam LECOQ te Clermont eene
hagelbui waar, waarbij de hagelsteenen de grootte van hazelnooten hadden.
Het opmerkelijke hij deze bui was echter, dat de wolk, waaruit de hagel
nederviel, eene netsgewijze gedaante had, met opene mazen, waardoor heen
men de hoogere wolkenlaag zien kon.
Toen L. nu den volgenden dag de verwoestingen naspoorde, welke de hagelslag
had aangerigt, vond hij, dat de plaatsen, waarop de hagel gevallen was,
ook een net vormden, zoodat op zeer nabij elkander gelegen punten de aan-
gerigte verwoesting hoogst ongelijk was. De hoofdreden van deze overeen-
1863. 11